4.
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens overlappen met de
voorgaande foto.
ISO-A
200
250 F5.6
Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (
Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd
C
gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar
binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in de
beelden als leidraad.
5.
Druk na de laatste opname OK om de reeks te beëindigen.
[ 2 ]
1023
) weergegeven.
c
Sluiten
74
Opnames in scènemodus (
[ 3 ]
Sluiten
SCN
-modus)