Visonic PowerMaster-10 G2 Installatiehandleiding pagina 9
Verberg thumbnails
Zie ook voor PowerMaster-10 G2:
- Installatiehandleiding (102 pagina's) ,
- Gebruikersgids (86 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (78 pagina's)
Advertenties
2. DE LOCATIE VAN DE INSTALLATIE KIEZEN
Om de beste plaats te kiezen voor het PowerMaster-bedieningspaneel moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
•
De geselecteerde locatie moet ongeveer in het midden liggen van de installatie-site tussen alle transmitters, bij
voorkeur op een verborgen plaats.
•
In de dichte nabijheid van een AC-bron
•
In de dichte nabijheid van een telefoonverbinding (wanneer een PSTN wordt gebruikt)
•
Waar een goede dekking van het mobiele netwerk is wanneer een GSM-module wordt gebruikt
•
Ver verwijderd van draadloze interferentie, zoals:
o Computers of andere elektronische toestellen, stroomgeleiders, draadloze telefoons, lichtdimmers, enz.
o Grote metalen voorwerpen (zoals metalen deuren of koelkasten)
Opmerking: Een afstand van minstens 1 meter (3 ft.) is aanbevolen.
•
Indien de ingebouwde sirene van het paneel en/of spraak wordt gebruikt, selecteer dan een locatie waar het geluid
over het hele terrein kan worden gehoord.
Bij het plaatsen van draadloze toestellen:
•
Controleer of het ontvangstsignaal van elk toestel "Sterk" of "Goed", maar niet zwak is.
Opmerking: Voor UL/cUL-installaties moet het testresultaat "Strong" (Sterk) zijn voor alle draadloze toestellen.
•
Draadloze magnetische contacten moeten in een verticale positie worden geplaatst en zo hoog mogelijk op de
deur of het venster.
•
Draadloze PIR melders moeten recht worden geplaatst op de hoogte die wordt gespecifieerd in hun Installatie-
instructies
•
Repeaters moeten hoog op de muur in het midden tussen de transmitters en het controlepaneel worden geplaatst.
WAARSCHUWING! Om te voldoen aan de FCC en IC RF vereisten voor blootstelling, moet het controlepaneel tijdens
normaal gebruik op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De voor dit product
gebruikte antennes mogen niet bij andere antennes of zenders worden geplaatst of er samen mee worden gebruikt.
Apparatuur en bekabeling bij de klant
A. Uitrusting van de Network Service Provider
B. Telefoonlijn
C. Netwerkbegrenzing
D. RJ-31X jack
E. Telefoon
Opmerking: De REN wordt gebruikt om het aantal toestellen vast te stellen die aan een telefoonlijn mogen worden bevestigd. Teveel
REN´s op een telefoonlijn kan als gevolg hebben dat toestellen niet overgaan in antwoord op een inkomende oproep. In de meeste,
maar niet alle zones, mag de som van de REN´s niet hoger zijn dan vijf (5.0). Om zeker te zijn van het aantal toestellen dat mag worden
aangesloten aan een lijn, zoals vastgesteld door het aantal REN´s, gelieve de telefoonmaatschappij te contacteren.
Aansluiting aan een door de telefoonmaatschappij voorziene service met munten is verboden. Aansluiting met
partylines is onderworpen aan staattarieven.
De installateur moet de lijnbezetting controleren. Wees u bewust van andere telefoonlijndiensten zoals DSL. Indien een
DSL service op de lijn is voorzien op de telefoonlijn, moet u een filter installeren. Het is aangeraden om het DSL alarm
filter model Z-A431PJ31X geproduceerd door Excelsus Technologies, of een equivalent te gebruiken. Deze filter wordt
gewoon in de RJ-31X jack geplugd en laat alarmrapportering toe zonder de internetconnectie te onderbreken.
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
D
A
B
C
E
2. DE LOCATIE VAN DE INSTALLATIE KIEZEN
F
H
I
G
F. Alarm-oproep-uitrusting
G. Antwoordsysteem
H. Niet gebruikte RJ-11 Jack
I.
Faxmachine
J. Computer
J
E
H
E
9
Advertenties
