4
Controles en handelingen voor het dagelijkse gebruik
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar als u uit de machine springt!
Als de bestuurder uit de rijdende machine springt,
kan hij of zij onder de machine terechtkomen of
hard door een obstakel worden geraakt.
Als er kleding of sieraden van de bestuurder (hor-
loge, ring etc.) ergens achter blijven haken, kan dit
tot ernstig letsel leiden, bijv. door vallen, verlies van
vingers etc.
– Stap alleen maar op of af als de machine
stilstaat.
– Spring niet uit de machine.
– Draag op de werkvloer geen sieraden.
– Draag geen wijde werkkleding.
LET OP
Componenten kunnen beschadigd raken door
onjuist gebruik!
Componenten van de machine, zoals bestuur-
dersstoel, stuur, parkeerremhendel etc., zijn niet
bedoeld als hulpmiddel bij het in- en uitstappen en
kunnen beschadigd raken door onjuist gebruik.
– Gebruik alleen de uitrusting die speciaal is ont-
worpen als hulpmiddel bij het in- en uitstappen.
De machine moet stilstaan als u op- of afstapt.
Om makkelijker in en uit te stappen, gebruikt u
de voetruimte als trede (4) en de greep (1) als
ondersteuning. De stijl van het beschermdak
(2) kan eveneens als steun dienen.
Stap altijd voorwaarts in de machine:
– Houd met uw linkerhand de greep (1) vast.
– Plaats uw linkervoet op de trede (4).
– Gebruik uw rechtervoet eerst om in de ma-
chine te stappen en ga op de bestuurders-
stoel (3) zitten.
Stap altijd achterwaarts uit de machine:
– Houd met uw linkerhand de greep (1) vast.
– Sta op van de bestuurdersstoel en plaats
uw linkervoet op de trede (4).
– Stap uit de machine met uw rechtervoet
eerst.
82
2
3
4
50988078005 NL - 10/2018
Gebruik
1