Download Print deze pagina

Dell Precision Workstation M65 Gebruikshandleiding pagina 71

Advertenties

Het beheerderwachtwoord heeft ten doel om systeembeheerders of onderhoudstechnici toegang te geven tot computers voor reparatie- of
configuratiedoeleinden. Beheerders of technici kunnen identieke beheerderwachtwoorden toewijzen aan groepen computers. Dit betekent dat u een uniek
hoofdwachtwoord kunt toewijzen.
Om beheerderwachtwoord in te stellen of wijzigen klikt u in Configuratiescherm op User Accounts (Gebruikersaccounts).
Als u een beheerderwachtwoord instelt, zal de optie Systeeminstallatie configureren beschikbaar zijn in het systeeminstallatieprogramma. De optie
Systeeminstallatie configureren stelt u om staat om de toegang tot de systeeminstallatie te beperken op dezelfde manier waarop een hoofdwachtwoord de
toegang tot de computer beperkt.
Het beheerderwachtwoord kan in plaats van het hoofdwachtwoord worden gebruikt. Elke keer dat u wordt gevraagd om het hoofdwachtwoord in te voeren,
kunt u het beheerderwachtwoord invoeren.
KENNISGEVING:
Als u het beheerderwachtwoord deactiveert, zal het hoofdwachtwoord eveneens worden gedeactiveerd.
OPMERKING:
Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
Als u het hoofdwachtwoord vergeet en geen beheerderwachtwoord hebt toegekend, of als u een hoofdwachtwoord en beheerderwachtwoord hebt
toegekend en beide wachtwoorden bent vergeten, moet u contact opnemen met de systeembeheerder of met Dell (zie
 
Een wachtwoord voor de vaste schijf gebruiken
Het wachtwoord voor de vaste schijf helpt u om de gegevens op de vaste schijf te beschermen tegen toegang door onbevoegde personen. U kunt ook een
wachtwoord instellen voor een externe vaste schijf (indien gebruikt).
Nadat u een wachtwoord voor de vaste schijf hebt ingesteld, zult u het elke keer dat u de computer vanuit de standby-modus naar de normale werkstand laat
terugkeren, het wachtwoord moeten invoeren.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf is geactiveerd, zult u elke keer dat u de computer opstart worden gevraagd om het wachtwoord in te voeren: Er zal
een bericht worden weergegeven dat om het wachtwoord voor de vaste schijf vraagt.
Om verder te kunnen gaan moet u het wachtwoord invoeren (dat uit maximaal acht tekens mag bestaan) en op <Enter> drukken.
Als u binnen 2 minuten geen wachtwoord opgeeft, zal de computer terugkeren naar zijn vorige werkstand.
Als u een verkeerd wachtwoord opgeeft, zal er een melding op het scherm verschijnen die u informeert dat het wachtwoord ongeldig is. Druk op <Enter> om
het opnieuw te proberen.
Als u drie keer een verkeerd wachtwoord opgeeft, zal de computer proberen te starten vanaf een ander opstartbaar apparaat als de optie Eerst opstarten
met in het systeem-setupprogramma zodanig is ingesteld dat het opstarten vanaf een ander apparaat mogelijk wordt gemaakt. Als de optie Eerst opstarten
met niet is ingesteld om de computer vanaf een ander apparaat op te laten starten, zal de computer terugkeren naar de werkstand waarin deze verkeerde
op het moment dat u de computer aanzette.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf, het wachtwoord voor de externe schijf en het hoofdwachtwoord identiek zijn, zal de computer u alleen naar het
hoofdwachtwoord vragen. Als het wachtwoord voor de vaste schijf verschilt van het hoofdwachtwoord zal de computer u om beide wachtwoorden vragen. Het
gebruik van twee verschillende wachtwoorden biedt een hogere mate van beveiliging.
OPMERKING:
Het beheerderwachtwoord biedt toegang tot de computer, maar zal geen toegang tot de vaste schijf bieden als er een wachtwoord voor
de vaste schijf is toegekend.
 Trusted Platform Module (TPM)
OPMERKING:
De TPM-functie biedt alleen ondersteuning voor encryptie als TPM door het besturingssysteem wordt ondersteund. Raadpleeg voor meer
informatie de documentatie voor de TPM-software en de helpbestanden die met de software werden meegeleverd.
TPM is een op hardware gebaseerde beveiligingsfunctie en kan worden gebruikt om door een computer gegenereerde encryptiesleutels te creëren en 
beheren. Indien gecombineerd met beveiligingssoftware verbetert de TPM de bestaande netwerk- en computerbeveiliging door functies zoals
bestandsbeveiliging en beveiligde e-mail te activeren. De TPM-functie wordt geactiveerd met behulp van een systeeminstellingsoptie.
KENNISGEVING:
Om uw TPM-gegevens en encryptiesleutels te beveiligen moet u de back-upprocedures volgen die worden beschreven in het gedeelte
Archive and Restore (Archiveren en herstellen) van het helpbestand van het EMBASSY Security Center. Als deze back-ups onvolledig zijn, beschadigd
raken of worden verloren, zal Dell niet in staat zijn om te assisteren bij het herstellen van versleutelde gegevens.
 
De TPM-functie activeren
 
1. U activeert de TPM-software als volgt:
a.  Start de computer opnieuw en druk tijdens de Power On Self Test op <F2> om het programma System Setup (Systeem-setup) op te roepen . 
b.  Selecteer Security (Beveiliging)® TPM Security (TMP-beveiliging) en druk op <Enter>.
c.  Selecteer in TPM Security (TPM-beveiliging) On (Aan).
d.  Druk op <Esc> om het setup-programma af te sluiten.
e.  Klik desgevraagd op Save/Exit (Opslaan/afsluiten).
 
2. Activeer het setup-programma van TPM:
Contact opnemen met
Dell).

Advertenties

loading