Benoemen van Fiets 1 en Fiets 2
U kunt de fietsen namen geven van vier letters, cijfers of tekens.
De aanduiding rechtsonder in het display geeft aan welke fietsinstellingen in gebruik
zijn.
(b0=fiets uit, b1= fiets 1, b2=fiets 2)
1. Begin met de tijdweergave op het display. Druk op scroll up of scroll down totdat de
aanduiding OPTIONS wordt weergegeven.
2. Druk op OK om de Options-functie binnen te gaan. Op het display wordt de
aanduiding EXERCISE SET weergegeven.
3. Druk op scroll up of scroll down totdat de aanduiding BIKE SET wordt weergegeven.
4. Druk op OK om de fietsinstellingen op te geven.
5. Druk op scroll up of scroll down totdat Bike 1 (=b1) of 2 (=b2) wordt weergegeven.
6. Houd de geluid/licht-knop ingedrukt. Er knippert een letter.
7. Druk op scroll up of scroll down om het gewenste teken te selecteren. Druk op OK.
8. Herhaal de vorige stap totdat u alle vier de tekens heeft gekozen.
Om door te gaan met het invoeren van gegevens, drukt u op de stop-knop. Door deze
knop ingedrukt te houden, keert u terug naar de tijdweergave.
B 39