Ophangingsarmen achter
Controleer de ophangings- en trai-
lingarmen en de aanstuurverbindin-
gen op barsten, krombuiging of
andere schade.
Controleer het aandraaimoment
van de moeren van de dwarsge-
plaatse wieldraagarmen.
AANDRAAIMOMENT
Moeren
draagarmen
Remmen
Controle remvloeistofpeil
Verwijder het onderhoudsdeksel
aan de voorkant.
1. Onderhoudsdeksel aan de voorkant
105 Nm ± 15 Nm
ONDERHOUDSPROCEDURES
1. MIN
2. MAX
3. Hoofdcilinderreservoirs
Controleer het vloeistofpeil in de
reservoirs terwijl het voertuig op
een vlak oppervlak staat. Het rem-
vloeistofpeil moet tussen MIN. en
MAX. liggen.
OPMERKING: Een laag peil kan
wijzen op lekkage of versleten
remblokken.
Remvloeistof toevoegen
Reinig de vuldop voordat u deze
verwijdert.
Vul zoveel vloeistof bij als nodig.
Nooit te veel bijvullen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de
ring van de vuldop naar binnen is
geduwd voor u de dop van op het
remvloeistofreservoir sluit.
Aanbevolen remvloeistof
Gebruik altijd remvloeistof die vol-
doet aan de specificatie DOT 4.
WAARSCHUWING
Om ernstige schade aan het
remsysteem
mag u geen andere vloeistoffen
dan de aanbevolen middelen
gebruiken en nooit verschillen-
de vloeistoffen mengen bij het
bijvullen.
te
voorkomen,
139