Aangepaste modi gebruiken (
Als u alle opgeslagen instellingen, inclusief de opnamemodus wilt oproepen:
Instellingen oproepen met de functieknop
1.
Draai de functieknop naar
De camera zal de instellingen ophalen voor [Aangepaste modus C] die eerder
werden opgeslagen via
Opnamemenu 1 (Blz.
2.
Maak foto's.
Standaard worden wijzigingen aangebracht na terugroepen niet toegepast op de opgeslagen
instellingen. De opgeslagen instellingen worden weer hersteld als u de aangepaste modus
selecteert met de functieregelaar.
Als [Vasthouden] is geselecteerd voor [Instell. aangep. mod. opslaan], worden aangepaste modi
automatisch bijgewerkt om eventuele wijzigingen in instellingen weer te geven terwijl de modus is
geselecteerd tijdens het fotograferen. De wijzigingen blijven opgeslagen in de aangepaste modus,
zelfs nadat de functieregelaar naar een andere instelling is gedraaid. Aangepaste modi kunnen op
vrijwel dezelfde manier worden gebruikt als de modi
Opgeslagen instellingen oproepen
AUTO
In andere modi dan
modi [Aangepaste modus C] tot en met [Aangepaste modus C4] zijn opgeslagen, oproepen maar
niet de opnamemodus. De opnamemodus blijft de modus die momenteel geselecteerd is met de
functieregelaar.
Wanneer u instellingen oproept met de functieknop op
inclusief de opnamemodus, hersteld.
1.
Druk op de MENU-knop om de menu's te openen.
C
.
[Resetten/aangep. modi] > [Toewijzen aan aangep. mod.] in
79).
SCN
ART
,
,
, en
n
C
)
P
A
S
M
,
,
,
en
, kunt u de instellingen die in aangepaste
C
, worden alle opgeslagen instellingen,
Aangepast Instellingen opslaan op de
81
modusregelaar (
B
.
C
Aangepaste modus)