6.4
Als de pomp draait
•
Sluit nooit de zuigafsluiter of regel de capaciteit/druk hiermee.
•
Sluit nooit de persafsluiter zonder date en veiligheidsklep geinstalleerd is; stop de
pomp electrisch.
•
Controleer alle randcircuits, inclusief:quench, spoeling, verwarming.
•
Controleer op lekkages en neem zonodig maatregelen.
•
Ruim iedere lekkage op en tracer de oorzaak.
•
Controleer en evalueer regelmnatig de gegevens van de geinstalleeerde sensoren.
•
Controleer regelmatig stofophopingen op en rond de pompunit en ruim deze op.
•
Controleer regelmatig en neem maatregelen bij abnormale vibraties van pompgroep en
leidingwerk.
6.5
Als de pomp gestopt wordt
•
De pomp kan al seen turbine werken, al ser geen terugslagklep aanwezig is, onder
invloed van de verschildruk over de pomp, waarbij de vloeistof terugstroomt. Neem
maatregelen als dit niet acceptabel is.
•
Maak thermische expansie of krimp mogelijk als de vloeistof opwarmt of afkoelt.
•
Probeer de pomp langzaam te stoppen en/of met lage capaciteit om drukpieken te
voorkomen.
A.0501.302 – Atex IM-TW/05.00 NL (12/2011)
17