Programmakeuzewiel
Hoofdinstelwiel
6
De handelingen in (1) zijn ook mogelijk wanneer de <R>-schakelaar
naar rechts staat (Multifunctievergrendeling, pag. 43).
Draai aan het
programmakeuzewiel terwijl u de
ver-/ontgrendelknop van het
programmakeuzewiel in het
midden ingedrukt houdt.
Druk op een knop en draai aan
(1)
het instelwiel <6>.
Wanneer u op een knop zoals <f>,
<R> of <i> drukt, blijft de
desbetreffende functie gedurende de tijd
die is ingesteld op de timer (9)
geselecteerd. In deze tijd kunt u de
gewenste instelling opgeven met het
instelwiel <6>.
Wanneer de functie niet meer actief is of
als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel om het AF-gebruik,
de transportmodus, de ISO-snelheid, de
lichtmeetmethode, het AF-punt, enzovoort
te selecteren of in te stellen.
Draai alleen aan het instelwiel <6>.
(2)
Draai terwijl u in de zoeker of op het LCD-
paneel kijkt aan het instelwiel <6> om de
gewenste instelling te selecteren.
Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd,
het diafragma, enzovoort in te stellen.
Basisbediening
41