4
Omgang met de lithium-ionbatterij (variant)
LET OP
Als de kabels beschadigd raken,
bestaat er kortsluitingsgevaar.
Zorg dat de batterijkabel niet bekneld
raakt bij het inschuiven van het
schuifframe samen met de batterij.
– Controleer de batterijkabel op
beschadiging.
– Schuif de batterij en het schuifframe hele-
maal naar de aandrijfzijde.
Lithium-ionbatterij na diepe ontla-
ding weer in gebruik nemen
LET OP
Beschadiging van de batterij bij diepe ontlading!
Een diep ontladen batterij leidt tot aanzienlijke
kosten en, mogelijkerwijs, tot een onbruikbare
batterij wegens celbeschadiging.
– Laad de batterij altijd op voordat deze diep
ontladen raakt.
– Wanneer de batterij voor langere tijd uit be-
drijf wordt genomen (bijv. vanwege bedrijfsva-
kantie), moet de batterij zijn opgeladen (30% -
100%).
Het batterijmanagementsysteem blijft ook
als de batterij in rusttoestand is actief. Daar-
door wordt de batterij ook ontladen als de
machine is uitgeschakeld of gestald. Wan-
neer de batterijlading onder een toegestane
ontladingsgrens komt, spreken we van een
diepe ontlading.
De diepe ontlading begint wanneer het laatste
segment van de batterij-indicator rood knip-
pert. De batterij schakelt de voeding van de
machine uit. Er kan niet meer met de heftruck
worden gereden.
254
50988078005 NL - 10/2018
Gebruik