Montage hefframe (werkplaats)
1. Koppel de grondbewerkingsmachine aan de
tractor.
2. Beveilig de tractor en de machine tegen
onbedoeld starten en wegrollen.
3. Hang het hefframe aan een hefkraan
4. Leid het hefframe links en rechts tussen de
steunplaten (Afb. 49/1) door, bevestig het
met behulp van pennen (Afb. 49/2) en borg
het met bout en moer.
5. Bevestig de topstang met behulp van een
pen aan het bovenste koppelpunt (Afb.
49/3) van de grondbewerkingsmachine
(Afb. 49/4) en borg deze met behulp van
een lunspen.
6. Sluit de hydraulische slangleidingen op de
hydraulische cilinders aan en bevestig ze
met behulp van kabelbinders aan de
grondbewerkingsmachine.
7. Sluit de hydraulische slangleiding aan op de
tractor.
8. Zet druk op het hefframe vanuit de
tractorcabine en controleer het hydraulisch
systeem op lekkages. Repareer eventuele
lekkages.
KG Super/Special BAG0032.4 10.08
Samenstelling van verschillende machinecombinaties
Afb. 49
De hydraulische aansluiting van het hefframe kan op het hydraulische
systeem voor de trekstangen van de tractor worden aangesloten.
Hiervoor dient de uitrusting van de tractor van een extra hydraulische
koppelingen te worden voorzien (werkplaats).
Bij bediening van het hydraulische systeem voor de trekstangen van
de tractor
•
wordt eerst de zaaimachine met behulp van het hefframe
volledig omhoog gebracht,
•
daarna de machinecombinatie via de trekstangen van de tractor.
Breng de machinecombinatie voor wendakker zo ver omhoog dat de
tanden en de wals net van de grond loskomen.
→
In deze stand maakt de cardanas bij de meeste tractoren slechts
een geringe knik en is het mogelijk om met draaiende cardanas
te wenden.
Na het wenden wordt de combinatie weer omlaag gebracht en begint
de grondbewerkingsmachine met de werkzaamheden. Tijdens het
rijden van de tractor wordt de zaaimachine dan ingeschakeld waar de
grondbewerkingsmachine met het werk was begonnen.
→
Hierdoor kan de wendakker korter zijn.
91