5. PROGRAMMEREN
5.5.5 Sirenefuncties instellen
De volgende tabel geeft u een gedetailleerde omschrijving van elke optie en de mogelijke instellingen. Om een optie te
selecteren en haar configuratie te veranderen – zie paragraaf 5.5.1.
Optie
Programmeer instructies
43:INT. SIRENE
Bepaal of de sirene van het bedieningspaneel alarm zal geven – "aan" (standaard) of stil zal
blijven – "uit".
Bepaal de werkingsduur van de sirene bij alarm.
44:SIRENETIJD
Opties: 1 minuut/90 seconden/3 minuten/4 minuten (standaard)/8/10/15/20 minuten.
Opmerkingen:
1. Om te voldoen aan de EN vereisten, mag de "Sirene Tijd" niet langer zijn dan 15 minuten.
2. Voor Canada moet de "Sirene Tijd" zijn ingesteld op 8 minuten
3. In UL-installaties stelt u de sirene tijd op min. 4 minuten in.
Definieer de tijd dat de flitser zal flitsen na een alarm.
45:FLITSER TIJD
Opties: 5/10/20 (standaard)/40/60 minuten
46:SIR. BY LYNFT
Bepaal of de sirene geactiveerd zal worden indien de telefoonlijn uitvalt en het systeem
ingeschakeld is.
Opties: uit (standaard) of aan
5.5.6 Het alarm geluid en de visuele gebruikersinterface configureren
De volgende tabel geeft u een gedetailleerde omschrijving van elke optie en de mogelijke instellingen. Om een optie te
selecteren en haar configuratie te veranderen – zie paragraaf 5.5.1.
Optie
Programmeer instructies
51:IN/UIT TOON
Bepaal of de centrale wel of niet waarschuwingstonen zal laten horen tijdens de in-/ en
uitloopvertragingen. Een bijkomende optie is de pieptonen alleen uitschakelen als het systeem
Met Partities
uitgeschakeld
"DEEL" ingeschakeld is.
Opties: AAN, UIT thuis (standaard in de VS) en uit, en UIT uitl. thuis.
Opmerking: Wanneer piepjes voor het uitlopen UIT staan, dan klinkt de Succesmelodie
(succes) nog steends wanneer de uitloopvertraging bijna verstreken is.
Het volume van de pieptonen kan worden aangepast worden door op de toets
keypad te drukken om het volume te verhogen, of op de toets
te verlagen.
51:IN/UIT TOON
Bepaal of de centrale wel of niet waarschuwingstonen zal laten horen tijdens de in-/ en
Met Partities
uitloopvertragingen. Een bijkomende optie is de pieptonen alleen uitschakelen als het systeem
ingeschakeld
"DEEL" ingeschakeld is.
Het scherm van het bedieningspaneel is: Def:P1
De toetsen
selecteren. Het herhaald drukken op elke toets schakelt tussen elke optie.
Opties:
Opmerkingen:
Wanneer piepjes voor het uitlopen UIT staan, dan klinkt de Succesmelodie (succes) nog
steeds wanneer de uitloopvertraging bijna verstreken is.
Het volume van de pieptonen kan worden aangepast worden door op de toets
keypad te drukken om het volume te verhogen, of op de toets
te verlagen.
48
Opmerkingen:
1. De sirene van het bedieningspaneel moet zijn ingeschakeld tenzij een externe geluidsbron
met het product is verbonden.
2.
Wanneer op "uit" geschakeld, dan moeten voor UL-installaties de SR-720 PG2 en SR-730
PG2 sirenes verbonden zijn.
,
(buzzer aan), H (UIT wanneer thuis), h (UIT uitl. thuis)
.
.
en
worden gebruikt om de overeenkomstige partities te
D-306908 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
te drukken om het volume
P2
P3
en (buzzer uit).
te drukken om het volume
van het
van het