Pagina 1
EIGENAARS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING Full DC-invertergestuurde koeler KEM-30 DNS3 KEM-60 DNS3 KEM-90 DNS3 Oorspronkelijke aanwijzingen. Hartelijk dank voor het kopen van onze airconditioning. Lees voordat u uw airconditioning gaat gebruiken deze handleiding zorgvuldig en bewaar hem voor raadpleging in de toekomst.
INHOUD PAGINA ACCESSOIRES 1. INLEIDING ................ 1 2. VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN ........2 3. VÓÓR DE INSTALLATIE ..........3 4. BELANGRIJKE INFORMATIE OVER KOELMIDDEL ..4 5. VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE ..4 6. INSTALLATIE VAN DE UNIT ..........4 7. AANSLUITSCHEMA VAN HET LEIDINGSYSTEEM ..9 8.
De unit moet volgens de onderstaande buitentemperatuur worden gebruikt: MC-SU30-RN1L MC-SU90-RN1L MC-SU60-RN1L Outlet water temperature (℃) Outlet water temperature (℃) Afb. 1-2 Koelbereik van KEM-90 DNS3 Afb. 1-1 Koelbereik van KEM-30 DNS3 en KEM-60 DNS3 MC-SU30-RN1L MC-SU90-RN1L MC-SU60-RN1L Outlet water temperature (℃) Outlet water temperature (℃) Afb.
2. VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN ATTENTIE Neem de onderstaande instructies in acht om letsels en eigendoms- verliezen te vermijden. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot verwon- Zorg ervoor dat de aardlekschakelaar (ALS) is geïnstalleerd. dingen of verliezen. De ALS moet geïnstalleerd zijn. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot een elektrische schok.
3. VÓÓR DE INSTALLATIE Hantering van de unit De hellingshoek moet tussen 45º en 70º liggen bij het dragen van de machine in het geval dat de machine kantelt. a. Rollen: diverse rolstaven van dezelfde lengte worden aan de onderkant van de unit geplaatst, en de lengte van elke staaf moet gro- ter zijn dan het buitenste frame van de onderkant en geschikt zijn om het apparaat in evenwicht te houden.
Als het apparaat op een dak wordt geïnstalleerd, moet het dak Vooraanzicht sterk genoeg zijn om het gewicht van de unit en het gewicht Afb. 6-1 Maattekening van KEM-30 DNS3 van het onderhoudspersoneel te dragen. De unit kan op het betonnen en groefvormige stalen frame worden geplaatst, net 6.1.2 KEM-60 DNS3...
Tabel 6-1 (unit: mm) Model KEM-30 DNS3 KEM-60 DNS3 KEM-90 DNS3 1870 2220 3220 1000 1325 1513 1175 1055 1095 Bovenaanzicht OPMERKING Na installatie van de veerdemper neemt de totale hoogte van de unit met ongeveer 135 mm toe. Vooraanzicht 6.2 Eisen voor de installatieruimte van de...
Pagina 10
Inlet of air flow Inlet of air flow Inlet of air flow Main unit Main unit Inlet of air flow Front view Top view Afb. 6-4 Installatie van één unit Inlet of air flow Main unit Main unit Main unit Main unit Main unit Main unit...
De basis moet minstens 200 mm hoog zijn om voldoende toe- Afb. 6-7 Bovenaanzicht van het schema van de gang te bieden voor de installatie van leidingen. Bij de basis- installatieafmetingen van KEM-30 DNS3 hoogte moet ook rekening worden gehouden met de bescher- (unit: mm) ming tegen sneeuw.
6.4 Installatie van dempingssystemen 6.5 Installatie van een systeem ter bescherming tegen de ophoping van 6.4.1 Dempingssystemen sneeuw en harde wind Door middel van de montagegaten op het stalen frame van de Bij de installatie van een luchtgekoelde warmtepompkoeler op een onderkant van de unit kan het apparaat betrouwbaar op de funde- plaats met zware sneeuwval is het noodzakelijk om maatregelen ring worden bevestigd met een veerdemper.
7. AANSLUITSCHEMA VAN HET LEIDINGSYSTEEM Dit is het watersysteem van de standaardmodule. Expansion tank Water replenishing Dirt discharge valve Y-type filter, unit requiring≥ 40 meshes unit Terminal unit Drain valve Two-way valve Auxiliary electric heater Three-way valve Uitleg van de symbolen Buigzame Hoofdafsluiter Manometer...
8. OVERZICHT VAN DE UNIT 8.1 Hoofdonderdelen van de units Afb. 8-1 Hoofdonderdelen van de KEM-30 DNS3 Afb. 8-2 Hoofdonderdelen van de KEM-60 DNS3...
Pagina 15
Afb. 8-3 Hoofdonderdelen van de KEM-90 DNS3 Luchtuit- Elektrische NAAM Bovenkap Compressor Verdamper Condensor Waterinlaat laat schakelkast Draadgestuurde NAAM Luchtinlaat Wateruitlaat bediening...
Door middel van een afneembaar servicepaneel kan het onderhoudspersoneel gemakkelijk toegang krijgen tot de interne componenten van de unit. Door 1 Door 2 Door 3 Door 4 Afb. 8-4 Deuren van de KEM-30 DNS3 Door 1 Door 2 Door 3 Door 4 Afb. 8-5 Deuren van de KEM-60 DNS3...
8.3 Systeemoverzicht 8.3.1 Schema van de KEM-30 DNS3 Afb. 8-7 is het functieschema van de KEM-30 DNS3. inlet outlet Afb.8-7 Functieschema van de KEM-30 DNS3 Tabel 8-1 Legenda DC-invertergestuurde compressor Systeemdruksensor Carterverwarmer Veiligheidsklep Perstemperatuursensor 1 van de DC-invertergestuurde Damp-vloeistofscheider compressor...
8.3.2 Schema van de KEM-60 DNS3 Afb. 8-8 is het functieschema van de KEM-60 DNS3. inlet outlet Afb.8-8 Functieschema van de KEM-60 DNS3 Tabel 8-2 Legenda DC-invertergestuurde compressor Hogedrukvat DC-invertergestuurde compressor 2 Antivriesverwarmer van de platenwarmtewisselaar Carterverwarmer 1 Antivriestemperatuursensor 2 waterzijde Carterverwarmer 2 Antivriestemperatuursensor 1 waterzijde Perstemperatuursensor 1 van de DC-invertergestuurde...
8.3.3 Schema van de KEM-90 DNS3 Afb. 8-9 is het functieschema van de KEM-90 DNS3. inlet outlet Afb.8-9 Functieschema van de KEM-90 DNS3 Tabel 8-3 Legenda DC-invertergestuurde compressor 1 Unit voor het koelen van de elektronische schakelkast DC-invertergestuurde compressor 2 Elektromagnetische omleidingsklep vloeistofzijde Carterverwarmer 1 Eenwegsklep 4...
8.4 Hoofdprintplaat van de buitenunit HOOFDPRINTPLAAT In tabel 8-4 worden de beschrijvingen van de etiketten vermeld. 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 Afb. 8-11 Hoofdprintplaat van de KEM-90 DNS3 Tabel 8-4 Inhoud CN1: Aansluiting pomp 1 CN30: Aansluiting vermogenssequentiedetectie S5: DIP-schakelaars CN72: Voeding naar gebruikersinterface...
Pagina 21
CN50, CN51: Communicatiepoorten van compressorinvertermodule CN55: EXV-aandrijfpoort CN60, CN71: Communicatiepoorten van draadgestuurde bediening CN24: Buitentemperatuursensor en luchtzijdige koelmiddeluitlaattemperatuursensor aansluitingen CN69: Waterzijdige warmtewisselaar antivriestemperatuursensor 1 spoeleinde uitlaattemperatuur Aansluitingen van perstemperatuursensor 2 en perstemperatuursensor 1 CN31: Aansluitingen van luchtaanzuigtemperatuursensor, antivriestemperatuursensor 2 van waterzijdige warmtewisselaar, wateruitlaatsensor van waterzijdige warmtewisselaar, waterinlaattemperatuursensor van waterzijdige warmtewisselaar en gecombineerde wateruitlaattemperatuursensor...
Tabel 8-5 Gedetailleerde informatie CN30: Ingang van de driefasige vierdraadsvoeding (foutcode E1) Ingang van de transformator, 220-240V wisselstroom. (geldt alleen voor de hoofdunit) Er moeten tegelijkertijd drie fasen L1, L2 en L3 van de voeding bestaan en het verschil van de fasehoek dient onderling 120º...
Pagina 23
Gedetailleerde informatie CN2: HEAT1. Bijverwarming van de leidingen Let op: de werkelijk gedetecteerde waarde van de controlepoort van de pomp is ON/OFF, maar niet 220-230V stuurstroomtoevoer, dus er moet speciale aandacht worden besteed aan de installatie van de bijverwarming van de leidingen.
Pagina 24
Gedetailleerde informatie CN69: Ingangspoort van temperatuursensoren Tp1: DC-invertergestuurde compressor 1 perstemperatuursensor Tp2: DC-invertergestuurde compressor 2 perstemperatuursensor Tz/7: uitlaattemperatuursensor spoeleinde Taf1: Waterzijdige antivriestemperatuur CN19: Laagspanningsbeveiligingsschakelaar. (Veiligheidscode P1) CN91: Driefasige beveiliging uitgangschakelaar (Veiligheidscode E8) CN58: Stuurpoort van ventilatorrelais CN8: Afstandsfunctie van koel/verwarmingssignaal CN8: Afstandsfunctie van aan/uit-signaal CN8: Signaal van waterstroomschakelaar SW3: UP-knop (omhoog)
8.5.4 Instructies met betrekking tot de DIP- schakelaar DIP-schakelaar, knoppen en digitaal display, positie van de De definities voor de DIP-schakelaar van de KEM-30 DNS3 en de componenten. KEM-60 DNS3 zijn anders dan die van de KEM-90 DNS3. Zie tabel 8-6 voor instructies m.b.t.
Pagina 26
DIP-schakelaar voor Voor de KEM-90 DNS3 is de functie menutype niet beschikbaar Zie vermogensselectie ENC2 tabel 8-8 voor instructies over menutypes van de KEM-30 DNS3 en (KEM-90 DNS3 de KEM-60 DNS3. defaultwaarde 2) Tabel 8-8 KEM-30 DNS3 en KEM-60 DNS3...
Pagina 27
Item voor steekproef UP/DOWN-toetsen in de niet-menumodus. De instructies voor de Weergave weergave van de steekproefvolgorde van de KEM-30 DNS3 en de Stand-by: Adres van buitenunits (88 links) + aantal digitale KEM-60 DNS3 zijn anders dan die van de KEM-90 DNS3. Zie tabel...
c. Het is aan te raden om drieaderige afgeschermde kabels voor de Selectie van de statische druk (0 standaard stati- 33.xx unit te gebruiken om interferenties tot een minimum te beperken. sche druk) Gebruik geen niet-afgeschermde meeraderige kabels. 34.xx 35.xx Frequentiebeperking Nr.
Wired controller or 3 phase 3 phase unit communication AC contactor AC contactor Afb. 8-17 Functie van de aansluitklemmen van KEM-30 DNS3 en KEM-60 DNS3 L1/L2/L3 220-240V~ Zoals in de onderstaande afbeelding is te zien, is de signaaldraad 50Hz van de unitcommunicatie voor de KEM-90 DNS3 aangesloten op...
De afstandsbedieningsfunctie van "ON/OFF" moet worden inge- steld met de DIP-schakelaar. De afstandsbedieningsfunctie van "HEAT/COOL” is effectief wanneer S5-4 voor KEM-30 DNS3 en KEM-60 DNS3 of S5-3 voor KEM-90 DNS3 is gekozen. Tegelijker- tijd is de draadgestuurde bediening onbestuurbaar.
Pagina 32
Als er meerdere units parallel worden geschakeld, moet de gebruiker het adres van de unit op de DIP-schakelaars instellen. Het adres van de DIP-schakelaar voor units van de KEM-30 DNS3 en de KEM-60 DNS3 is ENC1 en voor units van de KEM-90 DNS3 ENC4.
Pagina 33
(Afstand tussen het netsnoer en de signaaldraad: 300 mm indien lager dan 10 A, en 500 mm indien lager dan 50 A) ATTENTIE Bij aansluiting van meerdere units kan de HMI van de KEM-30 DNS3 en de KEM-60 DNS3 in hetzelfde systeem parallel lopen, terwijl de KEM-90 DNS3 dat niet kan.
Pagina 34
(Afstand tussen het netsnoer en de signaaldraad: 300 mm indien lager dan 10 A, en 500 mm indien lager dan 50 A) ATTENTIE Bij aansluiting van meerdere units kan de HMI van de KEM-30 DNS3 en de KEM-60 DNS3 in hetzelfde systeem parallel lopen, terwijl de KEM-90 DNS3 dat niet kan.
8.6 Installatie van het watersysteem m. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 2°C en de unit lange tijd niet wordt gebruikt, moet het wa- ter dat zich in de unit bevindt worden afgetapt. Als 8.6.1 Basisvereisten voor de aansluiting van het apparaat in de winter niet wordt geleegd, mag de koelwaterleidingen stroomtoevoer niet worden onderbroken en moeten de...
Gegevens van Gegevens Model van waterleiding Verbinding van leidingen KEM-30 DNS3 1 1/4 DN40 KEM-60 DNS3 2″ DN50 KEM-90 DNS3 2″ DN50 srew connection Afb. 8-28 Aansluitmethode van de KEM-30 DNS3 hoop connection Afb. 8-29 Aansluitmethode van de KEM-60 DNS3...
hoop connection Afb. 8-30 Aansluitmethode van de KEM-90 DNS3 8.6.3 Ontwerp van de opslagtank kW is de eenheid voor het koelvermogen en L is de eenheid voor G, het waterdebiet in de formule die de minimale waterstroom telt. Comfortabele airconditioning G = koelvermogen×3,5 L Proceskoeling G = koelvermogen×7,4 L...
Afb. 8-34 Installatie van multimodulair systeem (niet meer dan 16 modules) ATTENTIE De KEM-30 DNS3 en de KEM-60 DNS3 kunnen in hetzelfde watersysteem worden aangesloten, terwijl de KEM-90 DNS3 niet met andere modellen kan worden aangesloten. 8.6.9.2 Tabel met diameterparameters van de voornaamste inlaat- en uitlaatpijpen...
Zie tabel 8-6 voor details voor de keuze van de DIP-schakelaar buitentemperatuur wanneer enkele of meerdere waterpompen zijn geïnstalleerd voor de KEM-30 DNS3 en de KEM-60 DNS3. Zie tabel 8-7 voor details voor de keuze van de DIP-schakelaar Als bij de eerste ingebruikname de watertemperatuur laag wanneer enkele of meerdere waterpompen zijn geïnstalleerd voor...
EINDCONTROLE EN PROEFDRAAIEN 10.1 Controletabel na installatie Tabel 10-1 Te controleren Omschrijving onderdeel De units worden vast gemonteerd op een vlakke ondergrond. De ventilatieruimte voor de warmtewisselaar aan de luchtzijde is correct De onderhoudsruimte is correct. Of de installatieplaats voldoet aan de eisen Geluid en trillingen zijn correct.
Pagina 42
10.2 Proefdraaien a. Zet de bediening in werking en controleer of de unit een foutcode weergeeft. Als er een storing optreedt, verhelp dan eerst de storing en start de unit volgens de bedieningsmethode in de "bedieningsinstructie van de unit", nadat is vastgesteld dat er geen storing in de unit aanwezig is.
In het geval dat de unit onder abnormale omstandigheden draait, zal de code voor storingsbeveiliging zowel op het bedieningspaneel als op de draadgestuurde bediening worden weergegeven en zal het controlelampje op de draadgestuurde bediening gaan knipperen met 1Hz. De displaycodes worden in de volgende tabel weergegeven: Tabel 11-1 KEM-30 DNS3 en KEM-60 DNS3 Fout Code...
Pagina 44
Temperatuur van terugstromend koelwater te hoogh Hersteld wanneer storing is verholpen Antivriesbeveiliging voor in de winter Hersteld wanneer storing is verholpen Verdamperdruk laag bij het koelen Hersteld wanneer storing is verholpen Koelverdamper lage temperatuur Hersteld wanneer storing is verholpen antivriesbeveiliging (hersteld d.m.v. knop) Beveiliging tegen te hoge temperatuur verwarming T4 Hersteld wanneer storing is verholpen Bescherming 3 keer per 100 minuten...
Pagina 45
Tabel 11-2 KEM-90 DNS3 Fout nr. Code reden opmerking Storing EPROM-geheugen voor belangrijkste regelparameters Hersteld wanneer storing is verholpen Fasesequentiestoring van het hoofdbedieningspaneel controleren Hersteld wanneer storing is verholpen Communicatiestoring tussen hoofdbediening en draadgestuurde bediening Hersteld wanneer storing is verholpen Storing totale wateruitlaattemperatuursensor (hoofdunit geldig) Hersteld wanneer storing is verholpen Storing wateruitlaattemperatuursensor unit...
Pagina 46
1HE Fout elektronische expansieklep A niet ingezet Hersteld wanneer storing is verholpen 2HE Fout elektronische expansieklep B niet ingezet Hersteld wanneer storing is verholpen 3HE Fout elektronische expansieklep C niet ingezet Hersteld wanneer storing is verholpen 1F0: Communicatiestoring IPM-module Hersteld wanneer storing is verholpen 2F0: Communicatiestoring IPM-module Hersteld wanneer storing is verholpen Bescherming 3 keer per 240 minuten en de storing kan worden...
Pagina 47
11.2 Digitaal display van het 11.4 Verwijderen van afschilfering hoofdbedieningspaneel Na langdurig gebruik worden calciumoxide of andere mineralen afgezet op het warmteoverdrachtsoppervlak van de waterzijdige warmtewisselaar. Deze stoffen beïnvloeden het warmteoverdrachtsvermogen De gegevensweergave is verdeeld in een boven- en onderdeel, met twee wanneer er te veel afschilfering op het warmteoverdrachtsoppervlak zit, groepen van respectievelijk tweecijferig half zevensegmentendisplay.
11.12 Vervanging van de veiligheidsklep c. Wanneer het vacuümniveau is bereikt, moet het koelmiddel met behulp van een koelvloeistoffles in het koelsysteem worden gespoten. Op het typeplaatje en de tabel met de belangrijkste technische parameters is de Vervang de veiligheidsklep als volgt: juiste hoeveelheid koelmiddel voor injectie aangegeven.
Pagina 49
TABEL MET GEGEVENS OVER HET PROEFDRAAIEN EN ONDERHOUD Tabel 11-5 Model: Code vermeld op het etiket op de unit: Naam en adres van de klant: Datum: 1. Controleer de temperatuur van het gekoelde of het warme water Inlaat ( Uitlaat ( 2.
Pagina 50
TABEL MET GEGEVENS OVER ROUTINEMATIGE WERKING Tabel 11-6 Model: Datum: Weer: Werkingsduur: Inbedrijfstelling ( Buitengebruikstelling ( Droge bol °C Buitentempera- tuur Natte bol °C Binnentemperatuur °C Hoge druk Lage druk Compressor Spanning Stroom Inlaat °C (droge bol) Luchttempe- ratuur van de luchtzijdige warmtewisse- Uitlaat...
13. INFORMATIEVEREISTEN Tabel 13-1 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len) KEM-30 DNS3 Buitenwarmtewisselaar Lucht-water Binnenwarmtewisselaar Water-lucht Type Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Sym- Waar- Sym- Waar- Item Unit Item Unit bool bool Seizoensgebonden energie-effici- Nominaal koelvermogen Prate 27,6 η...
Pagina 53
Tabel 13-2 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-60 DNS3 Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht-water Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water-lucht Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Sym- Waar- Sym- Waar- Item Unit Item Unit bool bool Seizoensgebonden energie-effici- Nominaal koelvermogen Prate 55,5...
Pagina 54
Tabel 13-3 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-90 DNS3 Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht-water Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water-lucht Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Sym- Waar- Sym- Waar- Item Unit Item Unit bool bool Seizoensgebonden energie-effici- Nominaal koelvermogen Prate 82,0...
Pagina 55
Tabel 13-4 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-30 DNS3 Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven. De parameters moeten worden aangegeven voor gemiddelde weersomstandigheden.
Pagina 56
Tabel 13-5 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-60 DNS3 Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven. De parameters moeten worden aangegeven voor gemiddelde weersomstandigheden.
Pagina 57
Tabel 13-6 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-90 DNS3 Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven. De parameters moeten worden aangegeven voor gemiddelde weersomstandigheden.