Visonic PowerMaster-10 G2 Installatiehandleiding pagina 26
Verberg thumbnails
Zie ook voor PowerMaster-10 G2:
- Installatiehandleiding (102 pagina's) ,
- Gebruikersgids (86 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (78 pagina's)
Advertenties
4. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE
Opmerkingen voor bekabeling EXPANDER module:
∗
*
Bekabelde zone
terminals kunnen worden verbonden met een normaal gesloten contact van een melder, een
switch (bijvoorbeeld een sabotageschakelaar van om het even welk toestel) of een drukknop, via een 2.2 K
weerstand. Het 12V-station kan worden gebruikt om 12V te leveren (tot 36mA) aan een detector (indien nodig).
** De EXT terminal kan worden gebruikt om een externe sirene te activeren.
De INT terminal kan worden geprogrammeerd voor een "interne sirene" of "flitser" (zie par. 5.7).
De 12 V en "GND" terminals kunnen met een sirene worden verbonden (voor constante DC stroomaanvoer).
*** De 12 V voeding van het PGM toestel is voorzien van een zekering. De stroomsterkte is beperkt tot 100 mA.
WAARSCHUWING! Wanneer u stations terugplaatst, zorg dan dat ze goed met de pennen op de PCB zijn uitgelijnd.
Slecht uitgelijnde of achterstevoren geplaatste stations kunnen schade veroorzaken aan de interne circuits van de
PowerMaster-30 G2!
BELANGRIJK! De terminals voor interne en externe sirenes zijn DC-outputs bestemd voor 12V sirenes. De aansluiting
van een luidspreker op een van deze outputs zal een kortsluiting veroorzaken en zal de unit beschadigen.
Opmerkingen voor UL-installaties:
1. Een apparaat dat is verbonden met het PGM-station mag niet zo worden geprogrammeerd dat het in standby-
modus wordt geactiveerd.
2. Het systeem dient te worden geïnstalleerd in overeenstemming met CSAC22.1 Canadian Electrical Code, Deel 1.
3. Er moet een minimale tussenruimte worden aangehouden van 1/2 cm (1/4 inch) tussen de telefoonkabel en de
laagspanningskabel (zones, belcircuit, etc.) Leid de LINE- en SET-kabels niet via dezelfde kabelgoot samen met
andere kabels.
4. Niet verbinden met een ontvanger die met een schakelaar wordt bediend.
5. Permanent bekabelde zones zijn alleen voor BURG-gebruik.
6. Alarmcontact (F) en/of Magnetisch contact moet UL-geregistreerd zijn.
7. Minimale systeemconfiguratie voor INBRAAK (BURG) bestaat uit Bedieningspaneel (PowerMaster-10 G2 of
PowerMaster-30 G2). UL-geregistreerde Meldkamerontvanger die geschikt is voor Indringerdetectie-apparaat
(Magnetisch contact, PIR, Bekabelde zone etc.).
8. Minimale systeemconfiguratie voor BRAND (FIRE) bestaat uit: Bedieningspaneel (PowerMaster-10 G2 of
PowerMaster-30 G2). UL-geregistreerde meldkamerontvanger die geschikt is voor Zone etc, Rookmelder
(SMD-426/427 PG2).
4.10. De stroom met het bedieningspaneel verbinden
Opmerkingen:
1. Gebruik geen andere stroomkabel (3 m lang) of stroomvoornziening anders dan geleverd door de fabrikant
LEADER ELECTRONICS, modelnr. MU24-11125-A10F. Voor UL-installaties, modelnr. MU15-R125120-A1, p/n
MU15-R1125-A00S. Voor ULC-installaties, modelnr. MU15- R125120-A1, p/n MU15-R1125-A01S.
2. Voor UL-installaties (UL) moet de plug-in transformator kunnen worden begrenst. Voor Canada (CUL) mag deze
geen begrenzer hebben.
3. Deze installatie moet worden geïnstalleerd conform Hoofdstuk 2 van de Nationale Brandalarm Wetgeving,
ANSI/NFPA 72 en CAN/ULC-S540.
26
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
Ω
Advertenties
