5. PROGRAMMEREN
VRAAG OPERATOR
OP. ZWARTE LIJST
GPRS ALTIJD AAN
TRANS. PROTOCOL
5.6.4 Doormeldingen aan meldkamers configureren
De PowerMaster centrale is ontworpen om alarmen, alerts, problemen en andere gebeurtenissen en boodschappen
aan twee meldkamers PAC1 en PAC2 door te melden, via PSTN telefoonlijn, GSM spraak (analoog) GPRS (IP) & SMS
of Breedband IP communicatiekanalen. In dit onderdeel kunt u alle parameters en functies voor het doormelden van
deze events aan de meldkamers configureren en definiëren, zoals:
•
De gebeurtenissen doorgemeld aan elk van de twee Meldkamers PAC1 en PAC2 en overeenkomstige back-ups.
•
De communicatie middelen (kanaal) gebruikt voor het rapporteren en de back-up middelen (kanaal) in geval van
falen.
•
De klantennummer(s) van de klant (abonnee) die aan elke meldkamer gerapporteerd moet worden.
•
De telefoonnummers, IP adressen en SMS nummers en protocols van de overeenkomstige alarm ontvangers bij
de twee Meldkamers PAC1 en PAC2 en het aantal belpogingen in geval van falen.
•
De communicatie automatisch testen en de communicatiestoring meldingen.
•
Het doormelden van bepaalde systeem functie events zoals "Bevestigd Alarm", "Recent Gesloten", "Zone Herstel"
en "Systeem Niet-Gebruikt".
Opmerkingen: De melding van gebeurtenissen aan toepassingen van derden (SMS/IP/persoonlijke telefoons) is
een aanvullende functie die niet is onderzocht door UL en die niet wordt gebruikt in UL-geregistreerde installaties.
04:COMMUNICATIE
Open "3:PAC MELDING", selecteer het menu dat u wilt configureren (zie boven en in paragraaf 5.6.1) en raadpleeg de
onderstaande tabel voor gedetailleerde uitleg en configuratie-instructies voor elke optie.
Optie
Programmeer instructies
Bepaal welke events (Alarmen (alrm); Open/close (o/c); Waarschuwingen (alrt); Alle events
01:MELDINGEN
(all); Onderhoud en Storingen) aan de meldkamers zullen worden gemeld.
Het min (-) symbool betekent "minder/behalve" d.w.z. all(-alrt) betekent alle events behalve
alerts.
De asterisk () is een scheidingsteken tussen events gemeld aan Meldkamer 1 (PAC1) en
events gemeld aan Meldkamer 2 (PAC2). Voor gedetailleerde en meer volledige uitleg zie het
"Schema voor de doormelding van events" aan het einde van deze sectie.
56
Vergrendel netwerk: indien geselecteerd, dan gebruikt het paneel de in de optie
'Gevraagd netwerk' gedefinieerde aanbieder (aan) = ingeschakeld
Specificeert een voorkeursnetwerk (bijv. Vodafone) waarmee het apparaat moet
proberen verbinding te maken indien de signaalsterkte hoger is dan de minimale CSQ-
waarde. Als een gevraagde aanbieder gespecificeerd is, dan moet het paneel proberen
bij elke poging verbinding te maken met dit netwerk.
Opmerking: Bevat een bewerkbare regel om tot 6 MCC (mobiele landcodes) en MNC
(mobiele netcodes) in te voeren
Wordt gebruikt om bepaalde netwerken te vermijden, bijvoorbeeld wanneer een netwerk
met een hoge signaalsterkte onbetrouwbaar is of het apparaat steeds wisselt tussen
netwerken (landsgrenzen).
Opmerking: Bevat een bewerkbare regel om tot 6 MCC (mobiele landcodes) en MNC
(mobiele netcodes) in te voeren.
Bepaal of de centrale altijd verbonden "aan" zal blijven via GPRS-communicatie, of de
verbinding na elke melding zal verbreken "uit" (standaard).
Opmerking: Stel voor UL-installaties in op "aan".
Kies het IP-protocol dat gebruikt wordt om data via het internet/GPRS te
verzenden
.
Opties: TCP (standaard); of UDP.
⋅⋅⋅
3:PAC MELDING
Opties:
all-o/c backup (standaard)
all all
all-o/call-o/c
Opmerking: Alarmevents (alrm) hebben de hoogste prioriteit en alerts (alrt) hebben de
laagste prioriteit.
⋅⋅⋅
gewenst MENU
all-o/co/c
all(-alrt)alrt
alrmall(-alrm)
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
uitgeschakeld
all backup