Rol
MF (AF/MF-schakelaar)
RAW
(RAW-kwaliteit)
X
(Alleen
)
K
Testfoto (
TEST)
K
(Alleen
)
K
Aangepaste modus C–
Aangepaste modus C4 (
C4
–
)
(Alleen
)
K
Wissel tussen AF en MF. Druk eenmaal in om MF te selecteren
en nogmaals om terug te keren naar de vorige modus. De
scherpstelmodus kan ook worden geselecteerd door de knop
ingedrukt te houden en aan de regelaar te draaien.
Deze optie werkt niet tijdens het fotograferen als [modus2] is
geselecteerd voor
Ook heeft hij geen effect tijdens filmopnamen wanneer [modus2]
is geselecteerd voor
hendelfunctie] in het
Wissel tussen RAW + JPEG- en JPEG-instellingen [
het bedieningselement in om te wisselen van RAW of JPEG naar
RAW + JPEG of van RAW + JPEG naar JPEG. U kunt ook een
beeldkwaliteitsinstelling kiezen door de knop ingedrukt te houden
en aan een regelaar te draaien.
Een testopname maken. U kunt de effecten van de geselecteerde
instellingen bekijken in een foto. Als u het bedieningselement
ingedrukt houdt terwijl u op de ontspanknop drukt, kunt u de
resultaten bekijken maar wordt de foto niet opgeslagen op de
geheugenkaart.
Roep de instellingen op voor de geselecteerde aangepaste modus.
Druk één keer op het bedieningselement om de opgeslagen
C
instellingen op te roepen (
de instellingen die eerder van kracht waren te herstellen. Het
bedieningselement blijft deze functie uitoefenen wanneer een
aangepaste modus is geselecteerd met de modusregelaar.
Functie
[
Fn hendelfunctie] (Blz.
K
[
Knop/Schakelaar/Hendel] > [
n
Video-menu (Blz.
n
Blz.
79), en druk nog een keer om
175
Functies aan knoppen toewijzen (Knopfuncties)
331).
Fn
n
240).
]. Druk
KX