3 De uitschakeltijd/automatisch uitschakelen instellen
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld
nadat deze gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Als u niet wilt
dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld, zet u deze functie op
[Deactiveren]. Nadat de camera is uitgeschakeld, kunt u deze weer
inschakelen door op de ontspanknop of andere knoppen te drukken.
Zelfs als [Deactiveren] is ingesteld, wordt het LCD-scherm automatisch na
30 minuten uitgeschakeld om stroom te besparen. (De camera zelf wordt niet
uitgeschakeld.)
3 De kijktijd instellen
U kunt instellen hoe lang de opname direct na het maken op het LCD-scherm
wordt weergegeven. Als u wilt dat de camera de opname blijft weergeven, stelt
u [Vastzetten] in. Als u de opname niet wilt laten weergeven, stelt u [Uit] in.
Als [Vastzetten] is ingesteld, wordt de opname weergegeven totdat de
camera wordt uitgeschakeld omdat de ingestelde tijd voor automatische
uitschakeling is verstreken.
1
Selecteer [Uitschakelen].
Selecteer op het tabblad [52] de
optie [Uitschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
2
Stel de gewenste tijd in.
Selecteer de gewenste instelling en
druk op <0>.
1
Selecteer [Kijktijd].
Selecteer op het tabblad [z1] de optie
[Kijktijd] en druk vervolgens op <0>.
2
Stel de gewenste tijd in.
Selecteer de gewenste instelling en
druk op <0>.
Voordat u begint
51