5.9.2 Draadloze apparaten testen
De PowerMaster centrale stelt u in staat draadloze apparaten, gekoppeld aan het paneel, te testen. U kunt alle
apparaten testen, een specifiek apparaat testen, de status van het apparaat tonen en de RF signaal status bekijken.
07:DIAGNOSE
Open het menu "DL APPARATEN", selecteer de optie die u wenst uit te voeren (zie boven en paragraaf 5.9.1) en
raadpleeg dan onderstaande tabel voor gedetailleerde uitleg van elke optie.
Optie
TEST ALLE APP.
TEST 1 APPARAAT
→MAGNEETCONTACTEN
→BEWEGINGSMELDERS
→GLASBREUKMELDERS
→SCHOK SENSOREN
→ROOKMELDERS
→CO-MELDERS
→GASMELDERS
→WATERMELDERS
→TEMP. MELDERS
→KEYFOBS
→PANIEKKNOPPEN
1
SIM-nummertest is niet van toepassing op UL-installaties
2
Breedband is niet van toepassing op UL-installaties
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
1
SIM-NUMMER TST
2
POWERLINK-MODULE
⋅⋅⋅
DL-APPARATEN
Instructies
U kunt alle op de wand bevestigde apparaten automatisch testen, na elkaar, waarna de
installateur de andere apparaten op volgorde test: verdwijnende magnetische
contactapparaten, keyfobs en daarna paniekknoppen.
Druk in "TEST ALLE APP." op
verschijnen: "TESTEN Xxx NNN" waarbij "Xxx" het type apparaat weergeeft en "NNN"
geeft het aantal in het systeem geregistreerde apparaten in het paneel aan, die nog niet
getest zijn. Dit aantal daalt automatisch met één cijfer voor elk getest apparaat.
Tijdens de test opent een druk op een willekeurige toets de volgende opties:
1. Druk op
om naar de volgende apparaat groep te springen. Bijvoorbeeld, van
gemonteerde apparaten naar keyfobs.
2. Druk op
om verder te gaan met het testproces
3. Druk op
om het test proces te verlaten.
Wanneer alle op de wand gemonteerde apparaten de testprocedure hebben doorlopen,
dan kunt u verdwijnende magnetische contactapparaten testen.
Tijdens de test van een verborgen magneetcontact, aangegeven op het scherm met
bijvoorbeeld "TEST MAG.SMAL NNN", moet u de deur of het venster even openen.
Wanneer alle verdwijnende magnetische contactapparaten de testprocedure hebben
doorlopen, dan kunt u keyfobs testen.
Tijdens de test van een keyfob, aangegeven op het scherm met bijvoorbeeld "TEST
KEYFOBS NN", drukt u op een toets van het apparaat om de test te beginnen.
Wanneer alle keyfobs de testprocedure hebben doorlopen, dan kunt u paniekknoppen
testen.
Tijdens de test van een paniek knop, aangeven op het scherm met bijvoorbeeld "TEST
PAN.KNOP. NN", drukt u op de paniek knop.
Op het einde van de tests toont het paneel het volgende: "TOON ALLE APP". Druk op
om de status van het apparaat te zien.
Opmerking: Raadpleeg de sectie "TOON ALLE APP." hieronder voor meer informatie over
de status van het apparaat.
U kunt een specifieke apparaatgroep selecteren om te testen, bijvoorbeeld
bewegingmelders.
om het submenu "TEST 1 APPARAAT" te openen en gebruik
Druk op
de families van apparaten te scrollen. Druk op
<apparaatfamilie> te openen, bijvoorbeeld: "BEWEGINGSMELDERS".
Opmerking: Indien er geen apparaat is aangemeld, dan wordt "ONBEKEND APPAR."
getoond.
De volgende schermen zullen dan verschijnen: "Xxx:<app. naam>"
Waarin "Xxx" het nummer van het apparaat is. U kunt nu een specifiek apparaat selecteren.
Druk op
om het geselecteerde apparaat te testen. Het volgende scherm zal
IP ONTVR. 1
IP ONTVR. 2
WACHT A.U.B...
⋅⋅⋅
gewenst MENU
om de test te starten. Het volgende scherm zal
om het submenu van de
5. PROGRAMMEREN
SIM# correct
Unit is OK
"<locatie>"
5.9.4
5.9.5
om door
71