4
Omgang met de loodzuurbatterij
– Sluit de vuldop (1) weer.
Ladingstoestand van de batterij
controleren
LET OP
Diepe ontlading verkort de levensduur van de
batterij.
Voorkom een ontlading onder 25% van de nomi-
nale capaciteit (0% op het display). Dit kan een
mogelijke diepe ontlading van de batterij veroorza-
ken.
– Laad batterijen op als een restcapaciteit van 0%
wordt weergegeven. Laat lege batterijen nooit
ontladen staan. Dit geldt ook voor gedeeltelijk
ontladen batterijen.
Het ontladingsproces wordt bewaakt om diepe
ontlading van de batterij te voorkomen. Om
beschadiging te voorkomen, moet de batterij
worden opgeladen wanneer de restcapaciteit
afneemt tot onder 25%. Aanbevolen wordt om
zo spoedig mogelijk naar het laadstation te
rijden. Op grond van de resterende capaciteit
hoeft u niet onmiddellijk naar het laadstation.
OPMERKING
De karakteristiek van de batterij-indicator
moet afhankelijk van de geïnstalleerde batterij
worden ingesteld. Zie "Batterijgegevens
instellen".
– Druk op de noodstopschakelaar.
– Schakel de machine in.
– Lees de ladingstoestand af op het display-
en bedieningspaneel.
Na aansluiting van een volledig opgeladen
batterij:
• Na enkele ogenblikken lichten alle display-
segmenten (1) op (100%). Naarmate de
capaciteit afneemt, doven de segmenten
één voor één. Als het maximaal toegestane
ontladingsniveau van 25% restcapaciteit
is bereikt, knippert alleen nog het laatste
segment. Een optionele begrenzing van
het hydraulisch systeem of van de rijaan-
drijving kan geactiveerd zijn of door het ge-
238
1
50988078005 NL - 10/2018
Gebruik