PC9155 Draadloos alarmsysteem
3 Bediening
3.1 Schakelopties
3.1.1 – Afwezig inschakelen
Met Afwezig inschakelen wordt het hele systeem ingeschakeld, inclusief alle componenten buiten en binnen. Het lampje Gereed moet AAN zijn
om het systeem te kunnen inschakelen. Als het lampje Gereed UIT is, moet u zorgen dat alle beveiligde ramen en deuren worden beveiligd of
omzeild. Als u het systeem in de modus Afwezig wilt inschakelen, houdt u de functietoets Afwezig 2 seconden ingedrukt of voert u een geldige
gebruikerscode in en verlaat u het pand via een deur die als Vertraging is geprogrammeerd. Wanneer u op een functietoets hebt gedrukt of een
toegangcode hebt ingevoerd, gaat het lampje Ingeschakeld AAN. Als de optie Hoorbare uitloopvertraging is ingeschakeld, laat het bediendeel om
de seconde een pieptoon horen gedurende de uitloopvertraging (en drie keer per seconde gedurende de laatste 10 seconden) om de gebruiker te
waarschuwen om te vertrekken. Het lampje Gereed gaat uit wanneer de Uitloopvertraging eindigt.
OPMERKING: In de modus Aanwezig inschakelen worden handmatige overbrugde zones aangemeld en bij de meldkamer geregistreerd.
3.1.2 – Aanwezig inschakelen
i
De zones moeten zijn geprogrammeerd met zonedefinities 05 Aanwezig/Afwezig binnen, 06 Aanwezig/Afwezig
vertraging of 32 Direct Aanwezig/Afwezig, anders werkt deze functie niet.
Aanwezig inschakelen is bedoeld om de beveiliging van de buitenkant van het pand in te schakelen en beweging in het pad mogelijk te maken. Het
lampje Gereed moet AAN zijn om het systeem te kunnen inschakelen. Als het lampje Gereed UIT is, moet u zorgen dat alle beveiligde ramen en
deuren worden beveiligd of omzeild. Als u het systeem in de modus Aanwezig wilt inschakelen, houdt u de functietoets Aanwezig 2 seconden
ingedrukt of voert u een geldige gebruikerscode in en blijft u in het pand (open GEEN deur die als Vertraging is geprogrammeerd). Wanneer u op
een functietoets hebt gedrukt of een toegangcode hebt ingevoerd, gaat het lampje Ingeschakeld AAN. Als de functietoets Aanwezig wordt gebruikt,
laat het bediendeel geen pieptonen horen gedurende de uitloopvertraging en kan de gebruiker het pand nog verlaten zonder dat de inschakeling naar
de modus Afwezig terugkeert. Als een gebruikerscode wordt gebruikt, laat het bediendeel pieptonen horen als de optie Hoorbare
uitloopvertraging is ingeschakeld. Het lampje Gereed gaat uit wanneer de Uitloopvertraging eindigt.
OPMERKING: In de modus Aanwezig inschakelen worden alle automatisch overbrugde aanwezig-/afwezig- en nachtzones aangemeld en bij de
meldkamer geregistreerd.
3.1.3 – Nacht inschakelen
Nacht inschakelen is bedoeld om de beveiliging van de buitenkant van het pand in te schakelen en beweging in het pad te beperken tot toegewezen
ruimten binnen (bijv. de gang tussen slaapkamers en badkamer). Als nachtzones zijn geprogrammeerd, worden met het invoeren van [][1] terwijl
het systeem is ingeschakeld in de modus Aanwezig alle binnenzones opnieuw geactiveerd op de zones die als nachtzones zijn geprogrammeerd.
Terwijl het systeem is uitgeschakeld, kan ook de functietoets Nacht ingeschakeld 2 seconden worden ingedrukt om het paneel in de modus Nacht in
te schakelen. Het lampje Gereed moet AAN zijn (systeem uitgeschakeld) of het systeem moet zijn ingeschakeld in de modus Aanwezig om het
systeem in deze modus te kunnen inschakelen. In de modus Nacht worden alleen nachtzones (zonedefinitie 37) overbrugd. Bij activering klinken er
geen bevestigingstonen, is de uitloopvertraging steil en legt het paneel Ingeschakeld in modus Nacht vast. Als er geen nachtzonetypes in het
systeem zijn geprogrammeerd, wordt het systeem ingeschakeld in de modus Afwezig en legt het paneel Ingeschakeld in modus Afwezig vast.
OPMERKING: In de modus Aanwezig inschakelen worden alle automatisch overbrugde nachtzones aangemeld en bij de meldkamer
geregistreerd.
3.1.4 – Uitschakelen
De gebruiker moet binnenkomen via een deur die als Vertraging is geprogrammeerd. Na binnenkomst laat het bediendeel een constante
inloopvertragingstoon horen (en een pulstoon gedurende de laatste 10 seconden van de inloopvertraging) om de gebruiker te waarschuwen om het
systeem uit te schakelen. U schakelt het systeem uit door een geldige gebruikerscode in te voeren, uw proximity-tag aan te bieden of de draadloze
afstandsbediening te gebruiken. Als er een alarm was afgegaan terwijl het paneel was ingeschakeld, geeft het bediendeel 'Alarm in geheugen'
weer en een of meer zones die tijdens de ingeschakelde periode in de alarmtoestand waren. Druk op de toets [#] om het bediendeel weer in de
toestand Gereed te brengen.
3.2 Taalselectie
Het bediendeel kan worden geprogrammeerd om berichten en labels in verschillende talen weer te geven. De taal kan worden geselecteerd voordat
het bediendeel in het systeem wordt ingeschreven. Doe het volgende wanneer u in de modus 'Gereed voor inschakeling' of het hoofdmenu van
Installateurprogrammering bent:
[1] Houd beide scroll toetsen [< >] tegelijk ingedrukt totdat de taalopties worden weergegeven.
[2] Ga naar de gewenste taal met behulp van de scroll toetsen [< >].
[3] Druk op [] om de gewenste taal te selecteren.
3.3 [ ✱ ] Opdrachten
Hier volgt een lijst van de beschikbare [] opdrachten en een beschrijving van elke ervan:
[][1]
[][2]
[][3]
[][4]
[][5][Hoofdcode/Supervisiecode]
Omzeilen (uitgeschakelde status)/Aanwezig/afwezig-zones opnieuw activeren (ingeschakelde status)
Probleemtoestanden weergeven
Alarmgeheugen weergeven
Deurbel inschakelen/uitschakelen
Gebruikerscode programmeren en proximity-tag registreren
3-1