De positie van het zwaartepunt van de verschillende toestellen kan
in onderstaande afbeelding worden geraadpleegd.
Touw
12-16 kW
5 BELANGRIJKE INFORMATIE OVER
HET GEBRUIKTE KOELMIDDEL
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het
Kyotoprotocol vallen. Laat deze gassen niet uit in de atmosfeer.
Koelmiddelstoftype: R410A
GWP(1)-waarde: 2088
(1) GWP = global warming potential (aardopwarmingsvermogen)
De hoeveelheid koelmiddel wordt aangegeven op de naamplaat van
het toestel.
6 DE PLEK VAN DE INSTALLATIE
BEPALEN
WAARSCHUWING
■ Zorg voor juiste afmetingen om te voorkomen dat het toestel
wordt gebruikt als schuilplaats voor kleine dieren.
■ Kleine dieren die in aanraking komen met de elektrische
onderdelen kunnen zorgen voor slechte werking, rook of brand.
Geef de gebruiker instructies de ruimte om het toestel vrij te
houden.
1 Bepaal een plaats voor de installatie die voldoet aan de volgende
condities en die de goedkeuring heeft van de klant.
- Plaatsen met goede ventilatie.
- Plaatsen die geen overlast bezorgen aan buren.
- Veilige plaatsen die het gewicht en vibraties van het toestel
kunnen dragen, en waar het toestel op een waterpasniveau kan
worden geïnstalleerd.
- Plaatsen waar er geen mogelijkheid bestaat op ontvlambaar
gas of lekken van product.
- Het toestel is niet bedoeld voor gebruik in een potentieel
explosieve omgeving.
≥1000 mm
5/7 kW
- Plaatsen waar er voldoende ruimte is voor service en
onderhoud.
- Plaatsen waar de lengte van de leidingen en bedrading van het
toestel binnen het toelaatbaar bereik vallen.
- Plaatsen waar waterlekkage van het toestel geen schade kan
toebrengen aan de locatie (bijv. in het geval van een verstopte
afvoerleiding).
- Plaatsen waar regenval zoveel mogelijk beperkt kan worden.
- Installeer het toestel niet op plaatsen die vaak als werkplaats
worden gebruikt.
In het geval van constructiewerk (bijv. slijpen, enz.) waar veel
stof vrijkomt, dient het toestel te worden bedekt.
- Plaats geen voorwerpen of apparatuur op het toestel (bovenste
plaat)
- Klim, sta of zit niet op het toestel.
- Zorg ervoor dat er voldoende voorzorgsmaatregelen zijn
genomen in het geval van koelmiddellekkage conform de
relevante plaatselijke wetten en regelgeving.
2-
Wanneer het toestel wordt geïnstalleerd op een locatie
met sterke wind, let dan speciaal op het volgende.
Sterke wind van 5 m/sec of meer die tegen de luchtuitlaat van het
toestel blaast, veroorzaakt een kortsluiting (suctie van uitlaatlucht),
en dit kan de volgende consequenties hebben:
- Verslechtering van de bedrijfscapaciteit.
- Frequente bevriezingsversnelling in verwarmingsmodus.
- Onderbreking van de werking vanwege stijging van hoge druk.
- Wanneer er een sterke wind continu op de voorkant van het
toestel blaast, kan de ventilator snel gaan draaien totdat hij
kapot gaat.
Raadpleeg onderstaande afbeeldingen voor installatie onder
normale omstandigheden:
Raadpleeg voor de installatie van het toestel onderstaande
afbeelding in geval van sterke wind of als de windrichting voorspeld
kan worden:
■ Plaats de kant met de luchtuitlaat naar de muur van het gebouw,
hek of scherm.
Zorg ervoor dat er genoeg plaats is om de installatie uit te voeren
■ Plaats de kant met de uitlaat in een goede hoek ten opzichte van
de windrichting.
Harde wind
Uitgeblazen
lucht
3 Bereid een waterafvoer rondom de fundering om het overtollig
water rond het toestel af te voeren.
4 Als het water niet eenvoudig van het toestel af te voeren is, plaats
het toestel dan op een fundering van cementblokken, enz. (de
hoogte van de fundering moet ongeveer 100 mm (3,93 inch) zijn).
5 Als u het toestel op een frame plaatst, installeer dan een
waterbestendige plaat (ongeveer 100 mm) aan de onderzijde
van het toestel om te voorkomen dat er water van de lage kant
instroomt.
6 Wanneer het toestel wordt geïnstalleerd op een locatie met
regelmatige sneeuwval, zorg er dan specifiek voor dat de
fundering zo hoog mogelijk ligt.
4
toestel
A (mm)
5-7 kW
300
12-16 kW
300
toestel
B (mm)
5-7 kW
1000
12-16kW
1500
Harde wind