7.0 Gebruik
7.0 Gebruik
7.1 Checklijst voor het opstarten
OPGELET: Gebruik deze pomp niet om
een pasgeïnstalleerd systeem te spoelen.
De pomp en het systeem kan ernstig
worden beschadigd als de pomp wordt
gebruikt om het systeem te spoelen.
Verwijder de rotors tijdens het spoelen
van het systeem.
V O O R Z I C H T I G :
afschermplaten worden geïnstalleerd om
operators en onderhoudspersoneel tegen
bewegende onderdelen te beschermen.
De TLP pompen werden voorzien van
afschermplaten, deze palen deel uit van
het volledige pomp-/ aandrijvingpakket.
VOORZICHTIG: Start een pomp niet
met afdichtingspoeling, behalve als de
afdichtingsspoeling werd geïnstalleerd en
ingeschakeld.
7.2 Opstartprocedure
7.3 Uitschakelprocedure
7.4 Noodstopprocedure
Pagina 22
1. Zorg ervoor dat de pomp correct is geïnstalleerd zoals
2. Controleer de uitlijning van de koppeling. Zie "Uitlijning koppeling
3. Zorg dat de pomp en het leidingwerk schoon zijn en geen
4. Zorg dat alle leidingaansluitingen goed vastzitten en niet lek-
5. Zorg ervoor dat de pomp en aandrijving zijn gesmeerd. Zie
E r
m o e t e n
6. Controleer of alle afschermplaten op hun plaats zitten en
7. dubbele mechanische afdichtingen vereisen voldoende
8. Zorg dat alle kleppen aan de ontlastzijde open zijn en de
9. Zorg dat alle kleppen aan de inlaatzijde open zijn en dat vloeistof
10. Controleer de richting van de pomp- en aandrijvingsrotatie
1. Start de pompaandrijving. Indien mogelijk, start aan lage
2. Zorg dat de vloeistof de pomp in 60 seconden kan bereiken.
1. Schakel de voeding naar de pompaandrijving uit.
2. Schakel de toevoer- en ontlastleidingen uit.
De noodstopprocedures moeten door het personeel ter plaatste
worden opgesteld nadat de vereisten van het systeem werden
beoordeeld.
GEVAAR: De pomp bevat interne bewegende
onderdelen. Steek uw handen of vingers NIET in de
poorten of aandrijving van de pomp wanneer deze in
bedrijf is. Om ernstige letsels te voorkomen, installeer,
reinig, onderhoud of repareer de pomp NIET behalve
indien alle voeding is uitgeschakeld en vergrendeld.
OPGELET: Deze pompen zijn verdringerpompen, met
lagehelling, en zullen zwaar worden beschadigd als
deze met gesloten kleppen in afvoerlijn of inlaatleiding
worden gebruikt. De garantie is niet geldig voor schade
ten gevolge van hydraulische overbelasting door gebruik
- of opstart - met een gesloten klep in het systeem.
beschreven in paragraaf "Installatie". 6.0. Herzie "Ontlastklep-
pen installeren" in par. 6.5 en installeer ontlastkleppen
naargelang nodig.
controleren" in par. 6.10.
vreemde materialen bevatten zoals slak, pakkingen, enz.
ken. Indien mogelijk, controleer het systeem met gevaarloze
vloeistoffen.
"Smeren" vanaf par. 8.2.
goed vastzitten.
toevoer en spoelvloeistoffen.
stroombaan naar de bestemming open is.
de pomp kan vullen. Een natte aanzuiging wordt aanbevolen.
om ervoor te zorgen dat de pomp in de juiste richting draait.
Zie "Pomprotatie controleren" in par. 6.14.
snelheid of stootsgewijs.
Als het pompen niet begint en zich stabiliseert, controleer dan
"Problemen oplossen" in par 9.0.
95-03095 – IM-TLP/03.00 NL (11/2017)
Johnson Pump