INSPECTIE VOOR HET VERTREK
Voer altijd de inspectie voor het vertrek uit voordat u de boot gaat gebruiken. Contro-
leer of de belangrijke bedieningselementen, veiligheidsvoorzieningen en mechani-
sche onderdelen goed werken. Los eventuele problemen op VOORDAT u uitvaart.
Controleer of alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsuitrusting aan boord is.
De motor(en) moet(en) uitgeschakeld zijn en het bindsnoer moet altijd uit de
motoruitschakelaar genomen zijn alvorens het volgende wordt gecontroleerd. Start
de motor(en) pas nadat alle onderdelen zijn nagekeken en correct werken.
ONDERDEEL
Romp
Schroef
Koelsysteem
Veiligheidsuitrusting
Oliepeil
Ruim
Accu
Brandstofpeil
Navigatielichten
Stuursysteem
Bootsystemen (claxon, pompen,
radio)
Bindsnoer van de motoruitschake-
laar
Gebruikershandleiding
Motorstartschakelaar (stuurarm)
Motorstopschakelaar (stuurarm)
Contactslot (afstandsbediening)
Motoruitschakelaar/bindsnoer
Schakelen en gas
Koelsysteem
A WAARSCHUWING
A WAARSCHUWING
Inspecteren.
Toestand van de propeller inspecteren. Bescha-
digde propeller repareren of vervangen.
Waterinlaatzeven inspecteren.
Controleren of alle veiligheidsuitrusting aan boord is.
Controleren. Desgevallend bijvullen.
Laten leeglopen. Controleren of de aftapplug(gen)
goed is (zijn) geplaatst.
Controleren of de accuaansluitingen schoon,
strak en geïsoleerd zijn. Controleren of de accu/
accudoos goed vastzit.
Controleren. Desgevallend bijvullen.
Werking controleren.
Werking controleren.
Werking controleren.
Toestand inspecteren. Bindsnoer aansluiten
op het contactslot (afstandsbediening) of de
motoruitschakelaar (stuurarm).
Controleer of deze gebruikershandleiding aan
boord en makkelijk bereikbaar is.
Werking testen.
Werking testen.
Werking testen.
Werking testen. Bindsnoer opnieuw aansluiten op
het contactslot (afstandsbediening) of de mo-
toruitschakelaar (stuurarm).
Werking controleren.
Werking controleren (waterpompcontroleslang).
WERKING
53