9.3 Waterleidingen
Alle leidinglengtes en -afstanden zijn in overweging genomen.
Vereisten
De maximale toegestane kabellengte van de
thermistor is 20 m.
Dit is de maximaal toegestane afstand tussen
de huishoudelijke warmwaterketel en het toestel
(alleen voor installaties met een huishoudelijke
warmwaterketel). De lengte van de thermistorkabel,
die geleverd is bij de huishoudelijke
warmwaterketel, is 10 m.
Om de efficiëntie te optimaliseren raden wij
aan de 3-richtingsklep en de huishoudelijke
warmwaterketel zo dicht mogelijk bij het toestel te
installeren.
OPMERKING:
■ Als de installatie is uitgerust met een huishoudelijke
warmwaterketel (optioneel), raadpleeg dan de Installatie- en
gebruikershandleiding van de huishoudelijke warmwaterketel.
■ Als er geen glycol (antivries) in het systeem, of er is sprake
van een defect in de stroomtoevoer of pomp, voer dan het
water af uit het systeem (zoals getoond in onderstaande
afbeelding).
A
Wanneer bij koud weer het water in het systeem niet
beweegt, is bevriezing zeer waarschijnlijk en dat zal
schade toebrengen aan het systeem.
Het controleren van het watercircuit
De toestellen zijn uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat die
aangesloten worden op een watercircuit. Dit circuit moet worden
aangelegd door een gediplomeerd technicus en dient te voldoen
aan plaatselijke wetten en regelgeving.
Het toestel mag alleen worden gebruikt in een gesloten
watersysteem.
Toepassing in een open watersysteem kan leiden tot excessieve
corrosie van de waterleidingen.
Voorbeeld
1
1.6 1.7
1.5 1.8
1.3
1.2
1.4
Klep
Thermistor
kabellengte
min 2 m.
<A
1.1
2
3
7
6
Controleer het volgende voordat u verder gaat met de installatie van
het toestel:
■ De maximale waterdruk = 3 bar.
■ D e m a x i m a l e w a t e r t e m p e r a t u u r i s 7 0 º C v o l g e n s d e
veiligheidsinstellingen van het apparaat.
■ Gebruik altijd materiaal dat compatibel is met het water dat in het
systeem wordt gebruikt en met de materialen die in het toestel
worden gebruikt.
■ Zorg ervoor dat alle componenten die in het leidingwerk
geïnstalleerd de waterdruk en -temperatuur kunnen weerstaan.
■ Er moeten op alle lage punten van het systeem afvoerkranen
aanwezig zijn voor een complete afvoer uit het circuit tijdens
onderhoud.
■ Op alle hoge punten van het systeem moeten ontluchters
aanwezig zijn. De ontluchters dienen te worden geplaatst op
plaatsen die gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud. In
het toestel bevindt zich een automatische ontluchter. Controleer
of deze ontluchtingsklep niet te vastgedraaid zit, zodat de
automatische vrijlating van lucht in het water mogelijk blijft.
Controleren van het watervolume en voordruk van het
expansievat
Het toestel beschikt over een expansievat van 5 L (voor toestel met
5/7 kW is het volume 2 L) dat een standaard voordruk heeft van 1,5
bar.
Om zeker te zijn van een juiste werking van het toestel, kan het zijn
dat de voordruk van het expansievat bijgesteld moet worden en het
minimale en maximale watervolumen gecontroleerd moet worden.
1 Controleer of het totale watervolume van de installatie, zonder
het interne watervolume van het toestel, ten minste 25 L is (voor
toestel met 5/7 kW is het minimale volume 15 L. Raadpleeg 14
Technische specificaties voor het totale interne watervolumen
van het toestel.
■ In de meeste toepassingen zal dit minimale watervolume
voldoende zijn.
■ In kritieke processen of in ruimtes die veel verwarming
vragen kan er echter meer water vereist zijn.
■ Wanneer de circulatie in iedere kamerverwarmingsspiraal
op afstand wordt bediend, is het belangrijk dat dit minimale
watervolume wordt behouden, zelfs wanneer alle kleppen
gesloten zijn.
1 Buitentoestel
1.1 Manometer
1.2 Overdrukklep
1.3 Expansievat
1.4 Platenwarmtewisselaar
1.5 Backupverwarming
1.6 Ontluchtingsklep
1.7 Waterstroomschakelaar
1.8 P_i: Circulatiepomp in het
toestel
2 Y-vormig filter
3 Stopklep (veldstroomtoevoer)
4 Gebruikersinterface
6 Afvoerklep (veldstroomtoevoer)
7 Vulklep (veldstroomtoevoer)
8 Buffervat (veldstroomtoevoer)
9 Balansketel
10
9.1
11
9
9.2
8
26
OPMERKING:
(veldstroomtoevoer)
9.1 Ontluchtingsklep
9.2 Afvoerklep
10 Expansievat
(veldstroomtoevoer)
11 P_o: Externe circulatiepomp
(veldstroomtoevoer)
12 Collector (veldstroomtoevoer)
18 Bypassklep
(veldstroomtoevoer)
FHL 1...N
Vloerverwarmingscircuit
M1...N Gemotoriseerde klep
(veldstroomtoevoer)
T1...n Kamerthermostaat
(veldstroomtoevoer)
Tn
T1
T2
12
M1
M2
.......
FHL1
FHL2
18
Mn
FHLn