De ISO-gevoeligheid wijzigen (ISO)
Selecteer een waarde in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp. Als u hogere
waarden instelt, kunt u donkerdere scènes fotograferen, maar ontstaat er tevens meer 'ruis' (vlekken).
Selecteer [AUTO] zodat de camera de gevoeligheid automatisch instelt in overeenstemming met de
lichtomstandigheden.
ISO-gevoeligheid is vastgesteld op [AUTO] tijdens filmopname wanneer [P], [A] of [S] is
geselecteerd voor [
andere opties worden geselecteerd.
1.
Druk op de knop ISO en draai aan de voorste of achterste regelaar om een waarde te
selecteren.
AUTO
L64, L100, 200– 25600
(stillevenfoto's)
200–6400
(filmopname)
Het combineren van [
C
een elektronische sluiter gebruiken (bijvoorbeeld stille modus of focus-bracketing), stelt de
synchronisatiesnelheid van de flits in op 1/20 s.
Modus] (filmbelichtingsmodus). Als u [
n
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast in
overeenstemming met de opname-omstandigheden.
Gebruik
[
om de maximale gevoeligheid te kiezen die door de camera
is geselecteerd en de sluitertijd waarmee de automatische
gevoeligheidsregeling van kracht wordt tijdens het fotograferen.
Tijdens filmopname wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op
waarden van ISO 200 tot 6400. U kunt ook maximale en
standaardwaarden kiezen voor ISO-gevoeligheid.
Kies een waarde voor ISO-gevoeligheid. ISO 200 biedt een goede
balans tussen ruis en dynamisch bereik. Kies [L100] of [L64] voor
grotere diafragma's (hogere f-getallen) of langere sluitertijden.
[L64] staat gelijk aan ISO 64, [L100] aan ISO 100.
[L64] en [L100] zijn beschikbaar bij alle belichtingswaarden.
[L64] en [L100] verlagen het dynamische bereik.
Kies een waarde voor [
balans tussen ruis en dynamisch bereik. Deze optie is
beschikbaar wanneer [M] is geselecteerd voor [
(filmbelichtingsmodus).
ISO]-waarden die hoger liggen dan ISO 8000 voor instellingen die
K
ISO-Auto Set] in
K
ISO]. ISO 200 biedt een goede
n
100
Modus] instelt op [M], kunnen
n
Aangepast menu
C
Modus]
n
De ISO-gevoeligheid wijzigen (ISO)
(Blz. 293)
m