Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Markeer [Lensdataset creëren] en druk op de knop OK.
U wordt gevraagd om het gebied in het kader aan te geven, waarvoor u de scherpstelling fijn
wilt afstellen.
4.
Gebruik de
FGHI
te kiezen en druk vervolgens op de OK-knop.
Bij zoomlenzen kunt op de knop INFO drukken om te kiezen tussen lange (telefoto) en korte
(groothoek) brandpuntsafstanden.
5.
Kies een waarde voor fijnafstelling met de
De geselecteerde waarde wordt opgeslagen. Als u [Standaarddata] kiest, worden de opties
van stap 2 weergegeven.
Als u [Lensdata] kiest, wordt het dialoogvenster van stap 3 weergegeven. In het display
wordt de naam van de lens weergegeven, waarvoor de waarde voor fijninstelling is
opgeslagen.
Draai de voorste draaiknop om in te zoomen en de scherpstelling te controleren.
Druk op de ontspanknop, voordat u op de OK-knop drukt, om een testopname te maken en
de scherpstelling te controleren.
Druk op de
I
waarde voor fijnafstelling op te slaan.
6.
Als u de scherpstelling voor dezelfde lens fijn wilt afstellen
voor een ander gebied in het kader, markeert u de lensnaam
met de
-knoppen en drukt u op de
FG
Herhaal het proces vanaf stap 4.
-knoppen om een gebied van het kader
-knop en herhaal het proces vanaf stap 4 om voor de huidige lens een andere
-knoppen en druk op de OK-knop.
FG
-knop.
I
324
Finetuning Autofocus (AF-focusaanp.)
Datalijst
Lensdataset creëren
Terug
50-200 F2.8-3.5 (S/N xxxxxxxxx)
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±00
±0
±00
±0
±00
±0
±00
±0
Tele
Terug
Wide
Datalijst
Lensdataset creëren
1 50-200 F2.8-3.5
Terug
Inst.
±00
±00
±0
±0
±00
±00
±0
±0
±00
±00
Inst.
Inst.
Advertenties
Inhoudsopgave
