C-AF-trackinggevoeligheid (
gevoeligheid)
MENU
Q C Q a Q
Kies hoe snel de camera reageert op wijzigingen in de afstand tot het onderwerp tijdens het
scherpstellen wanneer [C‑AF], [C‑AF
modus]. Dit kan autofocus helpen bij het volgen van een snelbewegend onderwerp of voorkomen dat
de camera opnieuw scherp stelt wanneer een voorwerp tussen het onderwerp en de camera beweegt.
Kies uit vijf niveaus van trackinggevoeligheid.
Hoe hoger de waarde, hoe groter de gevoeligheid. Kies positieve waarden voor onderwerpen
die plotseling binnen het kader komen, die snel van de camera af bewegen, of die van snelheid
veranderen of plotseling stoppen terwijl ze naar de camera toe of van de camera af bewegen.
Hoe lager de waarde, hoe lager de gevoeligheid. Kies negatieve waarden om te voorkomen dat
de camera opnieuw gaat scherpstellen als het onderwerp kort wordt verborgen door andere
voorwerpen, of om te voorkomen dat de camera op de achtergrond gaat scherpstellen als u het
onderwerp niet in het AF-doel kunt houden.
1.
Selecteer [
K
en druk op de knop OK.
2.
Markeer een waarde met behulp van de
3.
Druk op de OK-knop.
Aangepast menu
C
4.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
], [C‑AF+TR] of [C‑AF+TR
J
C-AF gevoeligheid] in
zal worden weergegeven.
a
K
[
C-AF gevoeligheid]
K
Aangepast menu
C
-knoppen.
FG
312
C-AF-
] is geselecteerd voor [
J
A1. AF/MF
a
K AF-modus
A1
A1
1
K AF + MF
A2
2
A3
K AEL/AFL
A4
AF-scanner
B
K C-AF-gevoeligheid
C1
K C-AF Centrum
C2
D1
K C-AF Centrum als prior.
Terug
A1. AF/MF
K AF-modus
A1
A1
1
K AF + MF
A2
2
A3
K AEL/AFL
A4
AF-scanner
B
K C-AF-gevoeligheid
C1
K C-AF Centrum
C2
D1
K C-AF Centrum als prior.
Terug
C-AF-trackinggevoeligheid (
AF-
K
S-AF
Uit
S3/C4/M3/F3
mode2
± 0
Inst.
S-AF
Hoog
Uit
+2
S3/C4/M3/F3
+1
±0
mode2
0
-1
± 0
-2
Laag
Inst.
C-AF-
K
gevoeligheid)