Inhoudsopgave
Advertenties
Finetuning Autofocus (AF-focusaanp.)
MENU
Q C Q c Q
Fasedetectie autofocus fijn afstellen. U kunt de scherpstelling fijn instellen tot maximaal ±20 stappen.
Normaal gesproken hoeft u de autofocus niet met dit onderdeel fijn af te stellen. Door het gebruik
C
van fine-tuning focus kan het normale scherpstellen van de camera worden verhinderd.
Het fijnafstellen van scherpstellen heeft geen effect in de modi [S‑AF] en [S‑AF
C
Dit onderdeel is bedoeld voor fotografie.
C
Uit
Fijn afstellen uitgeschakeld.
Stnd. data
Fijn afstellen van de scherpstelling voor alle lenzen.
Sla de waarden voor fijnafstelling op per lens. De camera kan waarden voor
fijnafstelling opslaan voor maximaal 20 lenzen. U kunt de scherpstelling voor
Lensdata
individuele lenzen fijn afstellen in specifieke gedeelte van het kader. Voor zoomlenzen
kunt u aparte waarden opslaan voor lange en voor korte brandpuntsafstanden.
1.
Markeer [AF-focusaanp.] in
op de knop
I
2.
Markeer [Std. data] of [Lensdata] en druk op de knop
Als u [Std. data] hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 5.
U kunt fijnafstellen uitschakelen door [Uit] te markeren en op de knop OK te drukken.
Aangepast menu
C
.
[AF-focusaanp.]
en druk
c
I
323
J
A3. AF/MF
AF-doelgebied
A1
1
A2
AF-beperker
2
A3
A3
AF hulpverl.
A4
Gezichtsprio.
B
AF-focusaanp.
C1
C2
D1
Terug
.
A3. AF/MF
AF-doelgebied
A1
1
A2
AF-beperker
2
A3
A3
AF hulpverl.
A4
Gezichtsprio.
B
AF-focusaanp.
C1
C2
D1
Terug
Finetuning Autofocus (AF-focusaanp.)
].
Uit
Uit
On
Uit
Uit
Inst.
Uit
Uit
On
Uit
Uit
Uit
Std. data
Lensdata
Inst.
Advertenties
Inhoudsopgave
