Instellen van de trainingsgegevens
Bij het instellen van de trainingsvoorkeuren moet u eerst kiezen of u de persoonlijke
trainingsset (EXERCISE-SET) gaat gebruiken of een training met de BasicUse-optie gaat
doen. Als u kiest voor de persoonlijke trainingssets, dan moet u vervolgens aangeven of
u een Interval Training Set of de de BasicSet wilt selecteren.
Selecteren van het type training
BasicUse (E0)
BasicUse is een eenvoudige functie voor het
sporten. U hoeft namelijk geen waarden in
te voeren. Tijdens het sporten verschijnen
de volgende optionele waarden op het
display:
•
actuele hartslag en gemiddelde hartslag
van de training
•
stopwatch
•
de tijd
•
tussen - en rondetijden
Bovendien kunt u het calorieverbruik
tijdens de trainingssessie, het percentage
van uw maximum hartslag en fietsgegevens
bijhouden. Let op: dit is alleen mogelijk als
u alle gebruikersgegevens heeft ingesteld
en de functies heeft ingeschakel.
Exercise Set (E1-E5)
Tijdens het sporten met deze functie
worden dezelfde optionele waarden op
het display weergegeven als in de
BasicUse-functie. Bovendien leidt de
trainingsset u door uw sessie volgens de
instellingen die u heeft ingevoerd. U kunt
de trainingssets bijvoorbeeld ook naar uw
trainingstype vernoemen.
U kunt gebruik maken van de volgende
trainingondersteunende functies:
•
3 hartslaglimieten
•
3 countdown timers
•
intervalfunctie
•
herstelberekening
B 22