AANDRAAIMOMENT
Beadlockschroeven
(TWEEDE TORSIE)
TYPISCH - AANDRAAIVOLGORDE
OPMERKING: De beadlockklem-
ring moet de binnenste beadlock-
ring raken. De beadlockklemring
kan wat doorbuigen om bij de hiel
van de band te passen. DIT IS
NORMAAL.
6.
Controleer de afstand tussen
het wiel en de beadlockklem-
ring, die zou rondom de ring
bijna overal even groot moe-
ten zijn.
1. Band
2. Rand beadlockklemring
A. Gelijke afstand rond de hele beadlock-
klemring
Als de opening niet aanvaardbaar
is:
-
Maak alle schroeven los.
25 Nm ± 1 Nm
ONDERHOUDSPROCEDURES
-
Controleer de positie van de
band op het wiel en verplaats
deze indien nodig.
-
Start de aandraaivolgorde op-
nieuw zoals aangegeven.
7.
Draai de beadlockschroeven
de laatste keer vast in de
aangegeven volgorde.
AANDRAAIMOMENT
Beadlockschroeven
(LAATSTE TORSIE)
TYPISCH - LAATSTE AANDRAAIVOLGOR-
DE
8.
Pomp de band op om de bin-
nenste hiel op het wiel te
plaatsen. Pas steeds veilige
praktijken toe, zoals een veilig-
heidskooi voor banden.
WAARSCHUWING
Overschrijd nooit de aanbevo-
len maximumdruk voor het
plaatsen van banden.
Ophanging
Smering voorophanging
VET VOOR OPHANGINGEN
SYNTHETISCH VET VOOR
Scandinavië
(EUR) (Stuknr. 779226)
25 Nm ± 1 Nm
OPHANGINGEN
137