Gebruik ◄ ► en ▼▲ om te scrollen en de parameters bij te stellen.
T4AUTOCMIN is de minimale bedrijfstemperatuur van de omgeving
voor koelen in de automodus. Het toestel zal uitschakelen als de
omgevingstemperatuur lager is in ruimtekoelingsmodus.
T4AUTOHMAX is de maximale bedrijfstemperatuur van de omgeving
voor verwarmen in de automodus. Het toestel zal uitschakelen als
de omgevingstemperatuur hoger is in ruimteverwarmingsmodus.
De relatie tussen de werking van de warmtepomp en de
omgevingstemperatuur wordt beschreven in onderstaande
afbeelding:
Warmte door
Warmte door
TBH of AHS
warmtepomp
T4HMIN
T4AUTOHMAX T4AUTOCMIN T4CMAX
In de afbeelding is AHS een extra verarmingsbron. IBH is een
bijverwarming in het toestel.
TEMP. TEMP. TYPE
Over INSTELLING TEMP. TYPE
De INSTELLING TYPE-INSTELLING wordt gebruikt om te
selecteren of de waterstroomtemperatuur of de kamertemperatuur
(die gedetecteerd wordt door de temperatuursensor in de
gebruikersinterface) gebruikt wordt om de AAN/UIT-stand van de
warmtepomp te bedienen.
Wanneer de KAMERTEMP. geselecteerd is, wordt de beoogde
uitlaatwatertemperatuur berekend van klimaatgerelateerde curves
(raadpleeg "10.1 Klimaatgerelateerde curves").
De INSTELLING TEMP. TYPE
Ga voor instellen van de TEMP. TYPE naar MENU> VOOR DE
VAKMAN> INSTELLING TEMP. TYPE. Druk op OK. De volgende
pagina wordt getoond:
5 TEMP. TYPE SETTING
WATER FLOW TEMP.
ROOM TEMP.
SCROLL
Als u WATERSTROOMTEMP. instelt op JA, en de KAMERTEMP.
op NEE, zal de waterstroomtemperatuur worden getoond op
de homepagina, en de waterstroomtemperatuur zal dienen als
streeftemperatuur.
21: 55 08 - 08 - 2015 SAT.
MAIN
OFF
c
18
SET
A l s u d e WAT E R S T R O O M T E M P. i n s t e l t o p J A , e n d e
KAMERTEMP. op JA, dan zal de waterstroomtemperatuur worden
getoond op de homepagina. Zowel de waterstroomtemperatuur
als de kamertemperatuur zal worden gemeten en als of de
watertemperatuur of de kamertemperatuur de streeftemperatuur
bereikt, zal het toestel uitschakelen.
In deze situatie kan de eerste beoogde uitlaatwatertemperatuur
w o r d e n i n g e s t e l d o p d e h o o f d p a g i n a , d e t w e e d e k a n
worden berekend van de klimaatgerelateerde curves. In de
verwarmingsmodus zal de hoogste de werkelijke beoogde
uitlaatwatertemperatuur zijn, en in de koelingsmodus zal de laagste
worden geselecteerd.
21: 55 08 - 08 - 2015 SAT.
MAIN
ON
c
12
SET
Als er op ► wordt gedrukt, zal op de hoofdpagina de
kamertemperatuur worden getoond:
UIT
KOELING
YES
NON
YES
NON
DHW
ON
c
55
TANK
ON
DHW
c
55
TANK
Als u WATERSTROOMTEMP. instelt op NEE, en de KAMERTEMP.
op JA, zal de kamertemperatuur worden getoond op de homepagina,
en de kamertemperatuur zal dienen als streeftemperatuur. De
beoogde uitlaatwatertemperatuur kan worden berekend aan de
hand van de klimaatgerelateerde curves.
UIT
T4
KAMERTHERMOSTAAT
Over de KAMERTHERMOSTAAT
De KAMERTHERMOSTAAT wordt gebruikt voor instelling wanneer
de kamerthermostaat beschikbaar is.
Instellen van de KAMERTHERMOSTAAT
Ga voor de instelling van de KAMERTHERMOSTAAT naar MENU>
VOOR DE VAKMAN> KAMERTHERMOSTAAT. Druk op OK. De
volgende pagina wordt getoond:
Als de kamerthermostaat beschikbaar is, selecteer dan JA en druk
op OK. Als JA is geselecteerd in de MODUSINSTELLING, kunnen
de modusinstelling en de aan/uit-functie niet worden uitgevoerd
in de gebruikersinterface. De timerfunctie is niet beschikbaar,
de bedrijfsmodus, en de aan/uit-functie worden bepaald door
de kamerthermostaat. De temperatuurinstelling kan worden
ingesteld in de gebruikersinterface. Als NEE is geselecteerd kan
de gebruikersinterface worden gebruikt om de bedrijfsmodus en de
streeftemperatuur in te stellen, terwijl de aan/uit-functie wordt bepaald
door de kamerthermostaat. De timerfunctie is niet beschikbaar. Als
JA is geselecteerd in de DUAL KAMERTHERMOSTAAT, gaat de
INSTELLING VOOR KAMERTHERMOSTAATMODUS automatisch
op NEE, en de WATERSTROOMTEMP. en KAMERTEMP. vanzelf
op JA. De timerfunctie in de gebruikersinterface is niet beschikbaar.
De instelling van de bedrijfsmodus en streeftemperatuur kan worden
gedaan op de gebruikersinterface.
De "DUAL KAMERTHERMOSTAAT"-functie kan alleen worden
gebruikt bij toepassing 6 (raadpleeg 8.6 Toepassing 6). Als zone A
verwarming/koeling nodig heeft (AAN-signaal van kamerthermostaat
5A) zal het toestel aan gaan. De bedrijfsmodus en streeftemperatuur
van het uitlaatwater dient op de gebruikersinterface te worden
ingesteld. Als zone B verwarming/koeling nodig heeft (AAN-signaal
van kamerthermostaat 5B) zal het toestel aan gaan. De bedrijfsmodus
kan worden ingesteld op de gebruikersinterface, de streeftemperatuur
van het uitlaatwater wordt bepaald door de omgevingstemperatuur
(beoogde uitlaatwatertemperatuur wordt berekend aan de hand van
klimaatgerelateerde curves, als er geen curves zijn geselecteerd, is de
standaard curve 4 van toepassing). Als er geen verwarming/koeling
nodig is voor zowel zone A als zone B (OFF-signaal van thermostaat
5A en 5B) gaat het toestel uit.
OPMERKING: De instelling van de gebruikersinterface dient
overeen te komen met de bedrading van de thermostaat.
Als JA is geselecteerd in de KAMERTHERMOSTAAT en de
MODUSINSTELLING staat op NEE, dan dient de bedrading van de
thermostaat methode B te volgen. Als de MODUSINSTELLING op
JA staat, dan dient de bedrading methode A te volgen. Als "DUAL
KAMERTHERMOSTAAT" is geselecteerd dient de bedrading
methode C te volgen (raadpleeg "9.6.6 Aansluiting van andere
componenten/Voor kamerthermostaat").
Andere VERWARMINGSBRON
Over ANDERE VERWARMINGSBRON
De ANDERE VERWARMINGSBRON wordt gebruikt voor de
instelling van de backupverwarming, een extra verwarmingsbron als
een warmwaterketel of zonne-energieset, indien beschikbaar.
43
21: 55 08 - 08 - 2015 SAT.
ROOM
ON
c
24
SET
21: 55 08 - 08 - 2015 SAT.
ON
ROOM
DHW
ON
c
c
24
55
SET
TANK
6 ROOM THERMOSTAT
ROOM THERMOSTAT
YES
NON
YES
NON
MODE SETTING
YES
NON
DUAL ROOM
THERMOSTAT
SCROLL