A WAARSCHUWING
Laat de motor NOOIT draaien in een
gesloten ruimte of als er onvoldoende
verluchting is en voorkom accumulatie
van uitlaatgassen in kleine ruimten. Moto-
ruitlaatgassen bevatten koolmonoxide,
dat bij inademing tot ernstige hersenbe-
schadiging of de dood kan leiden.
Bescherm uw buitenboordmotor tegen schade-
lijke weersinvloeden. Motorproblemen die hier-
door ontstaan vallen niet onder uw garantie.
MEDEDELING
peraturen en vochtigheid tijdens de bewa-
ring kunnen corrosie van de inwendige
motorcomponenten veroorzaken.
De winterberging bereidt uw buitenboordmo-
tor voor op langdurige bewaring tijdens het
winterseizoen.
Tijdens
wordt de motor doorgesmeerd en worden de
inwendige motorcomponenten bedekt met
een extra laagje olie. Raadpleeg Langdurig
(winterberging) op pagina 62.
Stabiliseer de brandstofvoorraad. Brand-
stof die in uw brandstoftank achterblijft oxi-
deert, waardoor het octaangetal daalt en er
aanslag in het brandstofsysteem ontstaat.
Gebruik Evinrude/Johnson 2+4 Fuel Conditio-
ner om gomvorming en aanslag in de onderde-
len van het brandstofsysteem te voorkomen.
Raadpleeg Handeling op pagina 25.
A WAARSCHUWING
Raak de bewegende motoronderdelen
niet aan, om verwondingen te voorko-
men. Voor u de buitenboordmotor start:
• Naar VRIJLOOP schakelen.
• Houd uw handen, kleding en haar uit de
buurt van het motorblok.
• Verwijder de schroef.
BEWARING
Schommelende
de
winterberging
A WAARSCHUWING
Als uw motor is uitgerust met een brand-
stofslang met snelkoppeling, MOET u de
brandstofslang
motor en de brandstoftank om brandstof-
lekken te voorkomen:
• Wanneer de motor NIET wordt ge-
bruikt
• Wanneer de motor wordt getrans-
porteerd
• Wanneer de motor wordt opgebor-
gen
tem-
Het is mogelijk dat er een kleine hoeveel-
heid olie vrijkomt wanneer de brandstof-
aansluiting wordt losgekoppeld.
Bewaar brandstoftanks op een goed ver-
luchte plaats en bescherm ze tegen hitte-
bronnen en open vuur.
Voorkom dat er vloeistof of dampen vrijko-
men die per ongeluk kunnen ontbranden.
Sluit (waar aanwezig) de ventilatie-
schroef van de brandstoftankdop.
Zorg ervoor dat er geen brandstof lekt uit
losgekoppelde brandstofslangen.
Als de buitenboordmotor liggend wordt ge-
transporteerd of bewaard, moet de lucht uit
het oliesysteem worden verwijderd, voordat
de buitenboordmotor opnieuw in gebruik
wordt genomen. Raadpleeg Het oliesysteem
vullen op pagina 21.
KORTE BEWARING
(TUSSEN ELK GEBRUIK)
Als u de buitenboordmotor moet tilten om
hem uit het water te halen, laat hem dan zak-
ken en laat het koelsysteem helemaal leeglo-
pen zodra hij uit het water komt. Bewaar de
buitenboordmotor tussen gebruiksperiodes in
in een verticale stand.
loskoppelen
van
de
61