Bediening
"FAST" (snel) zetten (Afb. 8). Als de motor
afslaat of onregelmatig gaat lopen, handgas
voor een paar seconden op "CHOKE"
terugzetten. Dan handgas weer op "FAST"
zetten. Indien nodig, dit eventueel herhalen.
Afbeelding 7
1.
Ontkoppeld
2.
Gekoppeld
3.
Mesbedieningshendel
(PTO)
Afbeelding 9
1.
Start
2.
Aan
Stoppen
1.
Handgas op "SLOW" zetten (Afb. 8).
2.
Contactsleutel op "OFF" zetten (Afb.9).
Opm: Als de motor hard gewerkt heeft of heet is,
hem een minuut op stationair laten lopen
alvorens de contactsleutel op "OFF" te
14
Afbeelding 8
1.
Choke
3.
Langzaam
2.
Snel
3.
Uit
draaien. Dit helpt om de motor af te koelen
alvorens hij gestopt wordt. In geval van
nood kan de motor gestopt worden door de
contactsleutel op "OFF" te draaien.