21 - Meetproces
Waarschuwing
Slechte doorbloeding door permanente manchetdruk.
•
De manchetslang mag niet geknikt raken.
•
Als de patiënt beperkte cognitieve vaardigheden heeft, mag het apparaat alleen onder toezicht worden
gebruikt.
•
Zorg voor een correcte plaatsing van de schouderband en de manchetslang.
•
Plaats de manchetslang altijd onder de kleding (zelfs 's nachts).
•
Bij gebruik van het apparaat bij kinderen, moet het met grote voorzichtigheid en onder permanent
toezicht worden toegepast.
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar verwachting
matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Waarschuwing
Slechte doorbloeding door te vaak uitgevoerde metingen.
•
Controleer de datum van de laatste meting.
•
Informeer de patiënt over deze waarschuwing.
•
Als de patiënt beperkte cognitieve vaardigheden heeft, mag het apparaat alleen onder toezicht worden
gebruikt.
•
Observeer de patiënt nauwkeurig.
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar verwachting
matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)
Waarschuwing
Als de patiënt op hetzelfde lidmaat voor bewakingsdoeleinden nog een ME-apparaat draagt, kan de
plaatsing en inflatie van de manchet leiden tot een tijdelijk functieverlies van het reeds aanwezige
ME-apparaat.
Het gebruik en de toepassing van de geautomatiseerde, non-invasieve bloeddrukmeter kan tot een
langdurige belemmerde bloedcirculatie bij de patiënt of in het betreffende lidmaat leiden.
•
Onderzoek de patiënt.
•
Vraag de patiënt naar voorgaande behandelingen.
•
Observeer de patiënt nauwkeurig.
•
Instrueer de patiënt om het apparaat uit te schakelen, de manchet te verwijderen en de arts te
informeren als hij bij gebruik pijn, zwellingen, rode verkleuringen of een dof gevoel in het ledemaat
ervaart waarop de manchet is geplaatst. (De patiënt zal tijdens een bloeddrukmeting naar verwachting
matig tot gemiddeld ongemak ervaren.)