4
Gebruik
Rijden
last belemmerd worden. De bestuurder moet
zich ervan vergewissen dat de route vrij is; dit
geldt vooral bij rijden in de richting van de last.
Lasten die het zicht belemmeren, moeten
worden getransporteerd in de richting van de
aandrijving van de machine.
Als dit niet mogelijk is, moet een tweede
persoon te voet aan de voorzijde van de
machine als begeleider dienen.
In dat geval mag de bestuurder alleen stap-
voets rijden en dient hij extra voorzichtig te
zijn. De machine moet onmiddellijk worden
gestopt wanneer de bestuurder het oogcon-
tact met de begeleider verliest.
Extra achteruitkijkspiegels mogen alleen wor-
den gebruikt om het gebied aan de lastzijde
van de machine in de gaten te houden, en zij
mogen niet worden gebruikt om in de richting
van de last te rijden. Als er voor voldoende
zicht visuele hulpmiddelen (spiegel, monitor)
nodig zijn, moet het gebruik daarvan worden
geoefend. Tijdens het rijden in de richting van
de last met behulp van visuele hulpmiddelen,
is extra voorzichtigheid geboden.
Voor het werken met voorzetapparatuur gel-
den speciale voorschriften; zie het hoofdstuk
"Voorzetapparatuur monteren".
De ruiten en spiegels moeten altijd schoon en
vrij van ijs zijn.
Panoramaspiegel
De panoramaspiegel (1) alleen worden
gebruikt om het gebied aan de lastzijde van de
machine in de gaten te houden, en hij mag niet
worden gebruikt om in de richting van de last
te rijden. Tijdens het rijden in de richting van
de last met behulp van visuele hulpmiddelen,
is extra voorzichtigheid geboden.
De panoramaspiegel moet altijd schoon en vrij
1
van ijs zijn.
Elke beschadiging van de panoramaspiegel
die het zicht van de bestuurder zou kunnen
belemmeren, moet onmiddellijk worden
gerepareerd.
50988078005 NL - 10/2018
103