3.
Pas de grootte van het zoomkader aan om de
zoomverhouding te kiezen.
Druk op de knop INFO en gebruik de
de voorste of achterste regelaar om de grootte van het
zoomkader aan te passen.
Druk op de OK-knop om te accepteren en te sluiten.
4.
Druk nog een keer op de knop waaraan [
De camera zoomt in op het geselecteerde deel om het
scherm te vullen.
Gebruik de voorste of achterste regelaar om in of uit te
zoomen.
Gebruik de knoppen
bladeren.
In opnamemodus
het zoomen op de INFO-knop drukken om een diafragma of
de sluitertijd te kiezen.
Druk op
8
Druk op de OK-knop om focuszoom te beëindigen.
U kunt focuszoom ook beëindigen door de
5.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen met autofocus.
Focuszoom heeft alleen effect op het display. De met de camera gemaakte foto's worden niet
C
beïnvloed.
Aanraakbedieningen kunnen worden gebruikt voor focuszoom.
B
aanraakscherm te bedienen' (Blz. 47)
U kunt het deel in het zoomkader helderder maken om eenvoudiger scherp te stellen. Ook kunt u
B
de camera configureren om focuszoom te sluiten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Aangepast menu
g
C
FGHI
M
(handmatig) of
-knop om terug te keren naar het zoomkader.
> [LV Close Up-inst.] (Blz. 289)
j
-knoppen of
FG
] is toegewezen.
8
om door het scherm te
B
(bulb) kunt u tijdens
-knop ingedrukt te houden.
8
99
3
3
x
x
10
x
250 F5.6
Belichtingsaanpassingsweergave
M
voor de
'Opnames maken door het
g
Zoomkader-AF/Zoom-AF (Super Spot AF)
B
- en
-modi