5
Algemene onderhoudsinformatie
Na draaiuren
1000
8000
10000
Rijmotor, stuurmotor, pompmotor
Visueel op een goede bevestiging en op uitwendige beschadiging controleren. Op
loopgeluiden controleren. Externe ventilatoren reinigen. Functietest
Stuurinrichting
Stuur op goede bevestiging controleren en draaihendel op beschadiging controleren
Stuurkolom op speling controleren
Werking van het verstelmechanisme van de stuurinrichting controleren
Werking van de stuurinrichting controleren
Draaikranslager op een soepele werking en op slijtage controleren
Tandwielen van de stuurinrichting op speling controleren en smeren
Hydraulisch remsysteem
Alle mechanische en hydraulische onderdelen van het remsysteem op toestand en
een goede werking controleren en reinigen
Remvoeringen controleren en indien nodig vervangen
Remspeling controleren
Na elke afstelling de remvertragingswaarden controleren
Remvloeistofniveau controleren
Schakelaar voor de remvloeistof, indien aanwezig, controleren
Remtest uitvoeren
Elektrische parkeerrem
Rotor reinigen en controleren
Remspeling controleren
Remvertragingswaarden controleren
Elektrische installatie
Functies voor rijden, accelereren, remmen en van richting veranderen van de regel-
eenheid van de rijaandrijving en van de regeleenheid van de pomp controleren
Kabelaansluitingen en stekkercontacten op bevestiging en corrosie controleren
Voorzieningen tegen elektrostatische ontlading controleren
Hoofd- en stuurzekeringen controleren. Contacten van de hoofdonderbreker con-
troleren
Controleer het contactslot en de noodstopschakelaar op een goede werking.
Alle bedienings- en displayfuncties controleren (schakelaars, sensoren)
314
2000
4000
11000
50988078005 NL - 10/2018
5000
7000
13000
14000
Onderhoud
Uitgevoerd