Inhoudsopgave
Advertenties
PC9155 Draadloos alarmsysteem
Proximity-tags registreren
Als deze functie beschikbaar is op het bediendeel in het menu [][5], kunt u een key fob toewijzen aan een toeloopcode nadat deze code is inge-
voerd. Het bediendeel vraagt u de tag te gebruiken om deze te registreren tijdens de toewijzing van de gebruikerstoeloopcode.
i
Wanneer u de registratie van een key fob ongedaan wilt maken, moet de gebruikerscode worden verwijderd. Wilt u de gebruikerscode
behouden, dan moet u deze opnieuw invoeren.
2.4 Algemene plaatsingstest draadloze componenten
Voer de plaatsingstest voor draadloze componenten alleen uit op bediendeel, sirene's en sensoren uit.
• Deze test is NIET vereist voor draadloze afstandsbedieningen of nooddrukkers. Controleer of nooddrukkers en afstandsbedieningen bin-
nen het gewenste werkgebied functioneren door het systeem in en uit te schakelen.
• Test elk component meerdere keren om er zeker van te zijn dat de plaatsing juist is.
• Als het testresultaat van een component SLECHT is, verplaatst u het component en test u opnieuw. Kleine verplaatsingen kunnen leiden
tot grote verschillen in signaalsterkte en bereik van het draadloze component.
Plaatsingstest draadloze ontvanger
De PC9155 biedt een plaatsingstest voor draadloze ontvangers die aangeeft of er externe storingen zijn in de buurt van het alarmpaneel. Deze test
wordt automatisch geactiveerd wanneer u naar de plaatsingstestmodus gaat [904], [905] of [906]). Ga na of de gele LED op het paneel is uitge-
schakeld (op UIT staat) voordat er een draadloos apparaat wordt getest. Dit geeft aan dat het paneel zich op een locatie bevindt met een lage stor-
ing. Als de gele LED is ingeschakeld (op ON staat), zijn de storingsniveaus hoog en moet het paneel worden verplaatst.
Plaatsingstest draadloze zone
1.
Wanneer u een plaatsingstest wilt uitvoeren voor een zone, drukt u op [][8][XXXX][904]. [XXXX] staat voor de installateurcode. Het
LCD-scherm geeft het volgende weer: "Activeer Comp. < > voor Test."
2.
Wanneer u een plaatsingstest wilt uitvoeren op een afzonderlijke zone, typt u het 2-cijferige zonenummer (01 t/m 32). U voert een algemene
plaatsingstest op een zone uit door [00] in te voeren. In deze modus wordt op alle draadloze zones, bediendelen en sirenes tegelijkertijd een
plaatsingstest uitgevoerd. Wanneer u op een zone een aparte plaatsingstest wilt uitvoeren, sluit u de algemene plaatsingstest af door op [#] te
drukken en start u een nieuwe plaatsingstest.
3.
Plaats het draadloze component op de locatie waar het zal worden bevestigd.
4.
Activeer het component zoals beschreven op het bijbehorende installatieblad.
• Als het alarmsysteem een STERK signaal ontvangt, laat het de bel eenmaal klinken en verschijnt het bericht Locatie is goed op het LCD-
scherm.
• Ontvangt het alarmsysteem een ZWAK signaal ontvangt, dan laat het de bel driemaal klinken en verschijnt het bericht Locatie is slecht op
het LCD-scherm.
• Als het alarmsysteem geen reactie ontvangt, verplaatst u het draadloze component en herhaalt u de test.
• Herhaal stap 2-3 voor elk apparaat waarop u een aparte test wilt uitvoeren.
5.
Wanneer de plaatsing is voltooid, drukt u op [#] om Installateurprogrammering te verlaten.
i
Draadloze tweewegafstandsbedieningen worden geactiveerd door op een willekeurige toets te drukken.
Druk tegelijkertijd op [2][3] om een draadloze afstandsbediening gedurende 2 minuten te kunnen registeren.
2.5 Aparte plaatsingstests voor draadloze apparaten voor sirenes en bediendelen
Om het alarmsysteem voor te vormen Individueel plaatsingstest draadloze componenten, de optie [8] in sectie [804] [900] moet worden uitgezet.
Voer een 2-cijferig zonenummer, toetsenbordnummer of sirenenummer in, afhankelijk van de plaatsingstestsectie die is geopend.
Plaatsing draadloze componenten
Doe als volgt om afzonderlijke bediendelen of sirenes te testen:
1.
Plaatsingstest draadloze componenten openen:
[][8][XXXX][905] - voor draadloze bediendeel
[][8][XXXX][906] - voor draadloze sirens
OPMERKING:[XXXX] geeft de nieuwe installateurscode aan die is geprogrammeerd in Installateurprogrammering om de standaard instal-
lateurscode 5555 te vervangen.
2.
Typ 1 t/m 4 voor bediendeel/sirene 1-4 of scroll naar het gewenste apparaat en druk op [*] om de afzonderlijke plaatsingstest te starten.
3.
Plaats het draadloze component op de locatie waar het zal worden bevestigd.
4.
Activeer het component zoals beschreven op het bijbehorende installatieblad.
• Als het alarmsysteem een STERK signaal ontvangt, laat het de bel eenmaal klinken en verschijnt het bericht Locatie is goed op het LCD-
scherm.
• Ontvangt het alarmsysteem een ZWAK signaal ontvangt, dan laat het de bel driemaal klinken en verschijnt het bericht Locatie is slecht op
het LCD-scherm.
• Als het alarmsysteem geen reactie ontvangt, verplaatst u het draadloze component en herhaalt u de test.
5.
Herhaal stap 3 voor alle componenten.
6.
Wanneer de plaatsing is voltooid, drukt u op [#][#][#] om Installateurprogrammering te verlaten.
2-6
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
