<Fn><Esc> Activeert een energiebeheermodus. U kunt deze toetsenbordsnelkoppeling opnieuw programmeren zodat een andere energiebeheermodus
wordt geactiveerd op het tabblad Geavanceerd in het venster Energiebeheer-instellingen (zie
<Fn><F1>
Zet de computer in de slaapstand. Hiervoor is Dell QuickSet vereist (zie Dell™ QuickSet).
Functies in combinatie met de toets met het Microsoft Windows® logo
Toets met het Windows-
Minimaliseert alle geopende vensters
logo en <m>
Toets met het Windows-
Brengt alle geminimaliseerde vensters terug naar hun normale staat. Deze toetsencombinatie kan worden gebruikt om
logo en <Shift><m>
geminimaliseerde vensters naar hun oorspronkelijke staat te herstellen na het gebruik van de toets met het Windows-logo in
combinatie met de toets <m>.
Toets met het Windows-
Voer Windows Verkenner uit
logo en <e>
Toets met het Windows-
Opent het dialoogvenster Uitvoeren
logo en <r>
Toets met het Windows-
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten
logo en <f>
Toets met het Windows-
Opent het dialoogvenster Zoekresultaten-computer (als de computer met een netwerk is verbonden)
logo en <Ctrl><f>
Toets met het Windows-
Opent het dialoogvenster Systeemeigenschappen
logo en <Pause>
Om de werking van het toetsenbord te wijzigen, zoals bijvoorbeeld de herhalingssnelheid voor tekens, opent u het Configuratiescherm, klikt u op Printers en
andere hardware en vervolgens op Toetsenbord. Raadpleeg voor informatie over het Configuratiescherm het Windows Help and Support Center (zie
Windows Help en Support
Center).
Touchpad
Het touchpad detecteert de druk en de beweging van uw vinger, zodat u de cursor op het beeldscherm kunt verplaatsen. U kunt het touchpad en de
touchpad-knoppen op dezelfde manier gebruiken als u een muis zou gebruiken.
1
touchpad
OPMERKING:
Als u de optionele vingerafdruklezer bij uw computer hebt besteld, zal deze zich tussen de knoppen van het touchpad bevinden.
Om de cursor te bewegen sleept u uw vinger zachtjes over het touchpad.
l
Om een object te selecteren tipt u het oppervlak van het touchpad zachtjes aan of drukt u met uw duim zachtjes op de linkerknop van het touchpad.
l
Om een object te verplaatsen of slepen, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan. Terwijl u het touchpad voor de tweede
l
keer aantipt, moet u uw vinger op het touchpad laten rusten en het geselecteerde object verplaatsen door uw vinger over het oppervlak te bewegen.
Om een object te dubbelklikken, plaatst u de cursor op het object en tipt u twee keer het touchpad aan of drukt u twee maal met uw duim op de
l
linkerknop van het touchpad.
U kunt ook de track stick gebruiken om de cursor te bewegen. Duw de track stick naar links, rechts, omhoog of naar beneden om de richting van de cursor op
het beeldscherm te wijzigen. U kunt de track stick en de track stick-knoppen gebruiken op dezelfde manier als u een muis zou gebruiken.
Het touchpad en de track stick aanpassen
In het venster Muiseigenschappen kunt u het touchpad en de track stick deactiveren of de instellingen ervan wijzigen.
2
touchpad-knoppen
De energiebeheerinstellingen
configureren).