Inhoudsopgave
Advertenties
Als het volume van de balansketel (9) groter is dan 30 L, is het buffervat (8) niet nodig. Zo niet, dan dient een buffervat te worden
geïnstalleerd en dient het totale volume van de balansketel en het buffervat groter te zijn dan 30 L. De afvoerklep (6) dient te worden
geïnstalleerd op de laagste plek van het systeem Voor het toestel van 5/7kW is de backupverwarming niet in het buitentoestel geïntegreerd.
Er kan een onafhankelijke backupverwarming worden geselecteerd en in de deur worden geïnstalleerd.
Werking pomp
Als er geen kamerthermostaat is aangesloten op het toestel (1), is de circulatiepomp (1.8) en (11) in werking zolang het toestel aan staat voor de
ruimteverwarming. De circulatiepomp (1.8) is in werking zolang het toestel aan staat voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
Details over de werking van de pomp kunt u vinden in 10.5 Het instellen van de snelheid van de pomp.
Verwarmen en koelen van de ruimte
Afhankelijk van het seizoen selecteert de klant koeling of verwarming via de gebruikersinterface. Het toestel treedt in werking in de
koelingsmodus of verwarmingsmodus om de beoogde waterstroomtemperatuur te bereiken. In de verwarmingsmodus is de 2-richtingsklep
(20) open. Warm water wordt zowel aan de ventilatortoestellen als aan de vloerverwarmingsspiralen geleverd. In de koelingsmodus is de
2-richtingsklep (20) gesloten om te voorkomen dat er koud water door de vloerverwarmingsspiralen (FHL - floor heating loops) stroomt.
Wanneer verschillende spiralen in het systeem worden gesloten door op afstand bedienbare kleppen, kan het nodig zijn een bypassklep (18)
te installeren om ervoor te zorgen dat de veiligheidsstroomschakelaar niet geactiveerd wordt. Zie ook 8.2 Toepassing 2.
De bedrading van de 2-richtingsklep (20) is anders dan van een NC (normal closed)-klep en een NO (normal open)-klep. De No-klep is
niet beschikbaar voor dit toestel. Zorg ervoor dat de bedrading is aangesloten op de correcte terminaalnummers zoals uiteengezet in het
bedradingsdiagram.
Het instellen van AAN/UIT van de verwarming/koeling wordt gedaan op de gebruikersinterface.
8.5 Toepassing 5
Verwarmen van een ruimte met een hulpverwarmingsketel (afwisselende werking).
Toepassing voor ruimteverwarming via ofwel het toestel ofwel een hulpverwarmingsketel die is aangesloten op het systeem.
■ Het door het toestel bedienbare contact (ook wel 'toestemmingssignaal voor de hulpverwarmingsketel' genoemd) wordt bepaald door de
buitentemperatuur (thermistor op het buitentoestel). Zie 10.7 Instellingen/ANDERE VERWARMINGSBRONNEN
■ Bivalente werking is mogelijk voor zowel ruimteverwarming als huishoudelijke warmwaterverwarming.
■ Als de hulpverwarmingsketel alleen warmte levert voor ruimteverwarming, dient de verwarmingsketel te worden geïntegreerd in het
leidingwerk en in de veldbedrading volgens de afbeelding voor toepassing a.
■ Als de hulpverwarmingsketel alleen warmte levert voor warm water voor huishoudelijk gebruik, kan de verwarmingsketel worden geïntegreerd
in het leidingwerk en in de veldbedrading volgens de afbeelding voor toepassing b.
■ Toepassing c kan worden gebruikt als de watertemperatuur van het buitentoestel niet hoog genoeg is. Er moet een extra 3-richtingsklep
worden geïnstalleerd. Als de omgevingstemperatuur hoog is en het water van het buitentoestel warm genoeg is, zal de verwarmingsketel
niet in werking treden en het water zal niet door de verwarmingsketel stromen. Wanneer de omgevingstemperatuur laag is en het water van
het buitentoestel niet warm genoeg is, zal de verwarmingsketel in werking treden, de 3-richtingsklep zal openen zodat het water van het
buitentoestel door de verwarmingsketel kan stromen en verwarmd kan worden.
Zorg ervoor dat de verwarmingsketel en de integratie van de verwarmingsketel voldoen aan de relevante plaatselijke wetten en regelgeving.
OPMERKING:
OPMERKING:
LET OP
LET OP
11
Advertenties
Inhoudsopgave
