4.
Pas de flitsinstellingen aan.
Markeer items met de
instellingen te kiezen.
1
A Mode
2
3
P
Groeperen
Ondersteunde
flitsregelingsmodi
Flitscompensatie
Optische
signaalsterkte
Flitsmodus/
flitsniveau
Kanaal
5.
Stel de flitser die op de camera is bevestigd in op [TTL AUTO].
Instellingen voor de flitsregeling voor de FL-LM3 kunnen alleen worden aangepast met
behulp van de camera.
-knoppen en draai aan de voorste draaiknop om de
FGHI
TTL
+5.0
Manual
1/8
Low
Off
–
Ch
1
TTL
+3.0
250 F5.6
Kies een groep. Veranderingen aan instellingen zijn van toepassing op
alle flitsers in de geselecteerde groep. Kies
passen voor de flitser die op de camera is bevestigd.
Kies een flitsmodus.
Pas de flitsintensiteit aan. Wanneer MANUAL is geselecteerd voor
flitsmodus, kunt u een waarde kiezen voor handmatige flitsintensiteit.
Kies de helderheid van de optische bedieningssignalen die door de
flitsers worden uitgezonden. Kies [HI] als u flitsers dichtbij de maximale
afstand tot de camera hebt geplaatst. Deze instelling is van toepassing op
alle groepen.
Kies
(standaard) of FP (super FP). Kies super FP voor sluitersnelheden
A
die sneller zijn dan de synchronisatiesnelheid van de flits. Deze instelling
is van toepassing op alle groepen.
Kies het kanaal dat wordt gebruikt door de flitsregeling. Verander het
kanaal als u vindt dat andere lichtbronnen in de omgeving storen met de
flitsregeling op afstand.
Ondersteunde flitsregelingsmodi
1
4
Groeperen
2
Flitscompensatie
3
5
Flitsmodus
4
6
Optische signaalsterkte
5
Kanaal
6
1:02:03
1023
447
om instellingen aan te
8
Optionele accessoires