Pagina 4
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie voor FM-X Wide, Extra Wide (W, EW) ..... 33 Waarschuwing met betrekking tot niet-originele onderdelen ..... 33 Beschadiging, defecten en misbruik van veiligheidssystemen .
Pagina 5
Inhoudsopgave Ingebruikname ........... . . 67 In- en uitstappen .
Pagina 6
Inhoudsopgave Vorkverlenging (variant) ..........120 Werkplatforms .
Pagina 7
Inhoudsopgave Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) ......163 Algemeen ............164 Definitie van termen .
Pagina 8
Inhoudsopgave Batterijstekker loskoppelen ..........208 Batterij vervangen met een kraan .
Pagina 9
Inhoudsopgave Hefmast en rolgeleidingen smeren ........261 Batterijwisselframe controleren .
Voorwoord Uw machine Uw machine Algemeen De in deze bedieningsinstructies beschreven Deze bedieningsinstructies bevatten de machine voldoet aan de van toepassing zijnde hiervoor noodzakelijke informatie. Lees de normen en veiligheidsvoorschriften. betreffende informatie voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies op. Op De machines zijn uitgerust met de modernste deze manier voorkomt u ongevallen en zorgt u technologie.
Voorwoord Uw machine EG-verklaring van overeenstemming volgens de Machinerichtlijn Verklaring STILL GmbH Berzeliusstraße 10 D-22113 Hamburg Duitsland Wij verklaren dat de volgens deze bedieningsinstructies Machine volgens deze bedieningsinstructies Model in overeenstemming is met de meest recente versie van de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Voorwoord Informatie over de documentatie Informatie over de documentatie Omvang van de documentatie • Bedieningsinstructies • Bedieningsinstructies voor voorzetappara- tuur (variant) • Lijst van reserveonderdelen • Voorschriften voor het gebruik van indus- triële machines van de VDMA (de Duitse brancheorganisatie voor de machine- en installatiebouw) Deze bedieningsinstructies beschrijven alle noodzakelijke maatregelen voor het veilig...
Uitgavedatum en actualiteit van de bedieningsinstructies De uitgavedatum van deze bedieningsinstruc- ties vindt u op de titelpagina. STILL streeft er continu naar zijn heftrucks verder te ontwikkelen. Wijzigingen in de bedieningsinstructies zijn voorbehouden en claims op basis van de informatie en afbeeldingen in deze bedieningsinstructies kunnen niet worden gehonoreerd.
Voorwoord Informatie over de documentatie WAARSCHUWING Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om verwondingsgevaar te voorkomen. LET OP Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om beschadiging en/of vernieling van materiaal te voorkomen. OPMERKING Voor technische vereisten die om bijzondere aandacht vragen.
Pagina 17
Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Symbool dat overeenstemming met de geldende productspecifieke Euro- pese richtlijnen bevestigt Internationale commissie voor de regeling van de goedkeuring van elektri- sche uitrusting Centimeter Kubieke centimeter Decibel Gegevensoverdracht op afstand DFÜ Duitse norm Europese Gemeenschap Europese norm Fédération Européene de la Manutention...
Pagina 18
Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Continu geluidsdrukniveau in het bestuurderscompartiment Lastzwaartepunt o.i.d. O.i.d. Meter Meter per seconde Meter per seconde in het kwadraat Maximaal aanvaardbare concentratie op de werkplek Max. Maximaal Min. Minimaal min. Minuten Omwenteling(en) per minuut Millimeter Newton Newtonmeter...
Voorwoord Informatie over de documentatie Definiëring van de richtingen Algemeen: • links (1) • rechts (2) Rijrichtingen: • Rijden in de richting van de last (achteruit) • Rijden in de richting van de aandrijving (vooruit) (4) Bewegingen van het schuifframe: •...
Voorwoord Informatie over de documentatie Schematische afbeeldingen Overzicht van functies en bedienings- procedures Op veel plaatsen in deze documentatie wordt de volgorde (meestal opeenvolgend) van bepaalde functies of bedieningshandelingen uitgelegd. Ter verduidelijking hiervan worden er schematische afbeeldingen van een reachtruck gebruikt. OPMERKING Deze schematische afbeeldingen zijn niet representatief voor de constructie van de in...
Voorwoord Milieuoverwegingen Milieuoverwegingen Verpakking Bij aflevering van de heftruck zijn bepaalde onderdelen verpakt ter bescherming tijdens het transport. Deze verpakking moet volledig worden verwijderd voordat de heftruck voor het eerst wordt gestart. MILIEUVOORSCHRIFT Het verpakkingsmateriaal moet na levering van de heftruck op de juiste manier worden afgevoerd.
Pagina 22
Voorwoord Milieuoverwegingen 51908078006 [NL]...
Inleiding Gebruik van de machine Gebruik van de machine Verantwoord gebruik De in deze bedieningsinstructies beschreven heftruck is geschikt voor het heffen, transpor- teren en stapelen van lasten. De heftruck mag uitsluitend overeenkom- stig het gebruiksdoel worden gebruikt, zoals aangegeven en beschreven in deze bedie- ningsinstructies.
Inleiding Gebruik van de machine Stapelen of ontstapelen is niet toegestaan op hellende oppervlakken of laadplatforms. Gebruikslocatie De heftruck is goedgekeurd voor gebruik binnen en buiten. Voor gebruik buiten moet de heftruck uitgerust zijn met een gesloten bestuurderscabine. De ondergrond moet voldoende draagvermo- gen hebben (beton, asfalt) en het oppervlak ervan moet ruw zijn.
Inleiding Gebruik van de machine Parkeerrem bij temperaturen onder -10 °C LET OP Batterijen kunnen bevriezen! Als de heftruck langere tijd wordt geparkeerd bij een omgevingstemperatuur onder -10 °C, koelen de batterijen af. De elektrolyt kan bevriezen en de batterijen beschadigen. De heftruck is dan niet gereed voor gebruik.
Inleiding Restrisico Restrisico Overige gevaren en risico’s Ondanks zorgvuldig werken en het opvolgen van de normen en voorschriften kunnen verdere risico’s tijdens het gebruik van de machine niet volledig worden uitgesloten. De machine en alle overige systeemcompo- nenten voldoen aan de actuele veiligheids- vereisten.
Inleiding Restrisico • Gebruik van verkeerde vloeistoffen en smeermiddelen • Overschrijding van testintervallen De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongevallen met de heftruck voortvloeiend uit het bewust of door onachtzaamheid negeren van deze voorschriften door het bedrijf dat de heftruck gebruikt. Stabiliteit De stabiliteit van de machine is getest vol- gens de nieuwste technologische normen...
Pagina 29
Inleiding Restrisico bestuurder er niet zeker van is dat hij de heftruck naar behoren en zonder kans op ongevallen kan gebruiken, moet er bij de fabrikant van de heftruck en de fabrikant van het voorzetapparaat om goedkeuring worden gevraagd. 51908078006 [NL]...
Inleiding Restrisico Overzicht van gevaren en tegen- maatregelen OPMERKING Deze tabel is bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van de gevaren in uw bedrijf en geldt voor alle heftrucktypes. Hij maakt geen aanspraak op volledigheid. OPMERKING Volg de nationale voorschriften van uw land Gevaar Maatregel Afvinken...
Pagina 31
Inleiding Restrisico Gevaar Maatregel Afvinken Opmerkingen √ uitgevoerd - niet van toepassing Verontreinigde lucht Beoordeling van TRGS 554 en dieseluitlaatgassen BetrSichVO (verordening betreffende de veiligheid op de werkplek) Beoordeling van MAC-lijst (maximaal LPG-uitlaatgassen aanvaardbare concentraties op de werkplek) en BetrSichVO (verordening betreffende de veiligheid op de...
Pagina 32
Inleiding Restrisico Gevaar Maatregel Afvinken Opmerkingen √ uitgevoerd - niet van toepassing Volg de richtlijnen op a) Diesel van de BetrSichVO (verordening betreffende de veiligheid op de werkplek), de bedieningsinstructies en de VDMA (Duitse brancheorganisatie voor de machine- en installatiebouw) Volg de richtlijnen op b) LPG van BGV D34, de be-...
Inleiding Restrisico Gevaar Maatregel Afvinken Opmerkingen √ uitgevoerd - niet van toepassing Kwaliteit van rijweg Rijwegen reinigen/vrij- BetrSichVO onvoldoende maken (verordening betreffende de veiligheid op de werkplek) Lastdrager Last opnieuw op de BetrSichVO verkeerd/verschoven pallet plaatsen (verordening betreffende de veiligheid op de werkplek) Onvoorspelbaar Personeelstraining...
Pagina 34
Inleiding Restrisico OPMERKING Let op de definitie van de volgende verant- woordelijke personen: ”bedrijf dat de heftruck gebruikt” en ”bestuurder”. De constructie en de uitrusting van de machine voldoen aan de Machinerichtlijn 2006/42/EG, wat wordt aangegeven door de CE-markering. Deze elementen vallen daar- door niet binnen het kader van de gevarenbe- oordeling.
Veiligheid Definitie van de termen voor de verantwoordelijke personen Definitie van de termen voor de verantwoordelijke personen Bedrijf dat de heftruck gebruikt Het bedrijf dat de heftruck gebruikt, is de natuurlijke of wettelijke persoon of groep die met de heftruck werkt of in wiens opdracht met de heftruck wordt gewerkt.
Veiligheid Definitie van de termen voor de verantwoordelijke personen troles. Bovendien dient een dergelijke per- soon op de hoogte te zijn van de nieuwste technologische ontwikkelingen met betrek- king tot de te controleren machine en van de gevaren die een dergelijke controle met zich meebrengt.
Veiligheid Definitie van de termen voor de verantwoordelijke personen De bestuurder moet: • de bedieningshandleiding hebben gelezen en begrepen, • zich vertrouwd hebben gemaakt met de veilige bediening en besturing van de machine • zowel lichamelijk als geestelijk in staat zijn om veilig met de machine te rijden GEVAAR Het gebruik van drugs en alcohol en van medicijnen...
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Basisprincipes voor een veilig gebruik Verzekeringsdekking voor gebruik op het bedrijfsterrein Veel bedrijfsterreinen zijn beperkt openbare verkeersgebieden. OPMERKING Vraag bij de aansprakelijkheidsverzekering van uw onderneming na of de verzekering de schade dekt die uw heftruck op een beperkt openbaar terrein aan derden toebrengt.
Pagina 40
– Monteer alleen aanbouwdelen (varianten) die uitdrukkelijk door STILL zijn goedgekeurd en volg daarbij de veiligheidsvoorschriften. Er mogen uitsluitend veiligheidssystemen (varianten) worden gemonteerd en gebruikt die uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door STILL.
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik met de aangebrachte veranderingen, en wijzig ze indien nodig. De wijzigingen moet worden geconstrueerd, gecontroleerd en geïmplementeerd door een in machines gespecialiseerd constructiebu- reau en overeenkomstig de ten tijde van de wijzigingen geldende normen en richtlijnen. Op de machine moet permanent een informa- tiesticker met de volgende informatie aanwe- zig zijn:...
Pagina 42
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik GEVAAR Er bestaat explosiegevaar bij extra boringen in het machinechassis, de gesloten bestuurderscabine of de cabine in koelhuisuitvoering! Er kunnen explosieve gassen ontsnappen die mogelijk tot dodelijke ongevallen leiden als zij exploderen. Het afdichten van boringen door middel van pluggen is niet voldoende om te voorkomen dat er gassen ontsnappen.
Wij wijzen u er nadrukkelijk op dat onderdelen, voorzetapparaten en accessoires van andere fabrikanten niet zijn getest en goedgekeurd door STILL. LET OP Het monteren en/of gebruiken van dergelijke pro- ducten kan daarom de ontwerpkenmerken van uw machine negatief beïnvloeden en daardoor de ac-...
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik lijk worden gemeld bij het toezichthoudend personeel of de verantwoordelijke beheerder van de heftruckvloot, zodat zij het defect kun- nen laten verhelpen. Heftrucks en voorzetapparaten die niet goed werken of waarmee niet veilig kan worden gereden, mogen niet worden gebruikt tot zij afdoende zijn gerepareerd.
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Medische apparatuur WAARSCHUWING Er kunnen elektromagnetische storingen in medi- sche apparaten optreden! Gebruik alleen apparatuur die voldoende be- schermd is tegen elektromagnetische storing. Medische apparatuur, zoals pacemakers of gehoorapparaten, werken mogelijk niet goed wanneer de machine in bedrijf is. –...
Pagina 46
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik WAARSCHUWING Accumulatoren staan onder hoge druk. Bij een verkeerde montage van een accumulator neemt het verwondingsgevaar toe. Voordat er aan de accumulator wordt gewerkt, moet deze drukloos worden gemaakt. – Neem contact op met het geautoriseerde ser- vicecentrum.
Veiligheid Veiligheidscontroles Veiligheidscontroles Regelmatige veiligheidsinspectie van de heftruck Veiligheidsinspectie op basis van tijd en ongebruikelijke voorvallen Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet ervoor zorgen dat de machine ten minste eenmaal per jaar of na bijzondere voorvallen wordt gecontroleerd door een specialist. Als onderdeel van de inspectie dient de technische staat van de heftruck volledig te worden gecontroleerd voor wat betreft...
Pagina 48
Veiligheid Veiligheidscontroles in overeenstemming met DIN EN 1175 en DIN 43539, VDE 0117 en VDE 0510. OPMERKING De elektrische installatie van de machine en de aandrijfbatterijen dienen afzonderlijk te worden gecontroleerd. Isolatieweerstand van de batterijen meten OPMERKING Nominale batterijspanning < testspanning < 500 V.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken mid- delen Toegestane middelen GEVAAR Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften m.b.t. te gebruiken middelen kan leiden tot letsel, fatale ongelukken of schade aan het milieu. –...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Langdurig intensief contact met de huid kan tot verschraling en irritatie van de huid leiden! – Voorkom aanraking en inslikken. – Draag veiligheidshandschoenen. – Was na contact de huid met zeep en water en gebruik vervolgens een huidbeschermingsmiddel.
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Deze vloeistoffen zijn gevaarlijk voor de gezondheid en staan tijdens het gebruik van de heftruck onder druk. – Zorg ervoor dat de vloeistoffen niet met de huid in aanraking komen. –...
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Batterijzuur bevat verdund zwavel- zuur. Dit is bijtend. – Draag bij het werken met batterij- zuur altijd beschermende kleding en een veiligheidsbril – Draag bij het werken met batterij- zuur nooit een horloge of sieraden. –...
Pagina 53
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Remvloeistof is gevaarlijk voor de gezondheid! Remvloeistof irriteert de ogen en kan bij langdurig contact de huid uitdrogen. – Wrijf uw handen vóór aanvang van het werk in met een beschermende huidcrème.
Veiligheid Emissies Voer oude remvloeistof volgens de voor- • schriften af. Volg de voorschriften op van het land waarin • de heftruck wordt gebruikt. Gebruikte middelen afvoeren MILIEUVOORSCHRIFT Middelen die bij onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden vrijkomen, moeten goed worden opgevangen en worden afge- voerd volgens de nationale voorschriften van het land waar de machine wordt gebruikt.
Veiligheid Emissies Continu geluidsdrukniveau in het bestuur- derscompartiment < 69,5 dB(A) De waarden zijn tijdens een testcyclus met een identieke machine vastgesteld op basis van de gewogen waarden bij de verschillende bedrijfstoestanden en bij stationair bedrijf. Tijdsverhoudingen: • Heffen 18% •...
Pagina 56
Veiligheid Emissies dat de machine gebruikt, worden vastgesteld op de daadwerkelijke werkplek, zodat er reke- ning wordt gehouden met alle overige factoren zoals de route, de gebruiksintensiteit, etc. Batterij GEVAAR Explosiegevaar door ontvlambare gassen! De batterij geeft tijdens het opladen een mengsel van zuurstof en water- stof (knalgas) af.
Overzichten Overzicht van het bestuurderscompartiment Overzicht van het bestuurderscompartiment 2 3 4 5 Stuur Fleshouder voor flessen van max. 1,5 l Drukknop voor werklamp (variant) Bedieningselementen voor hydraulische Contactschakelaar of drukknop (variant) functies en rijfuncties Gereserveerd Noodstopschakelaar Drukknop voor elektrische stoelverstelling Drukknop voor extra hydraulische functies (variant) Rijpedaal...
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Bedienings- en weergave-elementen Display- en bedieningspaneel Weergave van de bedrijfstoestanden Toetsenblok voor boorddiagnose, parame- Toetsenblok voor voorselectie van de trisering hefhoogte (variant) of toegang via pincode Rijprogrammatoets (P1-P4) (variant) Toets Blue-Q Parkeerremtoets Bedieningselementen voor hydrauli- sche functies en rijfuncties Voor het bedienen van de hydraulische functies en de rijfuncties zijn er verschillende uitvoeringen van de bedieningselementen...
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Joystick 4Plus Schuif voor ”zijverschuiving” Drukknop voor ”middelste stand voor Shift-toets ”F” (aansturing van extra hydrau- zijverschuiving/neigen” (variant) lisch systeem) Reserve Rijrichtingschakelaar Pictogrammen voor de bediening van de 5e Joystick, ”heffen/dalen” en 6e hydraulische functie (variant) Joystick, ”schuiven”...
Overzichten Posities van labels Waarschuwingsplaatje: Niet onder de vork Informatiesticker: Elektrische stoelverstel- staan / Niet op de vork staan / Gevaar van ling (variant) afschuiven / Gevaar door hoge vloeistofdruk Informatiesticker: FEM-test Informatiesticker: Let op / Bedieningsin- Informatiesticker: FEM-test (inspectie- structies lezen sticker) Waarschuwingsplaatje: Gevaar van af-...
Overzichten Posities van labels Productienummer xx xxxx x xxxxx OPMERKING Het productienummer dient voor de identifi- catie van de machine. Het bevindt zich op het typeplaatje en dient te worden vermeld bij alle technische vragen. Het productienummer bevat de volgende gecodeerde informatie: (1) Fabriek (2) Model...
Pagina 66
Overzichten Posities van labels 51908078006 [NL]...
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruik- name Visuele controles WAARSCHUWING Ongevallenrisico door beschadigingen of andere gebreken van de machine of voorzetapparatuur (variant)! Beschadiging van de machine of voorzetappa- ratuur (variant) kan leiden tot onvoorspelbare en gevaarlijke situaties.
Pagina 69
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname • De kettingen mogen niet beschadigd zijn en moeten voldoende en gelijkmatig gespannen zijn • Controleer onder de machine op het lekken van vloeistoffen • Het beschermrooster (variant) en het be- schermdak of de gesloten bestuurdersca- bine dan wel cabine in koelhuisuitvoering (variant) moeten onbeschadigd en stevig bevestigd zijn...
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname dien moet hij schoon zijn en lang genoeg om de grond te raken • Schade aan of andere defecten van de machine of het voorzetapparaat (variant) moeten onmiddellijk worden gemeld bij de leidinggevende of de verantwoordelijke beheerder van de machinevloot, zodat dezen het defect kunnen laten verhelpen.
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname – Bedien de ruitensproeierinstallatie tot er ruitensproeiervloeistof uit de sproeiers komt. Toestand van de wielen en banden controleren WAARSCHUWING Ongevallenrisico! Onregelmatige slijtage vermin- dert de stabiliteit van de machine en verlengt de remweg.
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname Bestuurdersstoel MSG 65/MSG 75 verstellen GEVAAR Er bestaat een ongevalrisico als de stoel of rugleu- ning plotseling verschuift en de bestuurder daar- door op een ongecontroleerde manier beweegt. Hierdoor kunnen onbedoeld de stuurinrichting of bedieningselementen worden bediend waardoor de heftruck of last ongecontroleerde bewegingen maken.
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname Rugleuning verstellen Oefen geen druk uit op de rugleuning tijdens het verstellen. – Trek de hendel (2) omhoog en houd hem in die positie vast. – Duw de rugleuning in de gewenste stand. –...
Pagina 74
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname – Klap de hendel voor gewichtsafstelling he- lemaal naar binnen wanneer het verstellen is voltooid. Lendensteun (variant) verstellen OPMERKING De lendensteun kan op de contouren van de ruggengraat van de bestuurder worden afgesteld.
Pagina 75
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname Stoelverwarming (variant) in- en uitscha- kelen OPMERKING De stoelverwarming werkt alleen als de stoelcontactschakelaar geactiveerd is, d.w.z. als de bestuurder op de bestuurdersstoel zit. – De stoelverwarming (7) kan worden in- en uitgeschakeld met de schakelaar.
Gebruik Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname Elektrische verstelling van het bestuurderscompartiment (variant) WAARSCHUWING Ongevallenrisico, beknellingsgevaar Tijdens het verstellen bewegen de pedaalplaat en de stoelconsole. – Stel alleen af wanneer de machine stilstaat. – Houd uw vingers tijdens het verstellen van het bestuurderscompartiment uit de buurt van bewegende delen.
Gebruik Ingebruikname Stuurkolom verstellen GEVAAR Ongevallenrisico! – Zorg dat de stuurkolom stevig in de juiste stand is vastgezet. Verstel de stuurkolom nooit tijdens het rijden. – Duw de verstelhendel (1) van de stuurkolom naar voren om de stuurkolom te ontgrende- len.
Pagina 78
Gebruik Ingebruikname WAARSCHUWING Verwondingsgevaar als u uit de machine springt! Als de bestuurder uit de rijdende machine springt, kan hij of zij onder de machine terechtkomen of hard door een obstakel worden geraakt. Als er kleding of sieraden van de bestuurder (hor- loge, ring etc.) ergens achter blijven haken, kan dit tot ernstig letsel leiden, bijv.
Gebruik Ingebruikname Opbergvakken en beker-/fleshou- ders WAARSCHUWING Materialen kunnen in de voetruimte vallen en de bediening van de pedalen belemmeren, wat een ongevallenrisico betekent! Materialen die opgeslagen moeten worden, moe- ten de juiste afmeting hebben, zodat ze niet uit de opbergvakken (1, 4) of uit de beker-/fleshouder (2) vallen.
Gebruik Ingebruikname Machinefuncties vrijgeven met de voetschakelaar en stoelschakelaar De voetschakelaar en stoelschakelaar dienen voor de veiligheid tijdens het bedienen van de machine. Alleen als de bestuurder op de bestuurdersstoel zit en dan de voetschakelaar bedient, zijn alle functies van de machine beschikbaar.
Gebruik Ingebruikname parkeerrem wordt pas uitgeschakeld zodra er licht op het rijpedaal wordt getrapt. Machines met twee rijpedalen (variant) De hydraulische functies zijn alleen vrijge- geven als er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • De stoelschakelaar is geactiveerd • De schakelaar werkt correct De rijfunctie is alleen vrijgegeven als er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: •...
Gebruik Ingebruikname neemt u dan contact op met het geautori- seerde servicecentrum. OPMERKING Als de machine in totaal langer dan acht uur ingeschakeld blijft, moet de schakelstatus van de stoelschakelaar ten minste éénmaal veranderen. Gewoonlijk gebeurt dit tijdens normaal bedrijf. Als dit niet gebeurt, moet de stoelschakelaar worden uitgeschakeld en opnieuw worden ingeschakeld terwijl de machine in bedrijf is.
Pagina 83
Gebruik Ingebruikname – Steek de contactsleutel (1) in de contact- schakelaar en draai de sleutel in stand ”I” Er wordt een zelftest uitgevoerd. Alle symbo- len op het scherm van het display- en bedie- ningspaneel worden kort weergegeven tot de regeleenheden van de machine helemaal zijn opgestart.
Pagina 84
Gebruik Ingebruikname Displays na het inschakelproces (bij machines met standaardopties) OPMERKING Afhankelijk van de uitrusting van de machine kan er verdere informatie op het scherm van het display- en bedieningspaneel worden weergegeven. Batterijlading(1) In dit displayveld wordt de beschikbare batterijlading weergegeven. OPMERKING Na aansluiting van een ”gedeeltelijk”...
Gebruik Ingebruikname In dit displayveld wordt het symbool voor de neutrale stand van de stuurinrichting weer- gegeven. De werkelijke rijrichting wordt pas geselecteerd wanneer de rijrichtingschake- laar een keer wordt bediend. Draaiuren(3) In dit displayveld wordt de actuele waarde van de urenteller weergegeven.
Gebruik Ingebruikname Bedrijfsgegevens van de machine invoeren via het display- en bedie- ningspaneel Autorisatieniveaus De autorisatieniveaus bepalen tot welke be- drijfsgegevens en functies de gebruiker toe- gang heeft. Hoe hoger het autorisatieniveau, hoe uitgebreider de toegang tot bedrijfsgege- vens van de machine. Het display- en bedieningspaneel wordt gebruikt voor toegang tot bedrijfsgegevens op drie autorisatieniveaus:...
Gebruik Ingebruikname Niveau 3 (geautoriseerd servicecentrum) Toegang: Gedurende 4 seconden op OK en ESC drukken en het wachtwoord voor niveau 3 invoeren Autorisaties: Onderhoudsinterval Pincode voor gegevensoverdracht op afstand via simkaart Storingstabel wissen Toegang tot het hoofdmenu zonder wachtwoord (autorisatieniveau 1) Eerst op de toets OK drukken om het hoofd- menu op autorisatieniveau 1 te openen.
Pagina 88
Gebruik Ingebruikname Als het wachtwoord ongeldig is, verschijnt een desbetreffende melding op het display- en bedieningspaneel. PASWOORD ONGELDIG De melding wordt drie seconden weerge- geven, waarna op het display- en bedie- ningspaneel opnieuw het invoerscherm voor het wachtwoord verschijnt. Het wachtwoord kan opnieuw worden ingevoerd.
Pagina 89
Gebruik Ingebruikname Bedrijfsgegevens in het hoofdmenu invoeren De menu’s op het display- en bedieningspa- neel worden bestuurd met de toetsen OK (1), ESC (3) en de pijltoetsen (2). – Door op de pijltoetsen te drukken, kan men door de menu’s navigeren –...
Pagina 90
Gebruik Ingebruikname Autori- satie Hoofdmenu Submenu (ni- Bewerken/se- Opmerking veau) lecteren CONFIGU- RATIE CAPACI- XXX Ah TEIT VERSIE EENHEID COMPU- VX.XX EENHEDEN AFSTAND mijl LAST STO- KLANT RINGSTA- MODE SERVICE A–Z, *: alle EENHEID eenheden huidige storing TYPE sinds reset sinds wissen Storing, bijv.
Gebruik Ingebruikname Claxon bedienen OPMERKING De claxon wordt gebruikt om personen te waarschuwen voor dreigend gevaar of om kenbaar te maken dat u wilt inhalen. – Druk op de claxonknop (1). De claxon klinkt. Remsysteem op goede werking controleren GEVAAR Als het remsysteem niet werkt, kan de machine niet voldoende of helemaal niet worden afgeremd, waardoor er een ongevallenrisico bestaat!
Gebruik Ingebruikname Omkeerrem controleren – Accelereer de machine zonder last en op een vrije ruimte; zie het hoofdstuk ”Rijden”. – Verander in kruipgang van rijrichting; zie het hoofdstuk ”Rijrichting kiezen”. Het remmen en vervolgens accelereren in tegengestelde richting moet soepel en zonder schokken gebeuren.
Gebruik Ingebruikname Stuurinrichting op goede werking controleren – Draai aan het stuur (1). De stuurinrichting moet continu en vrij kunnen worden bewo- gen. OPMERKING Bij de variant ’stuurinrichting 180°’ is de maximale stuurhoek van de aandrijfeenheid ± 90°. 5060_003-031 Noodstopfunctie controleren –...
Gebruik Ingebruikname Functie voor ”automatische middel- ste stand voor neigen” (variant) op correcte werking controleren OPMERKING Telkens wanneer de machine in gebruik wordt genomen, dient de functie voor de ”automatische middelste stand voor neigen” (variant) te worden gecontroleerd. De bestuurder kan de functie voor de ”automa- tische middelste stand voor neigen”...
Gebruik Ingebruikname Rijprogramma instellen Instellen De rij- en remkarakteristieken van de aandrij- ving kunnen via het display- en bedieningspa- neel worden ingesteld. Er kunnen vier verschillende rijprogramma’s worden ingesteld. Afhankelijk van het gese- lecteerde rijprogramma veranderen de rijei- genschappen met betrekking tot de maximale rijsnelheid en het acceleratie-* en vertragings- gedrag**.
Gebruik Ingebruikname OPTISPEED - Traploze reductie van de rijsnelheid of de snelheid van de hydraulische functies (variant) De variant OPTISPEED helpt de bestuurder doordat hij twee extra functies toevoegt: • Rijsnelheidsbegrenzing in bochten (Curve Speed Control) • Snelheidsbegrenzing van de hydraulische functies Afhankelijk van de uitrusting van de machine kunnen de twee functies elk apart of samen op...
Gebruik Rijden • Bochten nemen terwijl de last onvoldoende is vastgezet. • Bochten te snel nemen op een gladde of natte rijweg. Snelheidsbegrenzing van de hydrauli- sche functies Deze variant optimaliseert de snelheid van de hydraulische functies, waarbij rekening wordt gehouden met de hefhoogte en het gewicht van de last.
Pagina 98
Gebruik Rijden De snelheid moet worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Zo moet de bestuurder bijvoorbeeld in boch- ten, in en bij nauwe doorgangen, tijdens het rijden door klapdeuren, op onoverzichtelijke plaatsen en op oneffen rijwegen langzaam rijden. De bestuurder moet altijd een veilige remweg tot voertuigen en personen voor hem bewa- ren, en hij moet de machine op elk moment onder controle hebben.
Pagina 99
Gebruik Rijden WAARSCHUWING Daar waar mobieltjes of radiocommunicatiesyste- men verboden zijn, is het gebruik ervan absoluut niet toegestaan – Schakel de apparaten uit. Zicht tijdens het rijden De bestuurder moet in de rijrichting kijken en voldoende zicht op het af te leggen traject hebben.
Gebruik Rijden Panoramaspiegel De panoramaspiegel (1) alleen worden gebruikt om het gebied aan de lastzijde van de machine in de gaten te houden, en hij mag niet worden gebruikt om in de richting van de last te rijden. Tijdens het rijden in de richting van de last met behulp van visuele hulpmiddelen, is extra voorzichtigheid geboden.
Gebruik Rijden De machine is ontworpen voor gebruik op effen, vlakke rijwegen zonder steile hellingen, tot maximaal 3%. De volgende hellingspercentages (bijv. op opritten van laadperrons) mogen tijdens het gebruik van de machine nooit worden overschreden: Max. toegestane helling in % Met last Zonder last FM-X 14 SE, FM-X 17 SE,...
Gebruik Rijden dat onbevoegde derden geen toegang tot de werkomgeving hebben. Gevarenzones Gevarenzones van rijwegen moeten worden gemarkeerd met de gebruikelijke verkeers- borden of, indien nodig, met extra waarschu- wingsborden. Zijsteunen van chassis De zijsteunen (1) van het chassis, links en rechts aan de achterzijde van de machine, ondersteunen de machine wanneer deze naar de zijkant kantelt.
Gebruik Rijden Rijrichting kiezen Voordat u met de machine rijdt, moet met de rijrichtingschakelaar de gewenste rijrichting worden gekozen. Als de machine wordt in- geschakeld, is er aanvankelijk geen rijrichting gekozen. De rijrichtingindicator op het dis- play- en bedieningspaneel toont het symbool voor de ”neutrale stand”(1).
Gebruik Rijden Om te kunnen rijden, moet de rijrichtingscha- kelaar weer worden bediend. Rijrichtingschakelaar bedienen, joystick 4Plus – Om te ”rijden in de richting van de last”, drukt u de rijrichtingschakelaar (1)omhoog. – Om te ”rijden in de richting van de aan- drijving”, drukt u de rijrichtingschakelaar (1)omlaag.
Gebruik Rijden Optrekken, eenpedaalsysteem GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer men onder een wegrollende of kantelende machine dreigt terecht te komen. – Ga op de bestuurdersstoel zitten. – Zorg tijdens het werken voor een goede grip op de machine en een stabiele zitpositie. Houd het stuur met uw linkerhand vast.
Gebruik Rijden – Trap op het rijpedaal (2). De machine rijdt in de gekozen richting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal. Als het rijpedaal wordt losgelaten, remt de machine af. OPMERKING De machine kan op op- of aflopende hellingen kort worden gestopt zonder de parkeerrem te bedienen (antirolrem voor hellingen).
Gebruik Rijden Optrekken, tweepedalensysteem (variant) GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer men onder een wegrollende of kantelende machine dreigt terecht te komen. – Neem op de bestuurdersstoel plaats. – Zorg tijdens het werken voor een goede grip op de machine en een stabiele zitpositie. Houd het stuur met uw linkerhand vast.
Pagina 108
Gebruik Rijden De gekozen rijrichting wordt weergegeven op het display- en bedieningspaneel (3). OPMERKING Afhankelijk van de uitrusting klinkt er een waarschuwingssignaal of wordt er een waar- schuwing weergegeven met betrekking tot de rijrichting (variant). De machine rijdt in de gekozen richting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal.
Gebruik Rijden Bedrijfsrem bedienen Bij elektrisch remmen vindt energieterugwin- ning voor de batterij plaats. Dit resulteert in een langere bedrijfstijd tussen het laden en minder slijtage van de remmen. Zodra het rijpedaal wordt losgelaten, zet de elektrische rem de acceleratie-energie van de machine om in elektrische energie.
Gebruik Rijden Elektromagnetische parkeerrem inschakelen GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overreden te worden wanneer de machine wegrolt. – De machine mag niet op een helling worden geparkeerd. – In een noodgeval op een helling moet de ma- chine bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet.
Pagina 111
Gebruik Rijden Gevolg Oorzaak wordt kort op het display- en bedie- ningspaneel weer- gegeven tot de rege- leenheden worden uitgeschakeld. De parkeerrem wordt onmiddellijk Bij bediening van de en hoorbaar noodstopschakelaar ingeschakeld en het of als gevolg van de symbool (2) wordt noodstopfunctie van op het display- en de machine:...
Pagina 112
Gebruik Rijden Functies van de parkeerrem wanneer de machine rijdt Bediening door de bestuurder OPMERKING Als de parkeerrem wordt ingeschakeld wan- neer de machine rijdt, leidt dit tot ernstige slij- tage van de remvoeringen. Gebruik daarom altijd de elektrische rem met energieterugwin- ning of de mechanische rem om te remmen wanneer de machine rijdt.
Gebruik Rijden OPMERKING Als u de bestuurdersstoel verlaat of de voet- schakelaar loslaat terwijl de machine rijdt, wordt de parkeerrem niet ingeschakeld. De machine wordt dan tot stilstand gebracht door de elektrische rem met energieterugwinning. Stuurinrichting OPMERKING Voorkom sturen wanneer de machine stil- staat, omdat hierdoor het aangedreven wiel extreem wordt belast zodat het sneller slijt.
Gebruik Heffen Stuurinrichting 180° (variant) Het stuur heeft geen mechanische aanslagen en kan constant worden gedraaid. De rijroute (1) wordt bepaald door aan het stuur te draaien. De maximale stuurhoek van het gestuurde wiel is 90° naar elke kant. Om van rijrichting te veranderen, moet de rijrichtingschakelaar worden bediend.
Gebruik Heffen zie het hoofdstuk ”Bedieningselementen voor de hefinrichting” Onafhankelijk van de uitrustingsvarianten van de machine, moeten de basisspecificaties en -procedures worden aangehouden; zie het hoofdstuk ”Veiligheidsvoorschriften voor het werken met lasten”. Automatische hefonderbreking (variant) De automatische hefonderbreking (variant) betekent dat de last niet boven een bepaalde hoogte kan worden geheven.
Gebruik Heffen seconde op de shift-toets ”F” (2) en laat hem weer los om de vergrendeling op te heffen. Als de shift-toets ”F” niet binnen één se- conde wordt ingedrukt en losgelaten, wordt automatisch de standaardfunctie van de shift-toets hersteld. Eindaanslag van hefonderbreking Als het plafond van het gebouw lager is dan de maximale hefhoogte van de machine, kan...
Pagina 117
Gebruik Heffen – Schuif het schuifframe in de richting van de last uit tot tegen de aanslag. – Laat het vorkenbord volledig zakken. Als het schuifframe helemaal is uitgeschoven, kan het vorkenbord helemaal dalen zonder vergrendeling. Het schuifframe kan dan niet worden ingeschoven.
Gebruik Heffen – Druk aan de rechterzijde op de drukknop voor de ”middelste stand voor zijverschui- ving/neigen”(1) tot de functie automatisch wordt uitgeschakeld. De pijlen (2) op het display- en bedieningspa- neel knipperen tot de eindpositie is bereikt. De machine zet de zijverschuiving in de middelste stand.
Gebruik Heffen Hefmastuitvoeringen De machine kan met een van de volgende hefmasten uitgerust zijn: Telescopische hefmast Tijdens het heffen wordt de hefmast via de twee buitenste hefcilinders uitgeschoven en wordt het vorkenbord via de kettingen meegenomen (het vorkenbord gaat tweemaal zo snel omhoog als de binnenmast).
Gebruik Heffen Storingen tijdens het heffen Verkeerde uitschuifvolgorde GEVAAR Ongevallenrisico! Bij triplex-hefmasten (variant) kan de uitschuif- volgorde verkeerd zijn, d.w.z. dat de binnenmast uitschuift voordat de vrije heffing is geëindigd. Hier- door wordt de totale hoogte van de mast oversch- reden en kunnen er bij het rijden door ingangen of in ruimtes met lage plafonds beschadigingen het gevolg zijn.
Gebruik Heffen – Mocht het vorkenbord of de last onverwacht tot stilstand komen, moet het vorkenbord worden geheven tot de kettingen weer strak zijn en moet de last op een andere, geschikte plek worden neergelaten. – Indien de rollen van het vorkenbord in de hefmast door vuil blokkeren, moet het vorkenbord worden geheven tot de kettingen weer strak zijn.
Gebruik Heffen Joystick 4Plus voor hefinrichting A / B Vorkenbord heffen en laten zakken E / F Zijverschuiving (variant) C / D Hefmast neigen (variant) G / H Uit- en inschuiven GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de heftruck (zoals hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdraaginrichtingen etc.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verboden.
Pagina 123
Gebruik Heffen Bij deze uitvoering worden de hydraulische functies aangestuurd met de joystick 4Plus. Het pictogram (1) toont de hydraulische basisfuncties en hoe deze met de joystick worden aangestuurd. Het pictogram (2) toont de 3e en 4e functie en de werking daarvan. Vorkenbord heffen en laten zakken Vorkenbord heffen: –...
Gebruik Heffen Hefmast of vorkenbord neigen (variant) Afhankelijk van de uitrusting van de machine wordt de hele hefmast geneigd of alleen het vorkenbord (neiginrichting voor de vork). Hefmast naar achteren neigen: – Druk de tuimelschakelaar (2) naar ” ”. Hefmast naar voren neigen: –...
Gebruik Heffen Uit- en inschuiven Schuifframe uitschuiven: – Duw de joystick (4) in de richting van ” ”. Schuifframe inschuiven: – Duw de joystick (4) in de richting van ” ”. OPMERKING De pictogrammen op de voet van de joystick tonen de bewegingsrichting voor de betref- fende hydraulische functie.
Pagina 126
Gebruik Heffen GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de heftruck (zoals hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdraaginrichtingen etc.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verboden. – Volg altijd de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met lasten op; zie ⇒ Deel ”Veilig- heidsvoorschriften voor het hanteren van la- sten”, blz.
Gebruik Heffen – Duw de ”zijverschuivings”hendel (4) naar voren. Zijverschuiving naar rechts: – Trek de ”zijverschuivings”hendel (4) naar achteren. OPMERKING De pictogrammen op de hendels tonen de bewegingsrichting voor de betreffende hydraulische functie. Lastrek (variant) Het lastrek (1) voorkomt bij het stapelen van hoge lasten dat er pakketten achterover vallen.
Pagina 128
Gebruik Heffen WAARSCHUWING Er bestaat verwondingsgevaar bij het vervangen van de vorken; door hun gewicht kunnen de vorken op uw benen, voeten of knieën vallen. De ruimte tussen de linker en rechter vork is een gevaren- zone. – Draag altijd veiligheidshandschoenen en veilig- heidsschoenen wanneer u de vorken vervangt.
Gebruik Heffen Verwijderen – Schuif het schuifframe helemaal uit. – Kies een pallet die overeenkomt met de vorkmaat. – Plaats de pallet links of rechts naast het vorkenbord. – Hef het vorkenbord totdat de onderzijde van de vorken ca. 3 cm hoger is dan de pallethoogte.
Gebruik Heffen Vorkverlenging (variant) GEVAAR Er bestaat een levensgevaarlijk risico om overre- den te worden wanneer de heftruck wegrolt. – Parkeer de heftruck niet op een helling. – Schakel de parkeerrem in. – Vervang de vorkverlenging op een afgezond- erde en veilige plaats en op een vlakke onder- grond.
Pagina 131
Gebruik Heffen Voorzetapparatuur GEVAAR Levensgevaar door vallende last! De vorkverlenging moet met ten minste 60% van de lengte ervan op de vork rusten. Er is een overhang van maximaal 40% over het eind van de vork toegestaan. Bovendien moet de vorkverlenging zodanig worden vastgezet dat de vorkverlenging niet van de vork kan afglijden.
Gebruik Heffen Werkplatforms Het gebruik van werkplatforms in combinatie met heftrucks is wettelijk geregeld. Deze wettelijke voorschriften moeten worden opgevolgd. Het gebruik van werkplatforms is alleen toegestaan indien de wet van het land waarin de heftruck wordt gebruikt, dit toestaat. Voordat u werkplatforms gebruikt, dient u de toezichthoudende autoriteit van uw land te raadplegen.
Gebruik Hanteren van lasten Hanteren van lasten Veiligheidsvoorschriften voor het hanteren van lasten In de volgende paragrafen zijn de veiligheids- voorschriften voor het hanteren van lasten opgenomen. GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten of als delen van de heftruck dalen. –...
Pagina 134
Gebruik Hanteren van lasten WAARSCHUWING De afbeeldingen tonen voorbeelden. Alleen de lastindicatieplaatjes op de machine zijn geldig! Het aanbrengen van extra gewichten ter vergroting van het hefvermogen is verboden. GEVAAR Levensgevaar door verlies van de stabiliteit van de machine! Overschrijd nooit de aangegeven maximale last- gewichten! Deze gelden voor compacte en homo- gene lasten.
Gebruik Hanteren van lasten Voorbeeld Gewicht van de te heffen last (1) Toegestane hefhoogte (2) Lastafstand tot de vorkrug (3) WAARSCHUWING Ongevallenrisico door verlies van de stabiliteit van de machine! De toegestane belasting van de voorzetapparatuur (variant) en het gereduceerde hefvermogen van de combinatie van machine en voorzetapparaat mogen niet worden overschreden.
Pagina 136
Gebruik Hanteren van lasten Indien mogelijk moet de last tegen de vorkrug rusten. De last mag niet te ver over de vorkpunten uitsteken, en de vorkpunten mogen niet te ver onder de last uitsteken. Lasten moeten zo ver mogelijk in het midden worden opgepakt.
Gebruik Hanteren van lasten Vork verstellen – Licht de vergrendelingshendel (1) omhoog en beweeg de vorken naar de gewenste positie. – Laat de vergrendelingshendel weer op zijn plaats vastklikken. Het lastzwaartepunt moet zich midden tussen de vorken bevinden. – Bedien de vorkverstelling (variant) alleen wanneer de vork geen last draagt.
Gebruik Hanteren van lasten GEVAAR Binnen de gevarenzone van de heftruck bestaat er verwondingsgevaar! Niemand behalve de bestuurder in zijn normale bedieningspositie mag zich binnen de gevaren- zone van de heftruck bevinden. Indien personen ondanks waarschuwingen de gevarenzone niet verlaten: –...
Gebruik Hanteren van lasten Zwaaiende lasten transporteren Vóór het transporteren van zwaaiende lasten moet er advies worden ingewonnen bij de nationale wettelijke instanties (in Duitsland de werkgeversverzekeringen). Op grond van nationale voorschriften kunnen hiervoor beperkingen gelden. Neem contact op met de verantwoordelijke instanties. GEVAAR Zwaaiende lasten kunnen de volgende risico’s opleveren:...
Gebruik Hanteren van lasten GEVAAR Ongevallenrisico! Tijdens het transporteren van hangende lasten mogen rij- en lastbewegingen nooit abrupt worden uitgevoerd of beëindigd. Rij met hangende lasten nooit op op- of aflopende hellingen! Containers met vloeistof mogen nooit hangend worden getransporteerd. Een last oppakken OPMERKING Lasten mogen alleen worden opgepakt en...
Pagina 141
Gebruik Hanteren van lasten – Neig de vorken of de hefmast tot de vorken horizontaal zijn. – Hef het vorkenbord tot de vorken onge- hinderd in de pallet of last kunnen worden geschoven. – Haal de machine van de rem. –...
Pagina 142
Gebruik Hanteren van lasten – Schuif het schuifframe helemaal in. – Haal de machine van de rem. GEVAAR Ongevallenrisico! – Let goed op personen binnen de gevarenzone. – Controleer of de weg aan aandrijfzijde vrij is. Rijd voorzichtig en langzaam naar achteren tot de last van de stelling vrij is.
Gebruik Hanteren van lasten – Laat de last voorzichtig zakken en zorg dat er voldoende bodemvrijheid overblijft. Laat brede lasten die niet tussen de stijlen van de lastwielen passen, slechts zo ver zakken dat zij niet op de stijlen rusten. –...
Pagina 144
Gebruik Hanteren van lasten GEVAAR Hoe hoger een last wordt geheven, hoe minder stabiel deze wordt. De machine kan kantelen of de last kan vallen, waardoor het risico van ongevallen wordt vergroot! Het rijden met geheven last en naar voren geneigde hefmast is niet toegestaan.
Gebruik Hanteren van lasten – Rijd nooit met een last die aan een kant uitsteekt of die naar een kant is geschoven (sideshift). Het lastzwaartepunt moet zich altijd in de lengteas van de machine bevinden. Lasten neerzetten GEVAAR Ongevallenrisico door veranderd kantelmoment! Wees erop bedacht dat de hefmast bij geheven last zo ver naar voren kan worden geneigd, dat de machine voorover kan kantelen.
Pagina 146
Gebruik Hanteren van lasten moet er een extra lastindicatieschema worden gemaakt, omdat de stabiliteit wordt beïnvloed. Neem hiervoor contact op met het geautori- • seerde servicecentrum. – Nader de stelling zoals voorgeschreven met de last gedaald en lijn de last zo nauwkeurig mogelijk uit.
Gebruik Hanteren van lasten Rijden op op- en aflopende hellingen GEVAAR Levensgevaar! Op op- en aflopende hellingen moet de last naar de bovenkant van de helling gericht zijn. Er mag alleen op op- of aflopende hellingen worden gereden als deze als verkeersroutes zijn aange- merkt en veilig kunnen worden gebruikt.
Gebruik Hanteren van lasten Gebruik van liften Rijd de machine niet in een lift zonder dat u daartoe uitdrukkelijke, specifieke instruc- ties hebt gekregen. De bestuurder mag met deze machine alleen liften gebruiken met vol- doende nominaal draagvermogen en waar- voor het bedrijf dat de machine gebruikt toe- stemming heeft verleend (zie het hoofdstuk ”Definitie van de verantwoordelijke perso-...
Pagina 149
Gebruik Hanteren van lasten – Parkeer de machine beveiligd in de lift, om ongecontroleerde bewegingen van de last of de machine te voorkomen. 51908078006 [NL]...
Met voorzetapparatuur werken Voorzetapparatuur monteren Als de heftruck in de fabriek is uitgerust met geïntegreerde voorzetapparatuur (variant), moeten de specificaties in de STILL-bedie- ningsinstructies voor de geïntegreerde voor- zetapparatuur worden opgevolgd. Wanneer voorzetapparatuur op locatie wordt gemonteerd, moeten de specificaties in de bedieningsinstructies van de fabrikant van het voorzetapparaat worden opgevolgd.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken GEVAAR Er bestaat levensgevaar door een vallende last! Voorzetapparaten die de last met kracht vasthou- den (bijv. klemmen), moeten aanvullend via een tweede bedieningsfunctie (vergrendeling) worden aangestuurd, om onbedoeld loslaten van de last te voorkomen. Als er achteraf een dergelijk voorzetapparaat wordt gemonteerd, moet achteraf ook een dergelijke tweede bedieningsfunctie voor aansturing van het apparaat worden gemonteerd.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken OPMERKING Let op de definitie van de volgende verant- woordelijke persoon: ”gekwalificeerde per- soon”. Hefvermogen met voorzetapparaat De toegestane belasting van het voorzetappa- raat en de toegestane belasting (hefvermogen en lastmoment) van de heftruck mogen bij de combinatie van voorzetapparaat en nuttige last niet worden overschreden.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Machinefunctie ”Hydraulisch systeem drukloos maken” uitvoeren – Laat de hefmast en het vorkenbord hele- maal zakken. Wacht hierbij tot de hefmast, afgeremd door de mastdemping aan het eind van het daalproces, volledig is inge- schoven. – Zorg dat de vorkpunten volledig op de grond rusten door ze te kantelen.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken blijft uitgeschakeld totdat de machine weer wordt gestart. – Om het hydraulisch systeem opnieuw in te schakelen, schakelt u de contactschakelaar uit en vervolgens weer in. Algemene instructies voor het bedienen van voorzetapparatuur De bediening van voorzetapparatuur (variant) is afhankelijk van de bedieningselementen waarmee de machine is uitgerust.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken OPMERKING Alle beschreven voorzetapparaten vallen in de categorie uitrustingsvarianten. Een precieze beschrijving van de respectieve bewegingen/acties van het gemonteerde voorzetapparaat vindt u in de desbetreffende bedieningsinstructies. Voorzetapparatuur (variant) met joystick 4Plus bedienen (5e/6e hydraulische functie) De aanduiding ”5e/6e functie” heeft daarop betrekking, dat met de vier bedieningshendels vier functies kunnen worden bediend en dat door omschakeling van de functies ook de...
Pagina 156
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Neem indien nodig contact op met het service- centrum. – Let op de volgende pictogrammen en functies van voorzetapparatuur! Overzicht van pictogrammen en bedieningselementen Bedieningselement Functie van het voorzetapparaat Joystick + shift-toets Vorkverstelling: sluiten/openen ”F” Verticale Vorkverstelling: naar voren/achteren tuimelschakelaar + Shift-toets ”F”...
Pagina 157
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Bedieningselement Functie van het voorzetapparaat Joystick + shift-toets Vorkverstelling: sluiten/openen ”F” Verticale Draaiinrichting: naar links/rechts draaien tuimelschakelaar + Shift-toets ”F” Joystick + shift-toets Vorkverstelling: sluiten/openen ”F” Verticale Vorkverstelling: naar voren/achteren tuimelschakelaar + Shift-toets ”F” Bij de pictogrammen voor mogelijke voorzet- apparatuur geeft de omkaderde afbeelding in het midden van het pictogram aan welke combinatie van bedieningselementen wordt...
Pagina 158
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Beweeg de bedieningshendel naar achteren. • Het voorzetapparaat beweegt in de richting die door het rechter pictogram wordt weergegeven. – Bedien de schakelaar (2). De extra functie van het voorzetapparaat wordt geactiveerd/gedeactiveerd en kan als extra functie met de bedieningshendel worden aangestuurd.
Pagina 159
Gebruik Met voorzetapparatuur werken – Let op de volgende pictogrammen en functies van voorzetapparatuur! Functie van het voorzetapparaat Vorkverstelling: sluiten/openen Vorkverstelling: naar voren/achteren Draaiinrichting: naar links/rechts draaien Klem: sluiten/openen Lasthouder: sluiten/openen Extra vorkenbord: heffen/dalen Vorkverstelling: sluiten/openen Draaiinrichting: linksom/rechtsom draaien Vorkverstelling: sluiten/openen Naar links/rechts draaien 51908078006 [NL]...
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Klemvergrendeling (variant) bedie- nen met een joystick 4Plus Deze machine kan als variant over een klem- vergrendeling beschikken. Deze voorkomt dat de klem per ongeluk wordt geopend door onbedoelde activering van de bedienings- functie. GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten als een correcte werking van de klemvergrendeling niet gegarandeerd is! Als er naast de klem andere voorzetapparaten op...
Pagina 161
Gebruik Met voorzetapparatuur werken – Blijf de shift-toets "F" ingedrukt houden en druk de horizontale tuimelschakelaar weer in de neutrale stand. De LED (4) die aangeeft dat de klemvergren- deling is ontgrendeld, licht op en de klem kan nu worden geopend. Als de klemvergrende- ling weer wordt vergrendeld, gaat de LED uit.
Gebruik Met voorzetapparatuur werken Klemvergrendeling (variant) bedie- nen met fingertip-schakelaar Deze machine kan als variant over een klem- vergrendeling beschikken. Deze voorkomt dat de klem per ongeluk wordt geopend door onbedoelde activering van de bedienings- functie. GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten als een correcte werking van de klemvergrendeling niet gegarandeerd is! Als er naast de klem andere voorzetapparaten op...
Gebruik Met voorzetapparatuur werken – Blijf de shift-toets "F" ingedrukt houden en zet de bedieningshendel weer in de neutrale stand. De LED (4) die aangeeft dat de klemvergren- deling is ontgrendeld, licht op en de klem kan nu worden geopend. Als de klemvergrende- ling weer wordt vergrendeld, gaat de LED uit.
Gebruik Extra apparatuur bedienen • Hefvermogen Q (kg) (1) • Hefhoogte h (mm) (2) • Lastafstand C (mm) (3) Extra apparatuur bedienen Werklampen (variant) in- en uitscha- kelen De machine kan optioneel worden uitgerust met een of meerdere werklampen (1), om het werkgebied beter te verlichten.
De ongevallenrecorder is een variant van de FleetManager (variant) waarbij een accele- ratiesensor in de heftruck is gemonteerd. De acceleratiesensor registreert gegevens bij eventuele ongevallen. Deze gegevens kun- nen elektronisch uitgelezen en geëvalueerd worden. Neem voor verdere informatie con- tact op met uw STILL-servicecentrum. 51908078006 [NL]...
Gebruik Extra apparatuur bedienen Actieve laststabilisatie ALS (variant) LET OP Ongevallenrisico door botsing van de hefmast of last met de stelling of met lage plafonds. De actieve trillingsdemping van de hefmast veran- dert de trillingskarakteristieken van de hefmast en last ten opzichte van de standaardmachine. –...
Gebruik Extra apparatuur bedienen Camera-/monitorsysteem (variant) LET OP Ongevallenrisico door botsing van de hefmast of last met de stelling of met lage plafonds. – Ook bij gebruik van dit systeem moet altijd re- kening worden gehouden met de trillingskarak- teristieken van de hefmast en de last. –...
Gebruik Extra apparatuur bedienen Voorwaarden voor lastmeting De last moet in rust zijn, zodat de gewichts- sensor nauwkeurige resultaten levert. Daarom is de lastmeting gedurende de vol- gende activiteiten van de machine geblok- keerd: • Rijden • Heffen • Dalen Zodra de vork twee seconden lang in rust is geweest, wordt de lastmeting vrijgegeven.
Gebruik Batterijwisselframe (variant) Lastmeting uitvoeren – Laat de vork met de last eenmaal kort iets dalen. Hierdoor wordt de nauwkeurigheid van de meting vergroot. – Druk op de toets (1) om de lastmeting te starten. De meting wordt uitgevoerd zodra de last in rust is.
Gebruik Batterijwisselframe (variant) Veilig hanteren WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Batterijframes worden gebruikt voor het verplaat- sen van zware gewichten. Met name bij uitvoe- ringen met handmatige aandrijving bestaat altijd beknellingsgevaar voor vingers en handen. Daa- rom moet er altijd goed voor worden gezorgd dat de batterij tegen de aanslag rust, en dat wanneer de batterij langs de geleidingen schuift uw vingers of handen niet in de weg zitten.
Gebruik Batterijwisselframe (variant) gebruik wordt het lege batterijframe naar de betreffende machine gebracht. Als er een dubbel batterijframe beschikbaar is, kan er op de tweede rollenbaan reeds een nieuw opge- laden batterij worden meegenomen. Overdrachthoogte afstellen – Controleer met een externe waterpas of met een richtliniaal de hoogte van het batterij- frame en controleer of het batterijframe ho- rizontaal is.
Gebruik Batterijwisselframe (variant) te kunnen ontgrendelen, kunt u de batterij op de rollenbaan iets naar achteren duwen. Plek voor vervangen van de batterij Eisen aan de plek voor het vervangen van de batterij Er moet voldoende ruimte zijn zodat de wisselframes kunnen worden opgesteld en dat de machine vrij door de beschikbare ruimte kan bewegen.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) LET OP Risico van materiële schade Het hangt af van de plaatselijke omstandigheden of er bij het vervangen van de batterij een verlengka- bel voor aansluiting van de batterij op de machine moet worden gebruikt. Als er een verlengkabel no- dig is, gebruik dan alleen een kabel met geschikte doorsnede en goedgekeurde stekkers.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) Definitie van termen Niveau Aan elk niveau kan één doelhoogte worden toegewezen. Geldige niveaus kunnen halfau- tomatisch worden bereikt. Zone Een magazijn kan worden onderverdeeld in Niveau 1-20 acht zones, waarvan elk zone 20 niveaus kan Zone A-H bevatten.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) • Dalen/heffen hoofdhefinrichting (6) • Schuiven naar aandrijfzijde/lastzijde (7) • Neigen naar aandrijfzijde/lastzijde (8) • Zijverschuiving links/rechts (9) Vrije heffing De vrije heffing (10) is het hoogteverschil van de lastdrager waarmee deze na het uitschuiven van de mast verder wordt geheven of daalt om een last in of uit te slaan.
Pagina 176
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) icesoftware kunnen worden geselecteerd. De configuratie kan alleen worden gewijzigd door het geautoriseerde servicecentrum. ”Machineopties 1” pagina: • AUTO MODE voorkeuze van de hoogte ”Basispositie” • AUTO MODE voorkeuze van de hoogte ”Willekeurige positie” •...
Pagina 177
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) AUTO MODE voorkeuze van de hoogte ”Willekeurige positie” In de configuratie ”Willekeurige positie” bepaalt de assistent de voorkeuze van de hoogte zonder rekening te houden met de respectieve positie van het schuifframe. Na invoer van de zone en het niveau, moet de functie inslaan of uitslaan worden gekozen om de voorkeuze van de hoogte te activeren.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) AUTO MODE voorkeuze van de hoogte ”Start alleen bij vork onder doelhoogte” • De doelhoogte kan alleen direct worden bereikt, als het vorkenbord zich onder de doelhoogte bevindt. • Als het vorkenbord zich boven de doel- hoogte bevindt, stelt de voorkeuze van de hefhoogte eerst dalen in tot het vorkenbord zich onder de doelhoogte bevindt.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) Deze leiden echter tot andere weergaven in de assistent (1). De assistent geeft aan welke functie er moet worden uitgevoerd. De vol- gende beschrijving is bedoeld als voorbeeld. Na inschakeling van de machine wordt auto- matisch zone ”A”...
Pagina 180
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) LET OP Als er niet op de toets voor inslaan (1) wordt ge- drukt, zijn alle hydraulische functies beschikbaar zonder beperkingen (= handmatig bedrijf)! Let op de pictogrammen op het display! – Na het doelniveau (bijv. A1) te hebben ingevoerd, drukt u op de toets voor inslaan van de last (1).
Pagina 181
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) Voorbeeld: uitslaan in de volautomati- sche modus OPMERKING Uitslaan kan alleen worden geselecteerd als er tijdens het inleren geldige hoogtes aan de niveaus werden toegewezen. Bij ongeldige niveaus of niveaus waaraan geen hoogte is toegewezen, wordt er niet naar de automatische modus overgeschakeld.
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) – Activeer de heffunctie (weergegeven door de assistent). De exacte gekozen hoogte wordt bereikt en er wordt automatisch gestopt (6). Het display (5) toont een afstand tot het doel van ≤ 6 mm. – Rijd naar de stelling (7). –...
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) geen machinespecifieke parameters voor voorkeuze van de hoogte worden gewijzigd. Dit is alleen mogelijk met behulp van de serv- icesoftware. Met de servicesoftware kunnen onder andere de volgende parameters worden gewijzigd: • Vrije hefhoogte pallet •...
Pagina 184
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) Het menu voor de voorkeuze van de hefhoogte openen – Voor informatie over de algemene bedie- ning van de machineconfiguratie alsmede het invoeren van een wachtwoord met een bepaald autorisatieniveau, zie het hoofd- stuk ”Onboard-machineconfiguratie/Alge- meen”.
Pagina 185
Gebruik Voorkeuzesysteem voor de hefhoogte (variant) Hefhoogtes voor de voorkeuze van de hoogte invoeren en opslaan De programmeerbare hefhoogtes worden ingevoerd met de invoertoetsen op het bedie- ningspaneel. Het resultaat van elke invoer wordt in het displayveld (1) weergegeven. Om ervoor te zorgen dat opgeslagen hefhoog- tes later kunnen worden gekozen, moeten voor elke hefhoogte drie soorten informatie worden ingevoerd:...
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) Hefhoogte programmeren (voorbeeld: zone A, niveau 07, hefhoogte 5500 mm) Display Toets Actie Druk op de toets, het A07 05 (X knippert) XX knipperende cijfer wordt --> de cursor gaat één positie vervangen verder Druk op de toets, het A07 055 (X knippert) X knipperende cijfer wordt -->...
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) Cabinedeur openen GEVAAR Levensgevaar bij rijden met geopende cabinedeur! De bestuurder kan gewond raken als hij niet met zijn hele lichaam binnen de beschermende cabine blijft of als hij uit de machine valt. – Sluit altijd de cabinedeur voordat u optrekt en houd de deur tijdens het rijden gesloten.
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) Cabinedeur sluiten GEVAAR Levensgevaar bij rijden met geopende cabinedeur! De bestuurder kan gewond raken als hij niet met zijn hele lichaam binnen de beschermende cabine blijft of als hij uit de machine valt. – Sluit altijd de cabinedeur voordat u optrekt en houd de deur tijdens het rijden gesloten.
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) – Trek beide vergrendelingsknoppen (1) omhoog tot de ruit (2) naar buiten toe kan worden geopend. – Controleer of de omgeving veilig is, duw de ruit naar buiten en klim naar de zijkant toe uit de machine. –...
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) Bedieningselement Functie Tuimelschakelaar Selectie van twee verwarmingsniveaus voor de heteluchtver- verwarmingssysteem warming in de deur (deur), 2-traps Tuimelschakelaar Selectie van twee ventilatortoerentallen ventilator, 2-traps Tuimelschakelaar Selectie van twee verwarmingsniveaus voor de heteluchtver- verwarmingssysteem warming onder het stuur (voetruimte), 2-traps Tuimelschakelaar Selectie van twee verwarmingsniveaus voor de heteluchtver-...
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) Verwarming in de cabine (variant) Ventilator en verwarming inschakelen GEVAAR Er bestaat vergiftigingsgevaar wanneer sterk verontreinigde omgevingslucht in de gesloten cabine wordt gezogen! De verwarming mag niet worden ingeschakeld in de buurt van opsla- gruimtes en dergelijke waar brand- stofdampen of fijnstof (bijv.
Gebruik Cabinesysteem bedienen (variant) GEVAAR De behuizing van de verwarming kan erg heet worden wanneer de ver- warming in werking is. Bij aanraking bestaat er verbrandingsgevaar! – Raak de behuizing van de verwarming niet aan wanneer de verwarming werkt. – Raak alleen de schakelaars aan. –...
Gebruik Gebruik in koelhuizen Gebruik in koelhuizen Algemeen Om heftrucks en magazijntrucks geschikt te maken voor het gebruik in koelhuizen, moe- ten de machines worden voorzien van extra uitrusting en technische wijzigingen onder- gaan. Door deze aanpassingen verschillen de bediening, de onderhoudsintervallen en de onderhoudswerkzaamheden van die bij stan- daardmachines.
Gebruik Gebruik in koelhuizen Koelhuisuitrus- Toepassingsge- Temperatuurbe- Bedrijfstijd Opmerking ting bied reik tot om eventuele condens te laten verdampen (minimaal 30 minuten) of zo kort dat er zich geen condens kan vormen (maximaal 10 minuten). Parkeren buiten het koelhuis. Vereist -30 °C Continu De machine mag...
Gebruik Gebruik in koelhuizen LET OP Afhankelijk van de temperatuur kan de oplaadtijd van de batterij toenemen en de beschikbare capa- citeit afnemen. Hoe lager de temperatuur waarbij de batterij wordt gebruikt, hoe langer de laadtijd en hoe lager de beschikbare capaciteit.
Gebruik Bediening van het display- en bedieningspaneel Machine opwarmen Voordat de machine normaal in het koelhuis wordt gebruikt, moet de machine ca. 5 mi- nuten worden opgewarmd . Om de machine op te warmen, moeten alle mogelijke bewe- gingen meerdere malen worden uitgevoerd. Deze opwarmfase is nodig om de temperatuur van de olie te laten stijgen.
Pagina 197
Gebruik Bediening van het display- en bedieningspaneel Item- Display Opmerking num- Joystick 4Plus (bedieningsfout) Display afhankelijk van machinepara- meters (bijv. rijsnelheid, schuifpositie, Multifunctionele indicator hefhoogte) Displayveld voor de geselecteerde stan- Dit display is alleen actief bij de variant daardwaarde voor het voorkeuzesysteem met ’voorkeuzesysteem voor de hef- voor de hefhoogte hoogte’...
Gebruik Efficiencymodus Blue-Q Item- Display Opmerking num- Symbool voor variant met FleetManager of variant met toegang via pincode Display voor te laag waterniveau in de batterij (variant) Batterij niet vergrendeld Efficiencymodus Blue-Q Beschrijving van de werking De Blue-Q efficiencymodus beïnvloedt zowel de aandrijfeenheid als de aansturing van de extra verbruikers en reduceert het energiever- bruik van de machine.
Gebruik Storingsdisplays Storingsdisplays Overzicht van het display- en bedieningspaneel Storingsmeldingen Storingen worden op het display weergege- ven door middel van storingsnummers (2). Behalve de storingsmelding licht ook het sym- bool (1) op. OPMERKING Als de storing niet door in- en uitschakelen van de machine of door een juiste bediening kan worden verholpen, neem dan contact op met het geautoriseerde servicecentrum.
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Het werkelijke totaalgewicht bepalen – Parkeer de machine beveiligd; zie het hoofdstuk ”Machine beveiligd parkeren”. – Bepaal de afzonderlijke gewichten door het typeplaatje van de machine te lezen en, Type-Modèle-Typ / Serial no.-No. de série-Serien-Nr. / year-année-Baujahr indien van toepassing, het typeplaatje van Rated capacity Unladen mass...
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Machine vastsjorren LET OP Schurende sjorbanden kunnen het oppervlak van de machine beschadigen. – Plaats antislipbeschermingen onder de hijspun- ten (3) (bijvoorbeeld rubber matten of schuim- plastic). GEVAAR De last kan wegglijden wanneer de sjorbanden eraf schuiven! De machine moet zodanig worden vastgesjord dat hij tijdens het transport beslist niet kan bewegen.
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Slepen GEVAAR Het remsysteem van het sleepvoertuig kan weige- ren. Er bestaat een ongevallenrisico! Als het remsysteem van het sleepvoertuig niet krachtig genoeg is, kunnen het voertuig en de ma- chine niet veilig worden afgeremd of kunnen de remmen van het voertuig weigeren.
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Slepen met werkende stuurinrichting GEVAAR Tijdens het manoeuvreren kunnen er mensen tussen de machine en het sleepvoertuig bekneld raken. Er bestaat levensgevaar! Manoeuvreren met het sleepvoertuig en aanbren- gen van de sleepkabels is alleen toegestaan met een tweede persoon als begeleider.
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Slepen met niet-werkende stuurinrich- ting Als de stuurinrichting defect is, kan de ma- chine bijvoorbeeld met behulp van stuurbare zware rollen worden weggesleept. Afhanke- lijk van de uitvoering van de machine moeten de zware rollen onder het aangedreven wiel of onder de zijbalken van de machine wor- den geplaatst.
Pagina 205
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Het werkelijke totaalgewicht bepalen – Parkeer de machine beveiligd; zie ⇒ Deel ”Machine beveiligd parke- ren”, blz. 5-230. – Bepaal de afzonderlijke gewichten door het Type-Modèle-Typ / Serial no.-No. de série-Serien-Nr. / year-année-Baujahr typeplaatje van de machine te lezen en, Rated capacity Unladen mass Capacité...
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Hijsbanden bevestigen LET OP Aanslagmiddelen kunnen het lakwerk van de machine beschadigen! Aanslagmiddelen kunnen het lakwerk beschadigen wanneer zij langs het oppervlak van de machine schuren of ertegenaan drukken. Met name harde aanslagmiddelen of aanslagmiddelen met scherpe randen, zoals kabels of kettingen, kunnen het oppervlak snel beschadigen.
Pagina 207
Gebruik Bediening in speciale bedrijfsomstandigheden Hijsbanden bevestigen aan een machine zonder hefmast • Bevestig twee geschikte harpsluitingen (4) in de bovenste mastlagers van de machine • Leid de hijsband door de twee harpsluitin- gen en door de steunen van het bescherm- dak heen naar boven.
Gebruik Procedure in noodsituaties Machine ophijsen GEVAAR Als de opgehesen machine ongecon- troleerd slingert, kunnen personen bekneld raken. Er bestaat levensge- vaar! – Loop of sta nooit onder hangende lasten. – Laat de machine nergens tege- naan stoten wanneer deze wordt opgehesen en voorkom onge- controleerde bewegingen van de machine.
Gebruik Procedure in noodsituaties contacten aanzienlijk wordt verkort. – Schakel de machine uit voordat u de batterijstek- ker loskoppelt. – Koppel de batterijstekker niet los als de machine is ingeschakeld, behalve als er sprake is van een noodgeval. LET OP Ongevallenrisico bij een nooduitschakeling van de machine bij geheven last.
Gebruik Procedure in noodsituaties Procedure bij kantelen van de machine GEVAAR Als de machine kantelt, kan de bestuurder eruit vallen, onder de machine terechtkomen en worden verpletterd. Er bestaat levensgevaar. Het niet aanhouden van de in deze bedieningsin- structies gespecificeerde grenswaarden, bijv. door te rijden op ontoelaatbaar steile hellingen of door het niet aanpassen van de snelheid in bochten, kan ertoe leiden dat de machine kantelt.
Gebruik Omgang met de batterij Bij een stroomuitval kunnen de vorken hand- matig worden neergelaten, zodat de machine in een veilige positie kan worden gebracht. De nooddaalklep wordt via een flexibele aandrijving op afstand bediend. De greep voor bediening van het systeem bevindt zich op het schuifframe, in de buurt van de mastbevestiging.
Pagina 212
Gebruik Omgang met de batterij GEVAAR Ongevallenrisico! De batterij kan van het hijs- of hefmiddel vallen, of het hijs- of hefmiddel kan kantelen of beschadigd raken. Als dit gebeurt, bestaat er levensgevaar. De batterij mag alleen worden vervangen als de machine op een vlakke, gelijkmatige ondergrond met voldoende draagvermogen staat.
Gebruik Omgang met de batterij De onderhoudsinstructies voor de batterij moeten worden opgevolgd. WAARSCHUWING DANGER De batterij is erg zwaar. Er bestaat gevaar van ernstig letsel wanneer lichaamsdelen zich onder de batterij bevinden. Er bestaat gevaar van beknelling/afschuiven! – Draag tijdens het vervangen van batterijen altijd veiligheidsschoe- nen.
Gebruik Omgang met de batterij Afmetingen en gewicht van de batterij GEVAAR De afmetingen en het gewicht van de batterij beïnvloeden de stabiliteit van de heftruck. Er bestaat kantelgevaar! Bij het vervangen van de batterij mogen de ge- wichtsverhoudingen niet worden gewijzigd. Het gewicht van de batterij moet binnen het op het type- plaatje vermelde gewichtsbereik liggen.
Gebruik Omgang met de batterij LET OP Onjuiste aansluiting of bediening van het laadstation of de batterijlader kan leiden tot schade aan componenten! – Volg de bedieningsinstructies voor het laadstation of de batterijlader en voor de batterij op. Beschadiging van kabels LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortsluitingsgevaar.
Gebruik Omgang met de batterij WAARSCHUWING Kortsluitingsgevaar! Let er bij het heen en weer schuiven van de batterij op dat de batterijkabel niet bekneld raakt. De batterij kan worden verwijderd met behulp van de volgende hijs- of hefmiddelen: • Kraan (bij standaarduitrusting) •...
Gebruik Omgang met de batterij – Zet de bedieningshendel een keer in de nulstand – Bedien de bedieningshendel opnieuw en schuif het schuifframe in de richting van de aandrijving in tot in de eindpositie – Trek de ontgrendelingshendel (3) voor de batterijvergrendeling omhoog De batterij wordt ontgrendeld en kan samen met het schuifframe in de richting van de last...
Gebruik Omgang met de batterij Er kan weer met normale snelheid met de machine worden gereden en de hydraulische functies zijn niet langer beperkt. OPMERKING Als het waarschuwingssignaal nog steeds klinkt en het ”kruipsnelheids”symbool nog steeds wordt weergegeven, werd de batterij na het ontgrendelen niet ten minste een derde van de totale schuifafstand in de richting van de last naar buiten geschoven.
Gebruik Omgang met de batterij – Koppel de batterijstekker (1) los van de stekkerverbinding door de stekker in de richting van de pijl te trekken. – Leg de batterijstekker op de batterij. LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortsluitingsgevaar. –...
Pagina 220
Gebruik Omgang met de batterij het schuifframe in de richting van de last uit- geschoven. Voordat het schuifframe wordt uitgeschoven, moet de batterijvergrendelings- hendel worden bediend. Als het schuifframe helemaal is ingeschoven, wordt het batterij- frame mechanisch opnieuw vergrendeld. De batterij moet worden aangebracht of verwijderd met een kraan.
Pagina 221
Gebruik Omgang met de batterij – Schuif het schuifframe samen met de batterij (2) helemaal uit. – Schakel de machine uit. – Druk op de noodstopschakelaar. LET OP Risico van beschadiging van componenten! Als u de batterijstekker uittrekt als de machine is in- geschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats.
Gebruik Omgang met de batterij Batterij aanbrengen WAARSCHUWING Risico van corrosie De elektrolyt (batterijzuur) is giftig en bijtend bij aanraking. Bij de omgang met batterijzuur moeten te allen tijde de voorgeschreven veiligheidsmaa- tregelen worden genomen. Let met name bij net opgeladen batterijen op explosiegevaar in het ven- tilatiegedeelte.
Pagina 223
Gebruik Omgang met de batterij – Bevestig het batterijdeksel met de drie bouten op de machine – Breng de inbussleutel voor het nooddaal- mechanisme weer op zijn plaats in het be- stuurderscompartiment aan, onder het stuur. Handelingen na afloop van het aanbren- gen van de batterij GEVAAR Als de batterij niet goed vergrendeld is, kan de...
Gebruik Omgang met de batterij – Sluit de batterijstekker aan. – Zorg dat de batterijkabel niet bekneld kan raken wanneer het schuifframe samen met de batterij wordt ingeschoven. – Ontgrendel de noodstopschakelaar. – Schakel de machine in. – Trap op de voetschakelaar. –...
Gebruik Omgang met de batterij WAARSCHUWING Er bestaat beknellingsgevaar als de batterij naar buiten valt. De batterijvergrendeling mag uitsluitend worden ontgrendeld op een horizontale, vlakke ondergrond en met gebruikmaking van een geschikt batterijwis- selframe. De batterijvergrendelingshendel mag alleen wor- den bediend als de machine stilstaat en het schuif- frame helemaal is ingeschoven.
Pagina 226
Gebruik Omgang met de batterij ”Batterijwisselframe/Overdrachthoogte afstellen”. – Positioneer de machine en het batterijframe parallel naast elkaar. – Positioneer de machine en het batterijframe zodanig dat de rollenbanen van de machine en het batterijframe exact met elkaar zijn uitgelijnd. Batterij naar buiten schuiven De batterij rust in een frame.
Gebruik Omgang met de batterij – Koppel de batterijstekker (3) los. LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortsluitingsgevaar! Leg de batterijkabel zodanig op de batterij dat hij niet bekneld kan raken bij het verwijderen of aanbrengen van de batterij. –...
Pagina 228
Gebruik Omgang met de batterij – Zwenk de scharnierpen (2) omhoog tegen de aanslag (3). GEVAAR De batterij kan nu vrij bewegen en kan onbedoeld wegrollen, waardoor beknellingsgevaar ontstaat! Personen mogen niet in de bewegingsrichting van de batterij staan. Er mogen zich geen voorwerpen of lichaamsdelen tussen de batterij en het machinechassis bevinden.
Pagina 229
Gebruik Omgang met de batterij – Als uw machine een Euro-batterijstekker heeft, moet erop worden gelet dat de indexeerbout voor de spanning zich in de juiste positie bevindt. Het ingestelde spanningsniveau kan via een kijkvenster (1) worden afgelezen. Deze machines werken op een batterij met een nominale spanning van 48 volt.
Gebruik Omgang met de batterij toestand kan ook het gevolg zijn van een andere dan standaardbatterij of van een technische storing. Als de batterij niet bij de leveringsomvang is inbegrepen, moet de batterijvergrendeling worden afgesteld door het geautoriseerde servicecentrum. – Controleer de batterijgegevens (batterijtype en batterijcapaciteit) en voer ze indien nodig opnieuw in op het display- en bedieningspa- neel;...
Gebruik Omgang met de batterij Batterijvergrendeling afstellen Afstelinstructies Batterijbakken voor tractiebatterijen worden geproduceerd met relatief grote toleranties. Om ervoor te zorgen dat de vergrendeling van het batterijframe waarin de batterij rust goed werkt, moeten de aanslagbuffers worden afgesteld. Dit gebeurt in de fabriek tijdens de ingebruikname.
Gebruik Omgang met de batterij – Controleer of de vergrendeling goed werkt en of de ontgrendelingshendel met de hand kan worden bediend (zie het hoofdstuk ”Batterijvergrendeling bedienen”. Als de vergrendeling niet vergrendelt of als de ontgrendelingshendel slechts met moeite kan worden bediend, moet de dikte van de onderlegringen worden verkleind of de hoogte van de rubber buffers worden verminderd.
Pagina 233
Gebruik Omgang met de batterij De volgende menu-items zijn beschikbaar: • Informatie • Parameter • Diagnose OPMERKING De optie voor voorkeuze van de hoogte biedt ook het menu-item Teach in (inleren). – Selecteer het menu Parameter. – Druk op de toets ”OK” op het toetsenblok (2) om de selectie te bevestigen.
Gebruik Omgang met de batterij Batterijtransport met kraan GEVAAR Als de last valt, bestaat er levensge- vaar! Type-Modèle-Typ / Serial no.-No. de série-Serien-Nr. / year-année-Baujahr – Loop of sta nooit onder hangende Rated capacity Unladen mass lasten. Capacité nominale Masse à vide Nenn-Tragfähigkeit Leergewicht –...
Gebruik Omgang met de batterij en het chassis van de machine. Voorkom oscillerende bewegingen. – Zet de batterij voorzichtig neer. – Zorg ervoor dat er geen slaphangende hijsmiddelen op de batterijcellen vallen. Batterij onderhouden GEVAAR Explosiegevaar! – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de batterij op;...
Pagina 236
Gebruik Omgang met de batterij Ladingstoestand van de batterij contro- leren Het ontladingsproces moet worden bewaakt om diepe ontlading van de batterij te voor- komen. De hydraulische heffunctie wordt uitgeschakeld als er een restcapaciteit van 20% wordt bereikt. OPMERKING De karakteristiek van de batterij-indicator moet afhankelijk van de geïnstalleerde batterij worden ingesteld.
Pagina 237
Gebruik Omgang met de batterij LET OP Diepe ontlading verkort de levensduur van de batterij. Voorkom dat de ontlading tot onder 20% van de nominale capaciteit komt (dit komt overeen met 0% op het display), omdat dan de batterij diep ontladen –...
Pagina 238
Gebruik Omgang met de batterij LET OP Risico van beschadiging van componenten! Als u de batterijstekker uittrekt als de machine is in- geschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats. Dit kan ertoe leiden dat de contacten ero- deren, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 239
Gebruik Omgang met de batterij LET OP Risico van beschadiging van componenten! Als u de batterijstekker aansluit als de batterijlader is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogont- lading plaats. Dit kan ertoe leiden dat de contacten eroderen, waardoor de levensduur van de contac- ten aanzienlijk wordt verkort.
Gebruik Buiten bedrijf stellen – Schuif de batterij samen met het schuif- frame in de richting van de aandrijving helemaal naar binnen (zie het hoofdstuk ”Batterij vervangen”). Buiten bedrijf stellen Machine beveiligd parkeren GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overreden te worden wanneer de machine wegrolt.
Pagina 241
Gebruik Buiten bedrijf stellen – Laat de vork op de grond zakken. – Neig de hefmast naar voren tot de vorkpun- ten op de grond rusten. – Schuif bij voorzetapparatuur (variant) de werkcilinders in. – Draai de contactsleutel (variant) naar links en trek hem uit het contactslot.
Gebruik Buiten bedrijf stellen Machine uit gebruik nemen en stallen LET OP Beschadiging van componenten door verkeerd opslaan! Als de machine langer dan twee maanden op ondeugdelijke wijze wordt gestald of uit gebruik wordt genomen, kan de machine beschadigd raken door corrosie.
Gebruik Buiten bedrijf stellen aan de batterij uit (volgens de richtlijnen van de batterijfabrikant). – Voer onderhoud aan de batterij uit. OPMERKING Sla batterijen alleen volledig opgeladen op. – Spuit een geschikte contactspray op alle blootliggende elektrische contacten. LET OP Gevaar van vervorming van de banden door lang- durige eenzijdige belasting! Krik de machine op zodat alle wielen van de grond...
Gebruik Reinigen – Smeer de machine. – Smeer de gewrichten en bedieningsmecha- nismen. – Controleer de toestand van de batterij en de dichtheid van het zuur en laad de batterij indien nodig op. – Controleer de hydrauliekolie op condens- water en ververs de olie indien nodig. –...
Pagina 245
Gebruik Reinigen WAARSCHUWING Er bestaat verwondingsgevaar door vallen wanneer u op de machine klimt! Als u op de machine klimt, kunt u aan componenten blijven hangen of daarop uitglijden en naar beneden vallen. Hoger gelegen punten van de machine mogen alleen met daarvoor geschikte uitrusting toegankelijk worden gemaakt.
Gebruik Reinigen Hefkettingen reinigen WAARSCHUWING Ongevallenrisico! Hefkettingen zijn veiligheidskritische onderdelen. Het gebruik van koudreinigers, chemische reini- gingsmiddelen of vloeistoffen die bijten of die zuur of chloor bevatten, kan de kettingen beschadigen; het gebruik van deze middelen is verboden! – Volg de voorschriften van de fabrikant voor de omgang met reinigingsmiddelen op –...
Pagina 247
Gebruik Reinigen – Ga op de bestuurdersstoel zitten en start de machine volgens de voorschriften. LET OP Kortsluitingsgevaar! – Als er ondanks de getroffen voorzorgsmaatre- gelen toch vocht in de elektromotoren is binnen- gedrongen, moeten deze eerst met perslucht worden gedroogd. –...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Algemene onderhoudsinformatie Personeelskwalificaties Alleen gekwalificeerd en geautoriseerd perso- neel mag onderhoud uitvoeren. De jaarlijkse controle moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde persoon. De inspectie en be- oordeling door de gekwalificeerde persoon moet onafhankelijk van bedrijfsmatige en economische omstandigheden en uitsluitend vanuit een veiligheidsstandpunt plaatsvinden.
Pagina 251
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie is de enige manier om te garanderen dat de machine gebruiksgereed blijft, optimale pres- taties levert en een optimale levensduur heeft. Het is tevens een voorwaarde voor eventuele garantieclaims. Onderhoudstijdstip – Welk onderhoud er nodig is, ziet u in de onderhoudschecklists.
Pagina 252
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie 51908078006 [NL]...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 1000 draaiuren/jaarlijks Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis, deksels/afdekkingen, steunelementen en mastbevestiging op scheuren of beschadiging controleren (visuele controle) Beschermdak/cabine en ruiten op beschadiging controleren;...
Pagina 254
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Stuur op goede bevestiging controleren en draaihendel op beschadiging controle- Werking van de stuurinrichting controleren Draaikranslager op een soepele werking en op slijtage controleren Tandwielen van de stuurinrichting op speling controleren en smeren Hydraulisch remsysteem Alle mechanische en hydraulische onderdelen van het remsysteem op toestand en...
Pagina 255
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Batterij op beschadiging en zuurdichtheid controleren; onderhoudsinstructies van de fabrikant opvolgen Batterijstekker en -kabels op beschadiging controleren Batterijspanning onder belasting meten Isolatietest uitvoeren Batterijbak op kortsluitingen doormeten Hydraulisch systeem...
Pagina 256
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Controleren of er een veiligheidsbout op het vorkenbord of het voorzetapparaat aanwezig is Speciale uitrusting Verwarming op beschadiging controleren; onderhoudsinstructies van de fabrikant opvolgen Voorzetapparatuur op slijtage en beschadiging controleren;...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 3000 draaiuren/om de twee jaar Uitge- Na draaiuren voerd 3000 6000 9000 12000 15000 Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis, deksels/afdekkingen, steunelementen en mastbevestiging op scheuren of beschadiging controleren (visuele controle) Beschermdak/cabine en ruiten op beschadiging controleren; zicht door de ruiten controleren Bedieningselementen, schakelaars en gewrichten op beschadiging controleren en vet en olie aanbrengen...
Pagina 258
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Uitge- Na draaiuren voerd 3000 6000 9000 12000 15000 Visueel op een goede bevestiging en op uitwendige beschadiging controleren. Op loopgeluiden controleren. Externe ventilatoren reinigen. Functietest Stuurinrichting Stuur op goede bevestiging controleren en draaihendel op beschadiging controle- Werking van de stuurinrichting controleren Op een soepele werking en op slijtage van het draaikranslager controleren Tandwielen van de stuurinrichting op speling controleren en smeren...
Pagina 259
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Uitge- Na draaiuren voerd 3000 6000 9000 12000 15000 Ventilatoren op een goede werking en op beschadiging controleren en reinigen Batterij en toebehoren Batterij op beschadiging en zuurdichtheid controleren; onderhoudsinstructies van de fabrikant opvolgen Batterijstekker en -kabels op beschadiging controleren Batterijspanning onder belasting meten Isolatietest uitvoeren Batterijbak op kortsluitingen doormeten...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Uitge- Na draaiuren voerd 3000 6000 9000 12000 15000 Vorken op slijtage en vervorming controleren Controleren of er een veiligheidsbout op het vorkenbord of het voorzetapparaat aanwezig is Speciale uitrusting Verwarming op beschadiging controleren; onderhoudsinstructies van de fabrikant opvolgen Voorzetapparatuur op slijtage en beschadiging controleren;...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 1500 2000 2500 voerd 3000 3500 4000 4500 Hydraulisch systeem op lekkage controleren Alle rollen en glijstukken in de hefmast controleren op soepel lopen Kettingen en pignons visueel controleren Vorken visueel controleren Eindschakelaars controleren op soepel bewegen Smeren Met goedgekeurde smeermiddelen volgens het smeerschema smeren...
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie het smeervermogen verminderd. Indien overstappen op een ander merk onvermijdelijk is, moet de oude olie bijzonder zorgvuldig worden afgetapt. Voordat u smeerwerkzaamheden uitvoert, fil- ters vervangt of enig werk aan het hydraulisch systeem uitvoert, moet de omgeving van het betreffende deel grondig worden gereinigd.
Pagina 263
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Apparaat/middel Specificaties Eenheid Meeteenheid - lastwiel Momentsleutel 195 Nm (wielbouten) - Lastwiel Momentsleutel Haal de gleufmoer (gleufmoer) eerst met 50 Nm aan. Draai de gleufmoer weer los en haal hem opnieuw aan, deze keer met 20 Nm. Draai het lastwiel tijdens het aanhalen rechtsom, zodat het lager goed...
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Algemene informatie Ter voorkoming van ongevallen tijdens het uitvoeren van onderhoud en reparaties moe- ten alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen worden genomen, bijv.: • Zorg ervoor dat de heftruck niet onbedoeld kan bewegen en niet per ongeluk kan worden gestart (schakel de parkeerrem in, laat de heftruck opkrikken door het geautoriseerde servicecentrum).
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud regeling, moeten deze componenten uit de vorkheftruck worden verwijderd voordat er elektrisch wordt gelast. Werkzaamheden aan de elektrische installatie (bijv. het aansluiten van een radio, extra schijnwerpers etc.) zijn alleen toegestaan na goedkeuring van het geautoriseerde servicecentrum.
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud tingen is in de werkplaatshandleiding van de machine beschreven. Werkzaamheden aan de voorzijde van de machine GEVAAR Ongevallenrisico! Wanneer de hefmast of het vorkenbord geheven is, mag er niet aan de hefmast of aan de voorzijde van de machine worden gewerkt zonder dat de volgende veiligheidsmaatregelen getroffen zijn! GEVAAR...
Onderhoud Onderhoud Telescopische hefmast vastzetten – Schuif de hefmast uit. – Leid de ketting (1) over de dwarsbalk van de buitenmast (2) en onder de dwarsbalk van de binnenmast. – Laat de binnenmast zakken tot aan de aanslag van de ketting. OPMERKING Schuif de hefmast uit om de ketting te ont- spannen.
Onderhoud Onderhoud – Controleer de batterij op scheuren in de behuizing, omhooggekomen platen en zuurlekkage. WAARSCHUWING De elektrolyt (verdund zwavelzuur) is giftig en bijtend! – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met batterijzuur op. – Spoel gemorst batterijzuur onmiddellijk weg met voldoende water! –...
Onderhoud Onderhoud WAARSCHUWING Kantelgevaar! De kwaliteit van de banden beïnvloedt de stabiliteit van de machine. Als u een ander bandtype op de machine wilt gebruiken dan de door de fabrikant van de machine goedgekeurde banden, of banden van een andere fabrikant, moet u eerst bij de fabrikant van de machine om toestemming daarvoor vragen.
Onderhoud Onderhoud Hydraulisch systeem op lekkage controleren WAARSCHUWING Er kan hydrauliekolie onder druk uit lekkende leidingen ontsnappen en huidletsel veroorzaken. Draag geschikte veiligheidshand- schoenen, een veiligheidsbril, etc. WAARSCHUWING Hydraulische slangen worden na verloop van tijd broos! Hydraulische slangen mogen maximaal zes jaar worden gebruikt.
Onderhoud Onderhoud Hefmast en rolgeleidingen smeren – Verwijder vuil en smeermiddelresten van de rolgeleidingen – Smeer de rolgeleidingen (1) van de bui- tenmast, middenmast en binnenmast ter vermindering van slijtage met een hechtend smeermiddel voor maximale drukken; zie het hoofdstuk ”Onderhoudsschema” OPMERKING Spuit de geleidingen gelijkmatig in vanaf een afstand van ca.
Pagina 272
Onderhoud Onderhoud 51908078006 [NL]...
Berekening volgens VDI 3597; wordt bij grotere batterijen afhankelijk van de batterijmaat respectievelijk 90 mm langer Afhankelijk van hefmast; sideshift/vorkneiging: 2°/4° Kenmerken FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE Fabrikant STILL STILL STILL Typeaanduiding van FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE fabrikant...
Pagina 276
Technische gegevens VDI-specificatieblad FM-X 14 SE, FM-X 17 SE, FM-X 20 SE* Wielen, chassis FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE Banden C/SE C/SE C/SE Bandenmaat voor Ø 457 x 203 Ø 457 x 203 Ø 457 x 203 Bandenmaat achter Ø...
Technische gegevens VDI-specificatieblad FM-X 14 SE, FM-X 17 SE, FM-X 20 SE* FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE Bodemvrijheid midden 4.32 wielbasis Gangpadbreedte bij pallets 4.34.1 1000x1200 dwars op de vorken 2806 2806 2896 Gangpadbreedte bij pallets 4.34.2 800x1200 overlangs op de vorken...
Technische gegevens Wielen en banden FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE Batterijgewicht (+/-5% afhankelijk van de fabrikant) 1120 Energieverbruik volgens kWh/h VDI-cyclus Goederenoverslag Energieverbruik bij max. in 1 h goederenoverslag (kWh/h) Overig FM-X 14 SE FM-X 17 SE FM-X 20 SE Werkdruk voor voorzetappa- 10.1...
Technische gegevens Wielen en banden Model Banden FM-X 14 SE (standaarduitvoeringen) ∅ 457 x 203 FM-X 17 SE (standaarduitvoeringen) ∅ 457 x 203 FM-X 20 SE (standaarduitvoeringen) ∅ 457 x 203 Lastwielen Volrubber/superelastisch Model Banden FM-X 14 SE (standaarduitvoeringen) ∅ 454 x 160 FM-X 17 SE (standaarduitvoeringen) ∅...
Pagina 280
Technische gegevens Wielen en banden 51908078006 [NL]...
Pagina 281
Trefwoordenregister Batterijvergrendeling ....206 Afstellen ..... 221 Actieve laststabilisatie ALS .
Pagina 282
Trefwoordenregister Boorddiagnose ....222 Emissies ......44 Batterij .
Pagina 283
Trefwoordenregister Machinefuncties vrijgeven Stoelschakelaar ....70 In de machine stappen ....67 Voetschakelaar .
Pagina 284
Trefwoordenregister Overzichten van het display- en Slepen ......192 bedieningspaneel ... . 10 Snelheidsbegrenzing in bochten .
Pagina 285
Trefwoordenregister Verbod voor onbevoegden ... 28 Vergrendeling tegen schuiven en dalen Varianten Bevestigingsfunctie met behulp van FleetManager ....155 de shift-toets F .
Pagina 286
Trefwoordenregister Wielbevestigingen controleren ..259 Wielen en banden Zijsteunen van chassis ....92 Onderhoud ....258 Zwaaiende lasten transporteren .
Pagina 288
STILL GmbH Berzeliusstrasse 10 D-22113 Hamburg Kencijfer 51908078006 NL...