Gebruik
– Laat de vork op de grond zakken.
– Neig de hefmast naar voren tot de vorkpun-
ten op de grond rusten.
– Schuif bij voorzetapparatuur (variant) de
werkcilinders in.
– Schakel de machine uit. Verwijder de
contactsleutel (variant) als deze aanwezig
is.
OPMERKING
De contactsleutel, FleetManager-kaart (va-
riant), FleetManager-transponderchip (va-
riant) of FleetManager-pincode (variant) mag
zonder uitdrukkelijke instructie daartoe niet
aan anderen worden gegeven.
50988078005 NL - 10/2018
4
Parkeren
125