Rol
Functie
Druk één keer op het bedieningselement om [Uit] te selecteren voor
[Beeldstab.], en druk nogmaals om beeldstabilisatie in te schakelen
IS Mode (IS)
(
Blz.
137). Houd het bedieningselement ingedrukt en draai aan de
voorste of achterste regelaar om naar de opties voor [Beeldstab.] te
gaan.
Druk één keer op het bedieningselement om de flikkeringdetectie
ion te schakelen (
Blz.
354,
Blz.
247). U kunt de sluitertijd aanpassen
voor de beste resultaten terwijl u de kleurenbanden in het display
Flikkeringdetectie
bekijkt. Druk nogmaals op de knop om opname-informatie weer
(
)
o
te geven en toegang te krijgen tot andere instellingen. Houd
het bedieningselement ingedrukt om [Uit] te selecteren voor
[Flikkeringdetectie].
Druk één keer op het bedieningselement om [Opn. mkn in live
Opname maken in live ND
ND] in te schakelen (
Blz.
219), en druk nogmaals om de functie uit
(
)
O
te schakelen. Houd de knop ingedrukt en draai aan de voorste of
(Alleen
)
K
achterste regelaar om een instelling voor [ND-nummer] te kiezen.
Selecteer het gezicht dat wordt gebruikt voor de focus wanneer
de camera meerdere portretonderwerpen detecteert. Druk op het
bedieningselement om het gezicht te selecteren dat zich het
dichtst bij het huidige AF-doel bevindt. Als
(alle doelen) is
q
Gezichtsselectie (
)
geselecteerd voor de AF-doelmodus, selecteert u in plaats daarvan
Q
I
het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van het beeld bevindt.
Om een ander gezicht te kiezen, houdt u de knop ingedrukt en
draait u aan de voorste of achterste regelaar.
Deze optie kan ook worden gebruikt tijdens filmopname.
Als u op de knop drukt wanneer een andere optie dan
[Gezichtsprio. Uit] voor
[
Gezichtsprioriteit] (Blz. 129)
I
is geselecteerd, wordt [Gezichtsprio. Uit] geselecteerd; druk
nogmaals op de knop om de vorige instelling te herstellen.
Gezichtsprioriteit (
)
I
I
Om de optie te wijzigen die wordt weergegeven in het menu
[
Gezichtsprioriteit], houdt u de knop ingedrukt en draait u aan
I
de voorste of achterste draaiknop.
179
Functies aan knoppen toewijzen (Knopfuncties)