Het diafragma en de sluitertijd instellen (
Handmatige belichting)
In deze modus kiest u zelf het diafragma en de sluitertijd. U kunt de instellingen aanpassen aan uw
eigen voorkeuren, bijvoorbeeld door het combineren van korte sluitertijden met kleine diafragma's
(hoge f/-getallen) voor een grotere scherptediepte.
1.
Draai de functieknop naar
2.
Stel diafragma en sluitertijd in.
Gebruik de voorste en achterste draaiknoppen om de volgende instellingen aan te passen.
Voorste draaiknop: Diafragma
Achterste draaiknop: Sluitertijd
U kunt de sluitertijd instellen op waarden tussen 1/8000 en 60 s.
Sluitertijden tot 1/32000 s zijn beschikbaar in de stille modus.
sluitergeluid (Stil
Het display geeft het verschil weer tussen de belichting
die met het geselecteerde diafragma en de geselecteerde
sluitertijd wordt bereikt, en de optimale belichting zoals
door de camera wordt gemeten. Het display knippert als het
verschil groter wordt dan ±3 EV.
Als [AUTO] is geselecteerd voor [
aangepast voor een optimale belichting bij de gekozen belichtingsinstellingen. [
is standaard ingesteld op [AUTO].
3.
Maak foto's.
M
.
)' (Blz. 109)
I
ISO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch
K
g
'De ISO-gevoeligheid wijzigen (ISO)' (Blz. 100)
Het diafragma en de sluitertijd instellen (
57
M
'Opnemen zonder
g
ISO-A
200
M
250 F5.6 -2.0
1
Verschil ten opzichte van
1
optimale belichting
K
Handmatige belichting)
:
S-IS AUTO
S-IS AUTO
YF
YF
YF
YF
4K
30 p
30 p
1:02:03
1023
ISO]
M
: