■
Installeer een circuitschakelaar voor aardlekken conform de
plaatselijke wetten en regelgeving.
Het ontbreken van een circuitschakelaar voor aardlekken kan
leiden tot elektrische schokken en brand.
■
Zorg ervoor dat alle bedrading veilig is. Gebruik de specifieke
bedrading en zorg ervoor dat terminaalaansluitingen en
-bedrading beschermd zijn tegen water en andere externe
schadelijke invloeden.
Onafgemaakte aansluitingen of bevestigingen kunnen brand
veroorzaken.
■
Zorg ervoor dat bij de bedrading van de stroomtoevoer de
bedrading zo wordt geplaatst dat het voorpaneel veilig kan
worden bevestigd.
Als het voorpaneel niet op zijn plaats zit, kan dit leiden tot
oververhitting van de terminalen, elektrische schokken of brand.
■
Controleer, na het voltooien van de installatie, of er geen sprake
is van lekkage van koelmiddel.
■
Raak nooit gelekt koelmiddel aan, dit kan ernstige vrieswonden
veroorzaken.
■
Raak de leidingen van het koelmiddel niet tijdens of direct
na werking aan, daar de leidingen van het koelmiddel heet
of koud kunnen zijn, afhankelijk van de omstandigheden van
het koelmiddel die door de leidingen, compressor of andere
onderdelen van de cyclus van het koelmiddel stroomt. Het
aanraken van de leidingen van het koelmiddel kan verbranding
of bevriezing veroorzaken. Geef de leidingen de tijd om af
te koelen naar normale temperatuur of draag, indien het
noodzakelijk is ze aan te raken, beschermende handschoenen
om letsel te voorkomen.
■
Raak tijdens of vlak na de werking de interne onderdelen (pomp,
backupverwarming, enz.) niet aan.
Het aanraken van de interne onderdelen kan verbranding
veroorzaken. Geef de interne onderdelen de tijd om af te koelen
naar normale temperatuur of, indien het noodzakelijk is ze aan
te raken, draag beschermende handschoenen.
LET OP
■
Aarding van het toestel.
De aardingsweerstand dient volgens de plaatselijke wetten en
regelgeving te zijn.
De aardleiding mag nooit worden aangesloten op gasleiding,
waterleiding, bliksemafleider of telefoonleidingen.
Onvolledige aarding kan leiden tot elektrische ontlading.
a) Gasleidingen.
Als er gas lekt kan er brand of explosie ontstaan.
b) Waterleidingen.
Harde vinyl buizen zijn geen effectieve aarding.
c) Bliksemafleiders of telefoonleidingen.
De elektrische drempelwaarde kan stijgen naar abnormaal
wanneer deze door bliksem wordt geraakt.
■
Installeer de stroombedrading op ten minste 1 meter van
televisies of radio's om interferentie te voorkomen. (Afhankelijk
van de radiogolven is 1 meter afstand niet altijd genoeg om
interferentie volledig te voorkomen.)
■
Spoel het toestel niet af. Dit kan tot elektrische ontlading
of brand leiden. Het toestel moet worden geïnstalleerd
overeenkomstig de nationale voorschriften voor bedrading.
Indien de stroomkabel is beschadigd, dient deze te worden
vervangen door de fabrikant, een servicemonteur of gelijkelijk
gekwalificeerd technicus.
■
Installeer het toestel niet op de volgende plekken:
a) Waar sprake is van minerale oliedamp, oliespray of -stoom.
Plastic onderdelen kunnen verslechteren, waardoor ze los
kunnen gaan zitten of water kunnen lekken.
b) Waar corrosieve gassen (zoals zwavelhoudende zuren)
worden geproduceerd.
Door de corrosie van koperen leidingen of gesoldeerde
onderdelen kan het koelmiddel gaan lekken.
c) Waar zich machines bevinden die elektromagnetische golven
uitstralen.
Elektromagnetische golven kunnen het bedieningssysteem
onderbreken en ervoor zorgen dat het toestel niet goed
functioneert.
d) Waar ontvlambare gassen kunnen lekken, waar koolstofvezel
of ontvlambare stof in de lucht kan worden uitgestoten, of
waar vluchtige ontvlambare stoffen als verfverdunner of
benzine worden gehanteerd.
Dit soort gassen kan brand veroorzaken.
e) Waar de lucht een hoog niveau aan zout bevat, zoals in de
nabijheid van de zee.
f) Waar de spanning veel fluctueert, zoals in fabrieken.
g) In voertuigen of boten.
h) Waar er sprake is van zure of alkalische dampen.
■
Deze toepassing kan worden bediend door kinderen vanaf 8
jaar oud en door mensen met beperkte fysieke, sensorische en
mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis, mits zij zijn
geïnstrueerd hoe het systeem correct en veilig te gebruiken en
de gevaren ervan begrijpen. Kinderen mogen te spelen met
dit toestel. Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht
reinigen en onderhouden.
■
Kinderen moeten onder toezicht staan en mogen niet met het
toestel spelen.
■
Als de stroomkabel is beschadigd, dan dient deze te worden
vervangen door de fabrikant, technicus van de fabrikant of een
gekwalificeerd onderhoudstechnicus.
■
VERWERKING: Gooi dit toestel niet bij het ongesorteerd
gemeentelijk afval. Biedt het toestel apart aan voor speciale
afvalverwerking.
Gooi huishoudelijke apparaten niet weg bij het ongesorteerd
gemeentelijk afval. Breng het naar een inzamelpunt voor
speciaal afval.
Vr a a g b i j u w g e m e e n t e n a a r d e v o o r h a n d e n z i j n d e
inzamelmogelijkheden.
Indien huishoudelijke apparaten in een vuilstort worden
achtergelaten, kunnen schadelijke stoffen in het grondwater
lekken en in de voedselketen belanden. Dit bedreigt de
gezondheid.
■
De bedrading moet worden uitgevoerd door professionele
technici conform de nationale bedradingswetgeving en
dit circuitdiagram. In overeenstemming met de nationale
regelgeving dient in de stroomtoevoer een schakelaar te
worden gebruikt die alle polen ontkoppelt, met een contactgat
van ten minste 3 mm, alsmede een aardlekschakelaar met een
bovengrens van 30 mA.
4 VOOR DE INSTALLATIE
Voor de installatie
Controleer het model en het serienummer van het toestel.
Hantering
Vanwege de grote afmetingen en het zware gewicht, dient het
toestel alleen te worden gehanteerd met hefgereedschappen
met banden. De banden kunnen worden geplaats in de daarvoor
speciaal gemaakte inkepingen in het basisframe.
■
Raak, om letsel te voorkomen, de
luchtinlaat of aluminium vinnen niet aan.
■
Voorkom schade en gebruik niet de
grepen in de ventilatorroosters.
■
Het toestel is topzwaar! Voorkom dat
het toestel valt als gevolg van onjuiste
inclinatie tijdens het hanteren.
Touw
3
LET OP
≥1000 mm
de haak en het zwaartepunt van het
toestel dienen in één verticale lijn te
staan om een onjuiste inclinatie te
voorkomen.
Trek het touw door de tilgaten van
zowel de rechter- als de linkerkant in
de houten spantang