2 Bepaal met behulp van onderstaande tabel of de voordruk van
het expansievat bijgesteld moet worden.
3 Bepaal met behulp van onderstaande tabel en instructies of het
totale watervolume in de installatie zich onder het maximaal
toegestane watervolume bevindt.
Installatie
Watervolume
hoogte
≤110 l
(a)
verschil
Geen bijstelling van de
≤12 m
voordruk nodig
Vereiste acties:
• Voordruk moet worden
verhoogd, bereken volgens
"Berekening van de voordruk
van het expansievat"
≥12 m
hieronder.
• Controleer of het watervolume
lager is dan het maximaal
toegestane watervolume (met
behulp van onderstaande
grafiek)
(a) Hoogteverschil installatie: hoogteverschil (m) tussen het
hoogste punt van het watercircuit en het toestel. Als het toestel
geplaatst is op het hoogste punt van de installatie, wordt de
installatiehoogte beschouwd als 0 m.
(b) voor toestellen met 1-fase 12~16kW en 3-fases 12~16 kW is
deze waarde 125 L, voor toestellen met 5~7 kW is deze waarde
45 L.
Berekening van de voordruk van het expansievat
De in te stellen voordruk (Pg) hangt af van het maximale
hoogteverschil van de installatie (H) en wordt als volgt berekend:
Pg(bar)=(H(m)/10+0,3) bar
Controleren van het maximaal toegestane watervolume
Ga als volgt te werk om het maximaal toegestane watervolume in
het gehele circuit te controleren:
1 Bepaal de berekende voordruk (Pg) voor het betreffende
maximaal toegestane watervolume met behulp van onderstaande
grafiek.
2 Controleer of het totale watervolume in het gehele watercircuit
lager is dan deze waarde.
Als dit niet het geval is, is het expansievat in het toestel te klein voor
de installatie.
2.8
2.3
1.8
1.3
A2
0.8
0.3
20
70
maximaal watervolume (L)
voordruk = voordruk van het expansievat
Maximale watervolume
systeem
A1 Systeem zonder glycol voor toestel van 1-fase 12~16 kW en
3-fase 12~16 kW
A2 Systeem zonder glycol voor het toestel van 5/7 kW
Watervolume
>110 l(b)
Vereiste acties:
• Voordruk moet worden
verlaagd, bereken volgens
"Berekening van de voordruk
van het expansievat".
• Controleer of het watervolume
lager is dan het maximaal
toegestane watervolume (met
behulp van onderstaande
grafiek)
Expansievat van het toestel
is te klein voor de installatie.
A1
120
170
= maximale watervolume in het
Voorbeeld 1
Het toestel (16 kW) is 10m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit is 100 L. In
dit voorbeeld is er geen actie of bijstelling nodig.
Voorbeeld 2
Het toestel (16 kW) is op het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd.
Het totale watervolume in het water is 150 L.
Resultaat:
■ Omdat 150 L meer is dan 110 L, moet de voordruk worden
verlaagd (zie tabel hierboven).
■ De vereiste voordruk is:
Pg(bar) = (H(m)/10+0,3) bar = (0/10+0,3) bar = 0,3 bar
■ Het betreffende maximale watervolume kan worden afgelezen
van de grafiek: ongeveer 160 L.
■ Omdat het totale watervolume (150 L) onder het maximale
watervolume ligt (160 L), is het expansievat voldoende voor de
installatie.
Instellen van de voordruk van het expansievat
Wanneer de standaard voordruk van het expansievat (1,5 bar) moet
worden veranderd, houd dan de volgende richtlijnen in gedachten:
■ Gebruik alleen droge stikstof voor de instelling van de voordruk
van het expansievat.
■ Het niet juist instellen van de voordruk van het expansievat zal
leiden tot het niet goed werken van het systeem. De voordruk
dient alleen te worden bijgesteld door een gediplomeerde
installateur.
Het extra expansievat selecteren
Als het expansievat van het toestel te klein is voor de installatie, is
er een extra expansievat nodig.
■bereken de voordruk van het expansievat
Pg(bar)=(H(m)/10+0,3) bar
het expansievat in het toestel moet ook worden bijgesteld aan de
voordruk.
■bereken het benodigde volumen van het extra expansievat:
V1=0,0693*Vwater/(2,5-Pg)-V0
Vwater is het volume van het water in het systeem, V0 is het
volume van het expansievat van het toetel (10~16kW,V0=5L,
5~7kW,V0=2L).
Het aansluiten van het watercircuit
Wa t e r a a n s l u i t i n g e n m o e t e n w o r d e n g e d a a n v o l g e n s h e t
outlookdiagram dat bij het toestel is geleverd met betrekking tot de
waterinlaat en -uitlaat.
Zorg ervoor dat de leidingen van het toestel niet worden
vervormd door excessieve kracht bij het aansluiten van de
leidingen. Vervormde leidingen kan ervoor zorgen dat het
toestel niet goed werkt.
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit komt, kan dat problemen
veroorzaken.
Houd daarom altijd rekening met het volgende bij de aansluiting
van het watercircuit
■ Gebruik alleen schone leidingen.
■ Houd het uiteinde van de leiding naar beneden bij het
verwijderen van bramen.
■ Bedek het uiteinde van de leiding wanneer u deze door een
muur trekt zodat er geen stof of vuil in kan komen.
■ Gebruik een goed afdichtmiddel voor het afdichten van de
aansluitingen. De afdichting moet de druk en temperatuur van
het systeem kunnen weerstaan.
■ Wanneer u een leiding van metaal zonder messing gebruikt, zorg
er dan voor dat beide materialen geïsoleerd zijn van elkaar om
galvanische corrosie te voorkomen.
■ Omdat messing een zacht materiaal is, dient u het juiste
gereedschap te gebruiken voor de aansluiting op het watercircuit.
Ongeschikt gereedschap veroorzaakt schade aan de leidingen.
27