8.2 Toepassing 2
Alleen voor ruimteverwarming zonder op het toestel aangesloten kamerthermostaat. De temperatuur in iedere kamer wordt bediend door een
klep op ieder watercircuit. Het warme water voor huishoudelijk gebruik wordt geleverd via de huishoudelijke warmwaterketel die is aangesloten
op het toestel.
1
1.6 1.7
1.8
1.5
1.3
1.2
1.4
1 buitentoestel
1.1 manometer
1.2 overdrukklep
1.3 expansievat
1.4 platenwarmtewisselaar
1.5 backupverwarming
1.6 ontluchtingsklep
1.7 stroomschakelaar
1.8 P_i: circulatiepomp in het toestel
2 Y-vormig filter
3 stopklep (veldstroomtoevoer)
4 gebruikersinterface
Als het volume van de balansketel (9) groter is dan 30 L, is het buffervat (8) niet nodig. Zo niet, dan dient een buffervat te worden geïnstalleerd
en dient het totale volume van de balansketel en het buffervat groter te zijn dan 30 L. De afvoerklep (6) dient te worden geïnstalleerd op
de laagste plek van het systeem Voor het toestel van 5/7kW is de backupverwarming niet in het buitentoestel geïntegreerd. Er kan een
onafhankelijke backupverwarming worden geselecteerd en in de deur worden geïnstalleerd.
■ Werking circulatiepomp
Als er geen kamerthermostaat is aangesloten op het toestel (1), is de circulatiepomp (1.8) en (11) in werking zolang het toestel aan staat voor de
ruimteverwarming. De circulatiepomp (1.8) is in werking zolang het toestel aan staat voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
(DHW - domestic hot water)
■ Ruimteverwarming
1) Het toestel (1) treedt in werking om de beoogde waterstroomtemperatuur te bereiken die is ingesteld op de gebruikersinterface.
2) Wanneer de circulatie in ieder ruimteverwarmingscircuit (FCU1...n) bediend wordt door op afstand bedienbare kleppen (M1...n) is het
belangrijk een bypassklep (18) te installeren om ervoor te zorgen dat de veiligheidsstroomschakelaar niet geactiveerd wordt.
De bypassklep dient zo te worden geselecteerd dat op ieder moment de minimale waterstroom, zoals aangegeven in 9.3 Waterleidingen
wordt gegarandeerd.
■ Verwarming huishoudelijk water
1) Wanneer de modus waterverwarming voor huishoudelijk gebruik ingeschakeld staat (ofwel handmatig door de gebruiker, ofwel
automatisch gepland) wordt de streeftemperatuur van het warme water voor huishoudelijk gebruik bereikt door een combinatie van de
warmtewisselaarsspiraal en de elektrische bijverwarming (wanneer de bijverwarming in de ketel op JA staat).
2) Wanneer de huishoudelijke warmwatertemperatuur zich onder het door de gebruiker ingestelde instelpunt bevindt, wordt de 3-richtingklep
geactiveerd om het huishoudelijke water te verwarmen via de warmtepomp. Als er zeer grote vraag is voor warm water, of de instelling voor
de warmwatertemperatuur is zeer hoog, kan de bijverwarming (13.1) extra warmte verstrekken.
19
1.1
M
2
3
7
6
6 afvoerklep (veldstroomtoevoer)
7 vulklep (veldstroomtoevoer)
8 buffervat (veldstroomtoevoer)
9 balansketel (veldstroomtoevoer)
9.1 ontluchtingsklep
9.2 afvoerklep
10 expansievat (veldstroomtoevoer)
11 P_o: externe circulatiepomp
(veldstroomtoevoer)
12 collector (veldstroomtoevoer)
13 huishoudelijke warmwaterketel
(veldstroomtoevoer)
13.1 bijverwarming
OPMERKING:
4
10
9.1
11
9
9.2
8
8
13
13.3
14
13.1
13.2
Tn
T2
T1
12
M1
M2
Mn
FHL1
FHL2
13.2 warmtewisselaarsspiraal
13.3 ontluchtingsklep
14 T5: temperatuursensor
15 warmwaterkraan (veldstroomtoevoer)
16 P_d: Huishoudelijke warmwaterpomp
(veldstroomtoevoer)
17 terugslagklep (veldstroomtoevoer)
18 Bypassklep (veldstroomtoevoer)
19 SV1: 3-richtingsklep (veldstroomtoevoer)
FHL 1...n vloerverwarmingscircuit
M1...n gemotoriseerde klep
(veldstroomtoevoer)
T1...n kamerthermostaat (veldstroomtoevoer)
15
16
17
17
18
FHLn