Varen met uw Evinrude E-TEC Buitenboordmotor
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
MEDEDELING
motor niet draaien - zelfs niet om even te
starten - zonder watertoevoer. Raadpleeg
Doorspoelen op pagina 58.
Wanneer de buitenboordmotor draait, moeten
de waterinlaten zich constant helemaal onder
water bevinden en niet verstopt zijn. Houd u
aan de juiste spiegelhoogte en motorhoek.
Als de buitenboordmotor draait, moet er een
constante waterstraal uit de waterpompcon-
troleslang van de buitenboordmotor komen.
Controleer de slang geregeld, vooral wanneer
u vaart in water met veel wier, modder of afval
en bij extreme trimhoeken.
2
1. Waterinlaatzeven
2. Waterpompindicator
Als de motor oververhit raakt, laat het motor-
bewakingssysteem een alarmsignaal horen
en gaat het "WATER TEMP"- of "HOT"-lamp-
je branden. Ook zal de S.A.F.E. (Speed Ad-
justing
Failsafe
toerental van de motor onmiddellijk beperken
tot 1200 tpm. Als de motor sneller draaide dan
1.200 tpm wanneer de S.A.F.E.-modus werd
geactiveerd, zal hij voelbaar schokken. Het
beschermingssysteem moet worden GERE-
SET voordat de motor weer werkt op toeren-
tallen van meer dan 1.200 tpm. In bepaalde
omstandigheden zal de EMM de motor uit-
schakelen.
48
Laat uw buitenboord-
1
008469
Electronics)-modus
Om het systeem te RESETTEN:
• De motor moet worden afgezet en de koel-
temperatuur hersteld.
ALS de S.A.F.E.-modus wordt geactiveerd en
de waterstraal uit de waterpompcontroleslang
stagneert of niet constant loopt, neem dan
gas terug tot stationair en:
1) Schakel naar VRIJLOOP.
2) ZET de motor AF.
3) Kantel de buitenboordmotor omhoog.
4) Maak de inlaatzeven schoon.
5) Reinig de waterpomp-controleslang.
6) Laat de buitenboordmotor zakken.
7) Start de motor opnieuw en laat hem statio-
nair draaien.
ALS er na de reiniging van de zeven en con-
troleslang nog steeds geen ononderbroken
waterstraal uit de waterpompcontroleslang
komt, werkt de motor alleen in de "terugkeer"-
modus. Keer onmiddellijk terug naar de ha-
ven. Raadpleeg uw dealer.
ALS de controleslang na het reinigen van de
zeven en de slang wel een constante water-
straal loost, kunt u proberen de motor twee
minuten lang in VRIJLOOP te laten draaien,
zodat hij kan afkoelen en het lampje uitgaat.
BELANGRIJK: Als de koeling niet wordt her-
steld, zal de EMM een progressieve overver-
hitting vaststellen en de motor uitschakelen.
Het "WATER TEMP" of "HOT"-lampje zal
gaan knipperen. De motor kan niet opnieuw
worden gestart voordat hij voldoende is afge-
koeld.
Neem na een uitschakeling van de motor door
oververhitting contact op met uw dealer voor:
het
• Inspectie van de waterpomp op ernstige slij-
tage of beschadiging.
• Controle van de thermostaten.
MEDEDELING
modus motorbeschadiging kan helpen
voorkomen, garandeert hij niet dat u uw
motor onbeperkt kunt blijven gebruiken
zonder beschadiging.
Hoewel
de
S.A.F.E.-