PC9155 Draadloos alarmsysteem
i
Deze code wordt niet verzonden van panelen die op Afwezig zijn ingesteld.
Storingszones en overbrugde zones genereren geen activiteitsmeldingen.
UIT: Inactiviteit wordt alleen beheerd door 24 uur Geen-alarmzones: Als er geen 24 uur Geen-alarmzone wordt geopend zolang de vensters met
inactiviteitstimers actief zijn (secties [591]-[592]), geeft het paneel de code Kan niet rapporteren in door, mits geprogrammeerd.
[5]-[8]
Voor toekomstig gebruik
[030] Lusresponstijd
Optie
Beschrijving
[1]
AAN: Zone 33 is Snelle lusrespons: Zone 33 heeft een snelle lusrespons (36 ms).
UIT: Zone 33 is Normale lusrespons: Zone 33 heeft een normale lusrespons (400 ms).
[2]
AAN: Zone 34 is Snelle lusrespons: Zone 34 heeft een snelle lusrespons (36 ms).
UIT: Zone 34 is Normale lusrespons: Zone 34 heeft een normale lusrespons (400 ms).
[3]-[8]
Voor toekomstig gebruik
[101]-[134] Zonekenmerken
De volgende opties kunnen voor elke zone worden in- of uitgeschakeld. Wanneer de installateur op [9] drukt in een van deze secties, komt hij bij de bovenste bank
terecht (kenmerken 9 t/m 16). Druk vanaf de bovenste bank op [9] om terug te keren naar de onderste bank (kenmerken 1 t/m 8).
i
Deze kenmerken heffen de standaardinstellingen op. De standaardinstellingen van de Brandzone-kenmerken mogen NIET worden gewijzigd.
Optie
[1]
Belopties
i
Als een zone wordt ingesteld op stil alarm en het tweerichtingsgeluid (kenmerk [9]) is ingeschakeld, is de geluidssessie alleen een luistersessie. Dit
betekent dat de bediener van het centrale station niet via het systeem naar de eindgebruiker kan terugpraten. (Dit geldt voor alleen voor de
PC5950-geluidsbevestigingsmodule).
[2]
Beltype
[3]
Bel
[4]
Overbruggen
[5]
Geforceerd
inschakelen
[6]
"Swinger"
uitschakelen
i
Als een zone zich in "Swinger" uitschakelen bevindt en dit kenmerk wordt uit- en weer ingeschakeld, bevindt de zone zich niet meer in "Swinger"
uitschakelen.
[7]
Verzendings-
vertraging
[8]
Cross-zone
[9]
Tweeweg-geluid
[10]-[13]
Voor toekomstig
gebruik
Opties [14] t/m [16] worden exclusief gebruikt voor zones 33 en 34. Als er meerdere opties zijn ingeschakeld voor opties 14, 15 en 16, heeft het laagste
kenmerknummer voorrang. Als opties 14 en 15 beide zijn ingeschakeld, volgt de zone de NC-lusconfiguratie.
[14]
Normaal
geopend
gesloten
lussen
AAN: Een alarm activeert het belsignaal.
UIT: Stil alarm.
AAN: Het belsignaal is constant wanneer de zone een alarm afgeeft.
UIT: Het belsignaal geeft een pulserende toon wanneer de zone een alarm afgeeft.
AAN: Het bediendeel geeft een belsignaal wanneer de zone wordt geopend en wanneer deze wordt beveiligd.
UIT: De zone geeft geen belsignaal via het bediendeel.
AAN: De zone kan handmatig worden overbrugd.
UIT: De zone kan niet worden overbrugd.
AAN: De gebruiker kan het systeem inschakelen terwijl een zone is geschonden. Bij alle zonetypen, inclusief de zones
waarvoor dit kenmerk is ingeschakeld, wordt de inschakeling geannuleerd als de zone aan het einde van de settletijd wordt
geschonden. De enige uitzondering hierop is wanneer het systeem is ingesteld op Aanwezig inschakelen of Nachtstand
Inschakelen. Bij Aanwezig/afwezig-zones (typen 05, 06 en 32) of nachtzones wordt de inschakeling geannuleerd als de zone
geschonden blijft. Wanneer de zone een alarm afgeeft voor het aantal keren dat is geprogrammeerd in de teller van "Swinger"
uitschakelen (zie sectie [377]), wordt deze uitgeschakeld zonder dat er verzendingen naar de meldkamer worden verstuurd.
UIT: Het systeem kan niet worden ingeschakeld wanneer een zone is geschonden.
AAN: Wanneer de zone een alarm afgeeft voor het aantal keren dat is geprogrammeerd in de teller van "Swinger"
uitschakelen (zie sectie [377]), wordt deze uitgeschakeld zonder dat er meldingen naar het de meldkamer worden verstuurd.
Het belsignaal volgt op "Swinger" uitschakelen, mits geprogrammeerd.
UIT: "Swinger" uitschakelen is uitgeschakeld. Alle alarmen worden verzonden en houden zich niet aan de teller van
"Swinger" uitschakelen.
AAN: De rapportering van zonealarmen wordt vertraagd gedurende de tijd die is geprogrammeerd in sectie [377], nadat de
zone alarm slaat. Als er binnen deze tijd een geldige toeloopcode wordt ingevoerd, wordt er geen alarmsignaal verzonden.
UIT: Wanneer er alarm wordt geslagen, wordt de rapportagecode direct verzonden.
AAN: De zone is ingeschakeld voor de Cross-zonefunctie.
UIT: De zone is niet ingeschakeld voor de Cross-zonefunctie.
Is van toepassing op de tweeweggeluidsbevestigingsmodule (PC5950)
AAN: De zone start een tweeweggeluidsbevestigingssessie met de meldkamer.*Informeer bij de meldkamer of deze optie
wordt ondersteunt..
UIT: De zone start geen tweeweggeluidsbevestigingssessie.
AAN: De zone volgt de Normaal gesloten (NC) lusconfiguratie.
UIT: De zone volgt de NC-lusconfiguratie NIET.
Beschrijving
5-34